Pelvic inflammatory disease (
PID)
is een overkoepelende term voor
ontstekingsprocessen in het kleine
bekken. In het kader van SOA gaat het meer specifiek om een via
de tubae opstijgende infectie (salpingitis). Het is een
syndroom
diagnose die als zodanig behandeld wordt op epidemiologische criteria.
Denk aan PID bij de combinatie van
vaginale afscheiding,
koorts en
pijn in de onderbuik,
met name opstootpijn of loslaatpijn (wijst op peritoneale prikkeling).
De belangrijkste complicaties van PID zijn verklevingen en tubaire infertiliteit.
Bij 10-30% van de vrouwen met cervicitis ontstaat een opstijgende infectie in
het kleine bekken. Ca 15% v.d. vrouwen met symptomatische PID krijgt een tubaire
infertiliteit, ca 9% een extra-uterine graviditeit.
De belangrijkste
verwekkers van PID zijn
Chlamydia trachomatis,
Neisseria gonorrhoeae,
Gardnerella vaginalis,
Haemophilus influenzae,
Streptococcus
agalactiae,
Mycoplasma hominis,
Ureaplasma urealyticum,
anaërobe darm flora, CMV15, en soms ook menginfectie met
E. coli en
anaërobe bacteriën (
Bacteroides fragilis), of anaërobe staphylococcen
(peptococcen). Bij 10% v.d. vrouwen met PID kan pijn in de rechterbovenbuik
voorkomen als uiting van een perihepatitis (
Fitz-Hugh-Curtis syndroom).
Er zijn aanwijzingen dat Chlamydia ook een asymptomatische, subklinische PID
met kans op infertiliteit kan veroorzaken, waarbij Chlamydia niet meer van de
cervix te kweken valt, en ook niet laparoscopisch is vast te stellen. Dit zou
pleiten voor ruimhartiger en eventueel langer voorschrijven van doxycycline.
Symptomen:Pijn in de onderbuik (m.n. bij lopen en stoten),
malaise en/of koorts, fluorklachten, bij vaginaal toucher en uitwendige palpatie:
pijnlijke uterus/adnexen of opdruk-/ slingerpijn, drukpijn in de onderbuik of
rechter bovenbuik, koorts > 38 °C, cervicitis beeld (>10 leuco’s/veld
in gram cervix).
Diagnostiek:Vaginaal toucher, bimanuele
palpatie adnexen en speculum-onderzoek. NAAT Chlamydia en gonorroe. Eventueel
een kweek op gonococcen met resistentiebepaling. Uitsluiten EUG d.m.v. echo
(gynaecologie). Altijd zwangerschap d.m.v. urinetest uitsluiten
Diagnostische kriteria (1 t/m 4 obligaat):1. anamnestisch
(acute) pijn in de onderbuik
2. druk- en bij voorkeur tevens loslaatpijn
in de onderbuik
3. opstoot- en slingerpijn bij V.T.
4. pijnlijke adnexen
bij bimanueel onderzoek.
Vervolgens tenminste één van de volgende
kriteria: 1. koorts > 38 C
2. leucocytose > 10.5 x 109/L
3. verhoogde BSE > 15 mm/1e uur
4. ontstekingsmassa, infiltraat zichtbaar
bij echoscopie
5. bacteriën en/of leuco's in het peritoneale vocht aangetoond
Bij verdenking op PID zo snel mogelijk ICC gynaecologie regelen en/of onderstaande
behandeling starten. M.b.v. laparoscopisch onderzoek kan de diagnose vaak bevestigd
worden. Indien niet mogelijk direct na afname materiaal voor SOA-onderzoek behandeling
instellen.
DD: appendicitis, extrauteriene graviditeit,
ileus
Therapie:R/ ceftriaxon 500 mg i.m. eenmalig
gevolgd door doxycycline 2 dd 100 mg gedurende 14 dagen + metronidazol 2 dd
500 mg gedurende 14 dagen.
R/ ofloxacin 2 dd 400 mg gedurende 14 dagen +
metronidazol 2 dd 500 mg gedurende 14 dagen.
Bij zwangerschap:
R/ ceftriaxon
500 mg i.m. + erytromycine 4 dd 500 mg gedurende 10 dagen.
Tevens moet de
patiënte bedrust houden (thuis of klinisch). Indien poliklinisch patiënte na
48-72 uur terugzien op de polikliniek voor onderzoek (V.T.) om te beoordelen
of verbetering optreedt. Indien geen verbetering dan doorverwijzen naar gynaecoloog
(cave andere oorzaak; laparoscopie). Redenen voor opname op gynaecologie zijn:
ernstige klachten, diagnostische twijfel (indicatie laparoscopie), vermoeden
op abces in kleine bekken, jonge patiënte, onvoldoende resultaat na 48-72 uur
behandeling. Een PID is reden om een eventueel aanwezig spiraaltje te verwijderen.
Geen seksueel contact tot 1 week na het afronden van de behandeling en verdwijnen
klachten en na zonodige behandeling van partners. Verhoogd risico van infertiliteit
bespreken.
Contactopsporing:Bij aangetoonde SOA
alle partners van de afgelopen 60 dagen waarschuwen of het laatste contact indien
langer dan 60 dagen geleden. Mannelijke partner: standaard SOA onderzoek en
behandeling naar bevinding. Nacontrole: zie boven; verder afhankelijk van laboratoriumuitslagen.
Referenties
1. |
Richtlijnen SOA polikliniek GGD Amsterdam,
2011 |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.