CASUS 60 Informatie Vorige Volgende Home

Occlusieve vasculopathie

Bij occlusieve vasculopathie ontstaat necrose van de huid doordat er vaatjes dicht zitten met thrombi. Het is een diagnose die wordt gesteld op basis van het klinisch beeld en de histologie, waarin vaatjes zijn te zien gevuld met fibrine thrombi. Ook bij cryoglubulinemie kan dit ontstaan. De diagnostiek bestaat uit het afnemen van een groot biopt, nog beter is een excisiebiopt, en laboratorium onderzoek naar hypercoagulabiliteit (trombofilie pakket). Meestal bestaat dit pakket uit Hb, trombocyten, APTT (Activated Partial Thromboplastin Time), PT (Protrombine tijd), Antitrombine III, Lupus anti-coagulans, anti-beta2-glycoproteïne (IgG en IgM), anti-cardiolipine (IgG en IgM), proteïne C en proteïne S, APC ratio, Factor V (Leiden) mutatie (506R- 506Q), en eventueel Factor II (protrombine) mutatie (20210G- 20210A). Het biopt kan een ulcus uitlokken, maar het is toch nodig om de diagnose te kunnen stellen. In de DD staat naast cryoglobulinemie ook ulcus hypertensivum, calciphylaxis, en atherosclerose (perifeer arterieel vaatlijden).

Occlusieve vasculopathie
occlusieve vasculopathie

Zie verder onder hypercoagulabiliteit.