CARPAAL TUNNEL SYNDROOM |
 |
INLEIDING
Hier vindt u een globaal
overzicht van de klachten en de oorzaak van het
carpale tunnelsyndroom en hoe dit behandeld kan
worden. Het is goed u te realiseren dat bij het
vaststellen van een aandoening de situatie voor
iedereen weer anders kan zijn.
WAT
IS HET CARPAAL TUNNEL SYNDROOM ?
Het
carpale tunnel syndroom ontstaat doordat een
zenuw (de middelste armzenuw, nervus medianus)
ter plaatse van de pols bekneld raakt. Deze
zenuw verloopt van de onderarm naar de handpalm
via een tunnel die wordt gevormd door de
handwortelbeentjes en een stevig peesblad (de
dwarse polsband) aan de handpalmzijde van de
pols. Door die tunnel lopen ook de buigpezen van
de vingers. De beknelling van de zenuw ontstaat
door zwelling van het bindweefsel, waardoor de
druk in de tunnel toeneemt.
KLACHTEN
De klachten
van het carpale tunnel syndroom zijn over het
algemeen vrij karakteristiek, en komen het meest
voor bij vrouwen. Ze bestaan vaak uit een doof
en tintelend gevoel aan de binnenkant van de
hand, die uitstraalt naar de eerste drie of vier
vingers van de hand. Dit zijn precies de vingers
die door de beknelde zenuw verzorgd worden. Soms
wordt door patiënten in alle vingers, dus
inclusief de pink, een doof gevoel aangegeven;
tevens is er soms een uitstralende pijn vanuit
de binnenzijde van de hand, via de
elleboogregio, naar de bovenarm en de schouder.
Behalve een doof en tintelend gevoel kunnen
ook optreden: een prikkelend en pijnlijk gevoel
in de vingers en in de hand, een gevoel alsof de
hand opgezwollen is, en krachtsverlies in uw
hand waardoor u zomaar dingen kunt laten vallen.
Het carpale tunnel syndroom manifesteert
zich veelal spontaan. Soms worden de klachten
erger als de betreffende hand veelvuldig wordt
gebruikt, zoals bij autorijden, fietsen, lezen
of wringen.
Soms kan het carpale tunnel
syndroom zich voordoen in beide handen (vrijwel
gelijktijdig, maar vaak na elkaar). Indien het
carpale tunnel syndroom al langere tijd bestaat,
dan kan er soms sprake zijn van krachtsverlies
in de vingers.
Nachtelijke klachten
komen zeer veel voor. Patiënten geven aan dat ze
er wakker van worden en dan met de hand
bewegingen moeten maken om de klachten te laten
verdwijnen. Ook bij het ontwaken in de ochtend
doet dit zich voor.
WAT IS DE
OORZAAK ?
Het carpale tunnel syndroom
wordt veroorzaakt door beknelling van de
middelste handzenuw ten gevolge van zwelling van
de omliggende spierpezen in de hand. Dit kan het
gevolg zijn van veelvuldige en herhaaldelijke
bewegingen van de hand. Ook zwangerschap,
overgewicht en suikerziekte zijn bekende
risicofactoren voor het ontwikkelen van het
carpale tunnel syndroom. Ook kunnen de klachten
aan het begin van de overgang optreden.
IS ER NOG ONDERZOEK NODIG ?
Op
grond van het klachtenpatroon kan de diagnose
vaak worden vermoed. Indien bij lokale druk op
de zenuw de klachten toenemen of zich voordoen,
wordt het al waarschijnlijker. Om zeker te weten
of er sprake is van het carpale tunnelsyndroom,
is een spierzenuwonderzoek nodig. Dit onderzoek
noemt men een EMG (Electro-MyoGrafie). Hierbij
worden de handzenuwen met stroomstootjes
doorgemeten.
