ANOGENITALE
WRATTEN (CONDYLOMATA ACUMINATA) |
|
WAT ZIJN ANOGENITALE WRATTEN ?
Wratten zijn goedaardig en ontstaan na een infectie
met een virus op de plaats van de infectie. Wratten
kunnen plat zijn of boven de oppervlakte van de
huid uit komen. Ze kunnen klein of groot zijn; vaak
nemen ze kleine bloemkool-achtige vormen aan. Soms
staan ze op zichzelf en soms zijn ze in groepjes
aanwezig. Anogenitale wratten zitten in het gebied
rond de geslachtsdelen. Ze kunnen op de geslachtsorganen
zelf zitten, maar ook in de plasbuis en in of rond
de anus. Bij vrouwen kunnen ze ook in de vagina
voorkomen. Anogenitale wratten komen voornamelijk
voor bij volwassenen.
|
|
genitale wratten |
perianale wratten |
WAARDOOR ONTSTAAN ANOGENITALE WRATTEN
?
Anogenitale wratten komen veel
voor. In Nederland wordt ruim 20.000 keer per jaar
de diagnose gesteld. De veroorzaker van de wratjes
is een infectie van de huid of slijmvliezen met
het Humane Papilloma Virus (HPV). Er zijn verschillende
typen van het HPV (allen met een eigen nummer), maar
niet alle typen veroorzaken anogenitale wratten.
Niet iedereen die met HPV besmet is geraakt, zal
anogenitale wratten krijgen; er zijn ook zogenaamde
stille dragers. Deze personen hebben wel het
virus bij zich, maar weten dit niet van zichzelf
en hebben er ook geen last van. Het HPV wordt veelal
overgedragen bij seksueel contact. Daarom worden
anogenitale wratten beschouwd als een seksueel overdraagbare
aandoening (SOA) of, in andere woorden een geslachtsziekte.
Het virus is zéér besmettelijk en kan ook op
andere manieren overgedragen worden, bijvoorbeeld
door het gezamenlijk gebruik van handdoek of washandje
en mogelijk bij het wisselen van de luiers. Op die
manier kunnen ook (kleine) kinderen besmet raken
en wratjes krijgen.
Het HPV kan gedurende
vele jaren in de huid aanwezig zijn en kan zich,
na aanvankelijke genezing van de anogenitale wratten,
na jaren weer manifesteren. Het spreekt voor zich
dat het hierdoor lastig is om te weten door wie
en wanneer iemand besmet geraakt is.
WAT ZIJN DE VERSCHIJNSELEN ?
De wratten zijn soms nauwelijks zichtbaar, vooral
als ze inwendig aanwezig zijn. in de vagina, plasbuis
of anus. Uw arts kan dan de diagnose stellen. Vaak
lijken anogenitale wratten op kleine bloemkooltjes,
waarbij de randen aan hanenkammen kunnen doen denken.
Kort na het ontstaan zijn de wratten meestal was
sponsachtig, maar naarmate ze langer bestaan, verhoornen
ze en worden harder. Anogenitale wratten zijn vaak
een psychische belasting voor de patiënt. Ze zorgen
voor schaamte en herinneren soms aan het hebben
van een (andere) SOA. Deze gevoelens van schaamte
kunnen ook een belemmering zijn voor de seksualiteitsbeleving.
Hiernaast kunnen anogenitale wratten ook lichamelijke
klachten geven. De klachten hangen af van de uitbreiding
van de wratten zowel in aantal als in grootte. De
wratten kunnen erg jeuken en ook aanleiding geven
tot bloedinkjes. Anogenitale wratten doen meestal
geen pijn.
HOE WORDT DE DIAGNOSE
GESTELD ?
Uw arts kan meestal al
op de het eerste gezicht de diagnose stellen. Mocht
deze niet direct duidelijk zijn dan kan er altijd
een klein stukje huid verwijderd worden (biopsie)
of een huiduitstrijkje gemaakt worden voor verder
onderzoek. In het algemeen levert het stellen van
de diagnose geen problemen op.
SOMS IS VERDER ONDERZOEK NODIG
Het kan verstandig zijn verder onderzoek te
verrichten naar de eventuele aanwezigheid van (andere)
seksueel overdraagbare aandoeningen. Het is hierbij
belangrijk ook de partner te laten onderzoeken.
WELKE BEHANDELINGEN ZIJN ER ?
De behandeling van anogenitale wratten is erop
gericht het virus, dat de wratjes veroorzaakt, uit
te schakelen. Dit kan door middel van etsende
vloeistoffen, bepaalde crèmes, of door diverse 'chirurgische'
methoden. Voor welke van de navolgende therapieën
gekozen wordt, hangt onder meer af van de plaats
van voorkomen, de uitgebreidheid van de wratten
en van de voorkeur van arts en patiënt. Er is altijd
kans dat de wratten na behandeling terugkeren.
ELEKTROCOAGULATIE Bij elektrocoagulatie
worden de anogenitale wratten na verdoving weggebrand.
PODOFYLLINE Podofylline
is een stof die afgeleid is van een bepaalde harssoort.
Het remt de groei van de delende cellen in de anogenitale
wratten. Deze methode kan niet bij zwangeren worden
gebruikt. Podofylline is een sterk geconcentreerde
aanstipvloeistof die door de arts toegepast wordt.
