ELASTOSIS SENILIS (SOLAIRE ELASTOSIS, DYSELASTOSIS ACTINICA) home ICD10: L57.4

Elastosis senilis (dyselastosis actinica, solaire elastosis) is het verval van de elasticiteit van de huid bij het ouder worden. Blootstelling aan UVB speelt daarbij een belangrijke rol, en daarom wordt vaker de term solaire elastose of solaire dyselastosis gebruikt. Hoe groot het effect is van zonlicht is goed te zien door bij een ouder persoon te kijken naar de hoeveelheid rimpels op het gelaat, de armen, de handruggen en dit te vergelijken met de binnenkant van de bovenarm, waar nooit zon komt. Daar is de huid nog rimpelloos, blank, gaaf en soepel. Solaire elastosis is ook een PA term, de degeneratie van het collageen en de elastine vezels is ook histologisch zichtbaar: vaak is er een blauwgrijze (basofiele) verkleuring hoog in de dermis.

Actinische beschadiging van de huid Solaire elastosis Solaire elastosis
rimpels en plooien solaire dyselastosis solaire dyselastosis

Foto: Flickr - Public Domain Image
PA-Foto's: Michael Bonert (Nephron) - Wikimedia - Creative Commons License 3.0


De huidveranderingen die ontstaan bij het ouder worden onder invloed van zonlicht worden ook wel photoaging of actinische beschadiging genoemd, of degeneratio cutis praesenilis actinica.

De elastine vezels, die de elasticiteit van de huid bepalen, het weer terug in model komen na uitrekken, raken beschadigd, gefragmenteerd en gaan deels verloren. Ook collageen vezels, die de maximale uitrekbaarheid van de huid beperken, raken beschadigd. Klinisch ontstaan er rimpels en groeven. Vaak is de huid ook gehyperpigmenteerd, met multipele zongeïnduceerde melanocytaire afwijkingen (lentigo solaris, lentigo maligna, lentigo maligna melanoma) en premaligne en maligne klonale expansies van beschadigde keratinocyten (actinische keratose, benigne lichenoide keratose, non melanoma skin cancer). In de nek kunnen diepe ruitvormige groeven ontstaan (cutis rhomboidalis nuchae). In het gelaat vergroving van het relief van de huid en multipele gedilateerde comedonen (Favre Racouchot). Op het coeur een patroon van hyperpigmentatie, hypopigmentatie en teleangiëctasiën dat poikiloderma van Civatte wordt genoemd, en erythrosis interfollicularis colli als het in de hals zit.

Cutis rhomboidalis nuchae Favre-Racouchot syndroom Keratosis actinica, actinische keratose
cutis rhomboidalis nuchae Favre-Racouchot syndroom keratosis actinica

Poikiloderma van Civatte Poikiloderma van Civatte Lentigo solaris
poikiloderma erytrosis interfollicularis lentigo senilis (solaris)

Foto linksboven: Samuel Freire da Silva - Dermatology Atlas (Creative Commons License 3.0).


Therapie:
R/ Tretinoïne crème 0.05% of tazarotene crème 0.05-0.1% (niet in Nederland geregistreerd), mits langdurig (maanden) toegepast, maken de huid zachter, egaliseren kleinere rimpels en verminderen hyperpigmentatie. Het histologisch substraat van deze veranderingen is dat de epidermis dikker wordt, de hoornlaag compacter, en dat de hoeveelheid melanine afneemt.
R/ Fruitzuur (glycolzuur e.a.) peelings.
mes Dermabrasie.
mes CO2 laser resurfacing.
mes IPL (Intense Pulse Light).
mes Hyaluronzuur fillers en andere fillers.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 L57.4 Elastosis senilis
ICD10 L57.4 Elastosis senilis
SNOMED 73813001 Periorbital edema [specific SNOMED term missing]
DBC 27 Diagnose niet nader omschreven