CONTROLE OP ANALE INTRAEPITHELIALE NEOPLASIE
(AIN) |
 |
U bent gevraagd voor controle op AIN.
Wat is AIN?
Met AIN (Anale Intraepitheliale
Neoplasie) wordt een verandering bedoeld in het
slijmvlies in en rond de anus. Bij AIN is er
sprake van onrustige cellen van het slijmvlies.
Deze onrustige cellen kunnen mogelijk uitgroeien
tot anuskanker en om deze reden wordt AIN
benaderd als een voorstadium van anuskanker. AIN
wordt veroorzaakt door het humaan papillomavirus
(HPV), hetzelfde virus dat bij vrouwen
baarmoederhals kanker veroorzaakt. Bij
HIV-positieve mannen die seks hebben met mannen
komen AIN en anuskanker vaker voor dan bij
heteroseksuele mannen
Kanker ontstaat
niet van het ene op het andere moment. Het
ontwikkelt zich meestal in de loop van een
aantal jaren. Zolang er geen sprake is van
kanker, maar er wel afwijkingen worden gevonden,
spreekt men van voorstadia. De onrustige cellen
worden beschouwd als voorlopers die in kanker
kunnen ontaarden. Het gebeurt regelmatig dat
voorstadia van anale kanker spontaan weer
verdwijnen. Bij hoeveel personen met AIN dit het
geval is, is nog niet bekend. De kans op het
spontaan verdwijnen van de voorstadia is
waarschijnlijk kleiner bij mensen die
HIV-positief zijn. Bij ongeveer de helft van de
mannen die op het AIN spreekuur komen, worden
voorlopers van anuskanker gevonden die
gediagnostiseerd worden door middel van een Hoge
Resolutie Anoscopie (HRA). Over het algemeen
geeft AIN geen klachten.
Het is
wetenschappelijk nog niet aangetoond dat de
screening op voorstadia van anuskanker ook
daadwerkelijk anuskanker in de toekomst zal
voorkomen. Wij bieden u deze controle aan omdat
wij vermoeden dat wij hierdoor de kans op
anuskanker voor u in de toekomst verminderen.
Welke voorstadia zijn er?
Er zijn
drie verschillende voorstadia van anuskanker
bekend. Het stellen van de diagnose AIN vindt
plaats via weefsel onderzoek. Hiervoor worden
er, indien er zichtbare afwijkingen zijn,
tijdens het onderzoek biopten (hapjes anaal
slijmvlies) afgenomen. De verschillen van de
voorstadia zijn als volgt:
AIN 1:
Alleen
de oppervlakkige slijmvlieslaag bevat afwijkende
cellen. AIN 1 wordt laaggradige AIN genoemd.
AIN 2: De afwijkende cellen worden dieper in
de slijmvlieslaag gezien. AIN 2 wordt
hooggradige AIN genoemd.
AIN 3: De
afwijkende cellen worden in de gehele dikte van
het anale slijmvlieslaag gezien. AIN 3 wordt
hooggradige AIN genoemd.
Controle op
AIN:
Controle op AIN Hoe kunt u zich
voorbereiden op het onderzoek? We vragen u om 24
uur voorafgaand aan het onderzoek: - Geen
anale seks te hebben - Niet anaal te spoelen
(dit beïnvloedt het onderzoek nadelig) - Geen
voorwerpen in de anus te brengen - Geen
gekruid eten te nuttigen
Het is niet
nodig te stoppen met bloed verdunnende
medicatie.
Het bezoek
De
afspraak duurt 30 tot 45 minuten. Allereerst zal
de onderzoeker u een aantal vragen stellen,
onder andere over anale klachten en over uw
seksuele activiteit gedurende de laatste 6
maanden. Daarna wordt u verzocht in de
kleedkamer uw broek, onderbroek en schoenen uit
te trekken. U krijgt een handdoek om uw
geslachtsdelen te bedekken. De onderzoeker wordt
altijd geassisteerd door een tweede persoon.
Het onderzoek
U neemt plaats in
een speciaal daarvoor bestemde stoel waarbij u
de benen in de beensteunen legt. De stoel wordt
omhoog gebracht en licht naar achteren gekanteld
zodat de onderzoeker goed beeld heeft.
1.
Buitenkant van de anus (peri-anaal) De
onderzoeker bekijkt de buitenkant van de anus,
waar zich ook afwijkingen kunnen bevinden. Er
wordt azijnzuur aangebracht, dit is een
kleurstof die nodig is om de afwijkende huid
beter in beeld te brengen. Dit kan koud, nat en
soms iets branderig aanvoelen. Vervolgens kijkt
de onderzoeker met een microscoop om eventuele
afwijkingen tot in detail te kunnen bekijken.
Dit wordt Hoge Resolutie Anoscopie (HRA)
genoemd.
2. Rectaal toucher De
onderzoeker zal daarna een ‘rectaal toucher’
doen. Er wordt aan de binnenkant van de anus met
een vinger gevoeld omdat sommige afwijkingen
beter voelbaar zijn dan zichtbaar.