BEHANDELING
Bij lichte klachten kan (tijdelijke) aanpassing
van de activiteiten van de betreffende hand vaak
genoeg zijn om deze te laten verdwijnen. Indien
alleen nachtelijke klachten op de voorgrond
staan, kan tijdelijk een zogenaamde “nachtspalk”
om de hand worden gebruikt. Met name CTS
klachten die tijdens de zwangerschap ontstaan,
en vaak spontaan na de zwangerschap verdwijnen,
kunnen op deze manier vaak afdoende worden
behandeld. Indien een onderliggende ziekte
(zoals bijvoorbeeld suikerziekte) bij u is
vastgesteld, dan moet deze natuurlijk zo goed
mogelijk worden behandeld. Een andere
mogelijkheid is het geven van een injectie die
de lokale zwelling van de pezen ter hoogte van
de carpale tunnel doet verdwijnen. Dit is een
zeer patiëntvriendelijke behandeling. Veel
patiënten zullen hierdoor klachtenvrij worden.
Indien deze behandeling de klachten niet
verhelpt dan is de volgende stap een operatie
waarbij het peesblad wordt gekliefd om de zenuw
meer ruimte te geven. Hiervoor zult u worden
doorverwezen naar een chirurg.
DE
OPERATIE
De operatie is erop gericht de
druk op de zenuw weg te nemen. Dat kan op twee
manieren: - Via de klassieke operatie. -
Via een kijkoperatie.
De klassieke
operatie
Dit is een kleine ingreep
waarbij een snee wordt gemaakt in de pols aan de
handpalmzijde. De dwarse polsband wordt
doorgesneden. Hierdoor wordt de tunnel verwijd.
De operatie duurt ongeveer twintig minuten en
wordt over het algemeen verricht onder regionale
verdoving waarbij alleen de arm gevoelloos is.
De operatie wordt meestal in dagbehandeling
verricht. Dit betekent dat u, als de verdoving
is uitgewerkt, weer naar huis kunt. U krijgt dan
pijnstillers mee.
De kijkoperatie
Deze wordt in Nederland nog niet veel
gedaan. Hierbij worden twee kleine sneetjes
gemaakt waar doorheen geopereerd wordt met
speciaal instrumentarium. Het voordeel hiervan
is dat de sneetjes kleiner zijn en dus ook
kleinere littekens opleveren. Een nadeel is dat
twee procent van de operaties mislukt en dat bij
een volgende twee procent het syndroom na
verloop van tijd weer terug komt.
MOGELIJKE COMPLICATIES
Geen enkele
ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo
zijn er ook bij deze operatie de normale
risico's op complicaties van een operatie. Deze
komen gelukkig zelden voor. Bloedingen en soms
wondinfecties zijn de belangrijkste.
NABEHANDELING
Deze is voor beide
methoden hetzelfde. Het is verstandig dat u de
eerste dag(en) de arm in een draagdoek houdt.
Het drukverband dat na de operatie is aangelegd
kan na één dag worden verwijderd. Ook kunt u al
snel beginnen met oefeningen van de vingers. In
het begin gaat dit wat moeizaam maar na enkele
dagen gaat dat al veel beter. Mochten uw vingers
de dag van de operatie of de dag erna blauw en
koud worden of krijgt u veel meer pijn, dan
dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met
de Spoed Opname/Eerste Hulp afdeling van het
ziekenhuis.
WAT U OOK NOG MOET
WETEN
Het litteken aan de pols blijft
vaak langer gevoelig, met name bij druk ter
plaatse, zoals bij het steunen op de pols. De
klachten, die u tevoren had, zijn na de operatie
heel vaak meteen verdwenen. De hechtingen kunnen
na zeven tot tien dagen worden verwijderd. U
moet erop rekenen dat u lange tijd veel minder
kracht in uw duim zult hebben. Dit komt omdat de
spieren van de duimmuis, doordat de dwarse
polsband is gekliefd, aan een kant min of meer
los zijn komen te zitten.
|