Omdat podofylline sterk kan irriteren, moet het
vier uur na het aanbrengen afgewassen worden.
PODOFYLLOTOXINE (CONDYLINE, WARTEC)
Een mildere vorm van podofylline is het podofyllotoxine.
Dit kan verwerkt zijn in een aanstipvloeistof of
een crème. Podofyllotoxine is geschikt om zelf thuis
toe te passen. Deze methode kan niet tijdens de
zwangerschap worden gebruikt.
TRICHLOORAZIJNZUUR
Trichloorazijnzuur is een zeer sterk irriterende
vloeistof die de cellen van de wratten vernietigt.
Vanwege de sterke etsende werking mag dit middel
alleen door een arts aangebracht worden.
CRYOTHERAPIE Bij cryotherapie
worden de anogenitale wratten met vloeibare stikstof
bevroren. Deze therapie kan gebruikt worden voor
wratten op de huid en op de slijmvliezen. Deze methode
kan ook tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
LASERBEHANDELING Met behulp
van een zogenaamde CO2 laser kunnen de wratjes ook
worden weggebrand. Deze techniek wordt gebruikt
voor de behandeling van wratten op moeilijk bereikbare
plaatsen zoals in de plasbuis of in de anus.
OPERATIEF Grote anogenitale
wratten kunnen na plaatselijke verdoving operatief
verwijderd worden.
IMIQUIMOD (ALDARA)
Dit is het nieuwste middel tegen anogenitale wratten.
Het is een stof die het eigen afweersysteem helpt
om het HPV virus, dat de anogenitale wratten veroorzaakt,
te bestrijden. Dit middel is verkrijgbaar als crème
en is geschikt om zelf thuis te gebruiken. Imiquimod
kan wat langzamer werken dan andere behandelingen;
soms duurt de behandeling acht tot tien weken. De
kans dat de wratten terugkomen is echter kleiner
dan met de andere behandeling.
LET OP: De behandeling van anogenitale
wratten kost altijd veel tijd en energie, want genezing
is veelal niet na één of enkele behandelingen te
verwachten. Mocht u zwanger zijn, vertel dit
voordat met een behandeling wordt begonnen. Wanneer
de wratten na de behandeling weg zijn, betekent
dit niet altijd automatisch dat het virus uit uw
huid is. Er blijft daarom een kans bestaan dat de
wratten na verloop van tijd weer terugkomen. Daarnaast
is er uiteraard de kans dat u opnieuw besmet wordt
en op die manier weer nieuwe wratjes krijgt.
In het algemeen wordt aangenomen dat u niet meer
besmettelijk bent wanneer u na zes maanden geen
nieuwe anogenitale wratten hebt gekregen. Mochten
er onverhoopt toch weer nieuwe wratten opkomen,
dan moet de behandeling weer van voor af aan begonnen
worden.
ANOGENITALE WRATTEN,
HPV EN KANKER
Sommige typen HPV
kunnen wratten geven op de baarmoederhals. Een vrouw
met anogenitale wratten dient regelmatig een uitstrijkje
te laten maken. In Nederland wordt iedere vrouw
echter vanaf het 30e jaar opgeroepen voor het bevolkingsonderzoek
op baarmoederhalskanker. Wanneer u steeds na een
oproep een uitstrijkje laat maken, is er geen reden
tot ongerustheid. Ook niet als u wratten op de baarmoederhals
heb. Als u anogenitale wratten hebt, uitwendig of
inwendig, hoeft u dus niet vaker een uitstrijkje
te laten maken dan mensen die geen anogenitale wratten
hebben.
HOE ZIT HET MET ONVRUCHTBAARHEID
?
Het HPV verspreidt zich niet verder
dan de baarmoedermond en komt dus niet in aanraking
met de baarmoeder zelf, de eileiders of eierstokken.
Besmetting met HPV leidt dus niet tot onvruchtbaarheid.
EN BIJ ZWANGERSCHAP ?
Anogenitale wratten kunnen tijdens de zwangerschap
groeien en aanleiding geven tot bloedinkjes. Bij
een zwangere vrouw geeft men, in verband met eventuele
bijwerking, er veelal de voorkeur aan te behandelen
na de zwangerschap. De kans dat de baby bij de geboorte
besmet raakt is minimaal.
IS
VERDERE BESMETTING TE VOORKOMEN ?
Mensen die 'veilig vrijen' en weinig wisselende
seksuele contacten hebben, hebben minder kans op
anogenitale wratten. Ook mensen die condooms gebruiken
hebben minder kans op anogenitale wratten. Naar
alle waarschijnlijkheid zorgen condooms voor een
redelijke goede bescherming van de door het condoom
bedekte huid. Het gebruik van condooms kan echter
niet altijd een besmetting van andere delen van
huid of slijmvliezen voorkomen. Dit neemt niet weg
dat het toch raadzaam is condooms te gebruiken wanneer
u of uw partner anogenitale wratten heeft.
BESPREEK MET UW PARTNER !
Als er een kans bestaat dat één van de partners
de ander zou kunnen besmetten, dan is het ten zeerste
aan te bevelen elkaar in bescherming te nemen. Voor
mensen is dit een moeilijk onderwerp, maar een gesprek
tussen beide partners met de juiste informatie kan
duidelijkheid scheppen en veel (relationele) onrust
voorkomen. De sociaalverpleegkundige van de GGD
kan u hier eventueel bij helpen.
|