3.
Binnenkant van de anus (intra-anaal) Om de
binnenkant van de anus te bekijken, brengt de
onderzoeker een proctoscoop aan in de anus (zie
afbeelding 1). Deze proctoscoop is vooraf
ingesmeerd met glijmiddel om het inbrengen
makkelijk te maken. Als de proctoscoop is
ingebracht dan brengt de onderzoeker een
wattenstaaf met een in azijnzuur gedrenkt gaasje
in. Azijnzuur is een kleurstof die nodig is om
de afwijkende huid beter in beeld te brengen.
Dit kan koud, nat en soms iets branderig
aanvoelen. De proctoscoop wordt uit de anus
gehaald en het gaasje met de azijnzuur blijft
zitten om in te werken. Na ongeveer een minuut
wordt de wattenstaaf met het gaasje verwijderd
en de proctoscoop wordt weer in de anus
ingebracht. Wederom wordt er een HRA gedaan om
eventuele afwijkingen tot in de details te
kunnen bekijken. Het anusslijmvlies is geplooid
en om alle plooien goed te beoordelen zal de
proctoscoop een aantal keer worden in- en
uitgebracht.
 Afbeelding 1: Proctoscoop
Zowel peri- als intra-anaal worden
er bij afwijkingen foto’s gemaakt. Deze foto’s
worden gebruikt om een mogelijk afwijkend plekje
terug te kunnen vinden en ook om het resultaat
van voor en na de behandeling te kunnen
vergelijken.
Afwijkingen
Als de onderzoeker een
peri- of intra-anale afwijking ziet dan wordt
daar een weefselbiopt van genomen dat ongeveer 3
mm groot is. Per verdachte afwijking wordt er
een biopt genomen.
Biopt aan buitenkant van de
anus (perianaal)
Als er aan de buitenkant van de
anus een biopt wordt genomen, wordt de huid
eerst verdoofd. Dit gebeurt met een injectie. U
voelt na de verdoving nog wel druk, maar geen
pijn meer. Een biopt aan de buitenkant gebeurt
met een stansbiopteur, dit is een klein
appelboortje. Dit boortje maakt een stukje huid
los waarna het met een pincet en schaartje
pijnloos kan worden weggehaald.
Biopt aan
binnenkant van de anus (intra-anaal)
Een biopt
aan de binnenkant van de anus gebeurt met een
biopteur. Dit is een tang met aan het einde een
klein knip gedeelte. Het slijmvlies in de anus
heeft geen pijnzenuwen. U voelt daarom vrijwel
geen pijn bij afname van het biopt. Het is
zelden nodig om bij een biopt aan de binnenkant
van de anus te verdoven. Als dit wel nodig is,
gebeurt dit met behulp van een injectie of soms
met een verdovende crème of spray.
Na het biopt
Na het nemen van een biopt kan de huid of het
slijmvlies wat bloeden, dit kan één tot enkele
dagen duren. U krijgt een absorberend verband
mee om te voorkomen dat er eventueel bloed op uw
kleding komt te zitten. Er kan nog enkele
dagen bloed bij de ontlasting te zien zijn of op
het wc-papier zitten. Dit is normaal. Alleen bij
veel bloedverlies, moet u contact opnemen met uw
onderzoeker. U kunt op die dag uw normale
bezigheden handhaven. Overleg met uw onderzoeker
als u hierover nog vragen heeft. Door het nemen
van weefselbiopten ontstaan kleine wondjes, om
die reden raden wij aan om tot drie dagen na
biopsie geen passieve anale seks te hebben.
Mocht er langer sprake zijn van anaal
bloedverlies of andere anale klachten, dan
adviseren wij geen passieve anale seks te hebben
tot deze klachten over zijn, en contact op te
nemen met het onderzoeksteam.
Pathologisch
onderzoek van het biopt
De biopten worden in een
potje gedaan met bewaarvloeistof. Dit weefsel
wordt naar de patholoog-anatoom gestuurd, die
het biopt onderzoekt. De patholoog-anatoom stelt
vast of er AIN aanwezig is. Na twee weken krijgt
u telefonisch de uitslag van het biopt.
Als de
diagnose AIN is
Dat er AIN is gevonden betekent
niet dat u anuskanker heeft of zult krijgen. Bij
AIN 1 (laaggradig) wordt er geen behandeling
geadviseerd. De afwijking kan namelijk spontaan
verdwijnen. U zult na een jaar weer een oproep
krijgen om u te laten controleren op AIN. Bij
AIN 2 of 3 (hooggradig) is het advies om u te
laten behandelen. Zie patiënten informatie
folder: behandeling van Anale Intraepitheliale
Neoplasie (AIN).
Afspraak maken of verzetten
Voor het maken van een afspraak of het verzetten
hiervan, belt u naar de polikliniek
dermatologie. Tel: 020-5662530. De polikliniek
bevindt zich in gebouw A, verdieping 0 van het
AMC. (A0)
|