Het
allergologisch onderzoek heeft als doel aan te
tonen dan wel uit te sluiten dat er een
type I allergie
of een
type IV contactallergie bestaat voor één of
meerdere componenten van één of meer producten die in contact gekomen zijn met
huid of slijmvliezen. Daarnaast kan uit het onderzoek blijken dat er een verhoogde
gevoeligheid van de huid voor irriterende stoffen bestaat.
Middels een specifieke
anamnese en een gericht dermatologisch onderzoek worden de te testen allergenen
en testmethode(n) geselecteerd. De allergenen worden vervolgens in contact gebracht
met de huid. Bij het aflezen van de test wordt onderscheid gemaakt tussen contactallergische
reacties en irritatiereacties, waarna de gevonden allergische reacties gescheiden
worden in voor de huidige vraagstelling relevante en niet relevante reacties.
Zo nodig kan een aanvullend allergologisch onderzoek verricht worden. Tenslotte
wordt een controleafspraak gemaakt om meer inzicht te krijgen of de gegeven
adviezen inderdaad de klacht verholpen hebben.
I) Voor het onderzoek
wordt onderscheid gemaakt in:
Type I allergie:
een direct in aansluiting aan de expositie optredende klacht (meestal urticaria),
op bv atopenen,
geneesmiddelen,
latex en voedingsmiddelen. Dit type allergie is IgE-gemedieerd en kan ook systemische
klachten veroorzaken.
Type IV allergie: een vertraagd
optredende klacht (meestal eczeem) binnen enkele dagen na de expositie op bv
cosmetica, beroepsstoffen, geneesmiddelen, voedingsadditiva. Soms speelt
UV-expositie een rol.
Voor een onderzoek op een type IV-allergie:
- mag de patiënt geen eczeem op de testplaats en geen actief eczeem elders
op het lichaam hebben.
- wordt als testplaats voor een epicutaan onderzoek
de rug genomen (en vanwege de duidelijk zwakkere reactie slechts bij hoge uitzondering
de huid van de mediale zijde van bovenarm of dijbeen)
- dient de rug tevoren
niet te zijn ingevet; een behaarde rug moet geschoren worden
- dienen geneesmiddelen
zodanig op tijd gestopt te worden dat ze niet interfereren met de test. Zo mogen
binnen drie dagen voor het onderzoek geen topicale corticosteroïden op de testplaats
gebruikt zijn en binnen 2 weken geen UV-expositie en binnen 1 week voor het
onderzoek geen systemische immunosuppressie hebben (in uitzonderingsgevallen
maximaal 10 mg prednison oraal per dag of 1 mg/kg/dag ciclosporine, waarbij
de testuitslag onbetrouwbaarder zal zijn) en geen cytostatica.
- is terughoudendheid
geboden bij het aanvragen van allergologisch onderzoek bij zwangeren en vrouwen
die borstvoeding geven. Behoudens bij sommige stoffen (zoals bv. pesticiden)
lijkt het risico zeer gering, bovendien wordt het onderzoek uitgevoerd met stoffen
waarmee de patiënt in de dagelijkse praktijk in aanraking mee kan komen waardoor
dit risico sowieso bestaat. Desondanks zijn van de meeste allergenen die bij
het onderzoek gebruikt worden onvoldoende gegevens bekend over de systemische
concentratie en de daarbij behorende schadelijkheid om absolute veiligheid te
garanderen.
Voor een onderzoek op een type I-allergie:
- dienen geneesmiddelen zodanig op tijd gestopt te worden dat ze
niet interfereren met de test. Hydroxizine, tricyclische antidepressiva en phenothiazides
remmen de IgE-gemedieerde huidrespons. Antihistaminica dienen op geleide van
4x de halfwaardetijd voorafgaand aan het onderzoek gestopt te zijn. Binnen 1
week voor het onderzoek mogen geen systemische immunosuppressiva en geen cytostatica
gegeven zijn.
- Bètablokkers geven een mogelijk hoger risico op systemische
effecten van de test.
- Het intradermale onderzoek vindt gewoonlijk plaats
op de binnenzijde van de onderarm.
- Op de testplaats mag geen huidafwijking
zitten.
II) Voor een allergologisch onderzoek op een
penicilline
allergie:
dient vanwege het (weliswaar kleine) risico op een anafylactische
reactie door het epicutane en intradermale onderzoek voorafgaand de IgE-RAST
penicilline negatief (dwz. geen allergie) te zijn! De uitslag van dit bloedonderzoek
is na 2 à 3 weken beschikbaar. De beste resultaten van de huidtesten worden
verkregen maximaal 2-3 weken na de geneesmiddelreactie, daarna neemt de gevoeligheid
van de huidtest met penicillines geleidelijk af terwijl de test onbetrouwbaar
wordt na 3 maanden na de geneesmiddelreactie.
III) Beschikbaarheid van
teststoffen
Het is belangrijk dat de te testen stoffen op de eerste dag
van het onderzoek beschikbaar zijn. De verwijzer dient ervoor te zorgen dat
de patiënt (monsters van) eigen produkten (zoals cosmetica, geneesmiddelen of
beroepsstoffen) meebrengt. Gevaarlijke stoffen die niet aan de patiënt meegegeven
kunnen worden dienen door de verwijzer rechtstreeks naar de poli allergologie
verstuurd te worden. Wanneer de stoffen op de dag van het onderzoek niet beschikbaar
zijn kan het onderzoek op de patiënt niet doorgaan!
IV) Voorafgaand
aan het onderzoek dient de patiënt een
patiëntenfolder
mee te krijgen.
Auteur(s):dr. M.M.H. Meinardi. Dermatoloog,
Maurits kliniek, Den Haag.