
Insufficiënte vena perforans
Sclerocompressie
therapiePerforerende venen kunnen gescleroseerd worden. Vaak is
er aan de buitenkant een blow-out zichtbaar. Dit is precies de plek waar ingespoten
moet worden. Voor een goed resultaat is meestal een hoge concentratie nodig
(3%) en een volume dat voldoende is om de blow out goed te vullen (0.5-1 ml).
Het is ook mogelijk om rechtstreeks in de perforans in te spuiten in plaats
van in het overliggend vat of in de blow-out. Dit is echter niet zonder risico.
Bij teveel inspuiten kan scleroseringsvloeistof in het diepe systeem terechtkomen
met risico op diepe veneuze trombose. Daarnaast lopen vlak naast de venae perforantes
ook arterietakken die per abuis kunnen worden geraakt.
De venen worden in
staande positie afgetekend. Vervolgens worden ze in liggende positie ingespoten
met aethoxysclerol in concentraties van 3 of 2%. De concentraties hangen af
van de grootte van het vat (zie
schematisch
overzicht). Bij de hogere concentraties 2% en 3% moet wel altijd eerst worden
opgetrokken om de ligging van de naald in het vat te controleren. Om dit goed
te kunnen doen is een spuit nodig waarvan de zuiger gemakkelijk op en neer beweegt.
Tijdens het optrekken moet de spuit goed gefixeerd worden t.o.v. het been. Een
klein beetje veneus bloed (niet helder rood) dient te verschijnen in de spuit.
Niet teveel optrekken, anders verdunt het sclerosans. Vervolgens het sclerosans
langzaam inspuiten. Dit hoort weerstandsloos te gaan en geen pijn te veroorzaken.
Per keer mag maximaal 12% gespoten worden, dus maximaal 4 ml van 3%, of 6 ml
van 2%. Zie verder onder
protocol scleroseren.
Het scleroseren van venen is normaal niet zichtbaar. In het onderstaande
filmpje wordt d.m.v. groen licht het inspuiten van een vene gevolgd. Er wordt
een volume van circa 2-3 ml ingespoten, dat over een lang traject terecht komt.
Video:
scleroseren van middelgrote varices, zichtbaar gemaakt met groen licht.
Muller procedureBij de Muller procedure worden
de venen via mini incisies naar buiten getrokken onder lokale verdoving. De
methode is vooral geschikt voor grote zijtakvarices en andere groot kaliber
lange trajecten. De venen worden in staande positie afgetekend. Vervolgens wordt
het traject naast het vat verdoofd met lidocaine 2%. Met kleine haakjes volgens
Muller of Oesch wordt de vene aangehaakt en naar buiten getrokken. De sneetjes
worden met steristrips gesloten. Daarna wordt het been gezwachteld. Dit moet
2 weken blijven zitten. Voor meer details zie onder
Muller procedure.
Video:
Muller procedure 1.
Video:
Muller procedure 2.
Onderbinden van venae perforantes
De venae perforantes kunnen worden onderbonden. Hier voor wordt een incisie
gemaakt over of vlak naast de perforerende vene, die altijd uitkomt in een oppervlakkige
vene. De oppervlakkige vene wordt opgezocht en vrijgeprepareerd. De insufficiënte
perforerende vene wordt onderbonden en doorgenomen, vaak wordt ook de overliggende
vene weggenomen.
Subfasciale endoscopische
ligatie van venae perforantesHierbij wordt middels een incisie
proximaal een endoscoop ingevoerd in het onderbeen. De perforerende venen zijn
zichtbaar door de endoscoop en worden vervolgens geclipt of dicht gecoaguleerd
en doorgeknipt.
De subfasciale endoscopische ligatie van venae perforantes
is een vrij recente techniek. In eerste instantie werd gedacht dat hiermee het
probleem van de chronische veneuze ulcera kon worden opgelost. Helaas zijn er
nog geen goede studies verschenen die aantonen dat het ligeren van perforanten
bijdraagt aan de genezing van veneuze ulcera. Bij insufficiëntie van het diepe
systeem worden de drukgolven via vele grote en kleinere venen doorgegeven aan
het capillaire netwerk. Het ligeren van perforanten voorkomt dit niet.
Video:
endoscopische ligatie van perforanten.
Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.