DOTTER BEHANDELING VAN BLOEDVATEN |
|
WAT IS EEN DOTTERBEHANDELING ?
Dotteren is genoemd naar de Amerikaanse
hartspecialist Charles T. Dotter, die deze
procedure heeft uitgevonden. Andere benamingen
zijn ballonverwijding, ballondilatatie of
angioplastiek. Bij een dotterprocedure wordt een
vernauwing van de slagader met behulp van een
ballonnetje opgerekt. Voor deze behandeling kunt
u in aanmerking komen als de vernauwing klachten
geeft. Een vernauwing in de slagader is het
gevolg van aderverkalking (atherosclerose).
Bekende risicofactoren voor aderverkalking zijn
roken, hypertensie (hoge bloeddruk),
diabetes mellitus (suikerziekte) en een te
hoog cholesterolgehalte van het bloed (voor meer
informatie zie de folder
arterieel vaatlijden). Soms is de
vernauwing zo verkalkt dat het niet zal lukken
om deze plat te drukken. De dotterbehandeling
kan dan mislukken.
HOE WORDT EEN
DOTTER BEHANDELING UITGEVOERD ?
Voor de
dotterbehandeling is het nodig dat u kortdurend
in het ziekenhuis wordt opgenomen, gemiddeld 1
tot 2 dagen. Op de röntgenafdeling neemt de
röntgenlaborant u mee naar de onderzoekskamer.
Vervolgens gaat u op de onderzoekstafel liggen.
Beide liezen worden van te voren geschoren en
met jodium schoongemaakt. Vervolgens wordt u met
steriele groene lakens toegedekt om een infectie
te voorkomen. De radioloog en röntgenlaborant
hebben om die reden ook steriele jassen en
handschoenen aan. U krijgt in de lies een
prik voor de verdoving. Wanneer de verdoving is
ingewerkt prikt de radioloog de liesslagader
aan. Er wordt een dun slangetje, een katheter
over een geleidedraad, in de liesslagader
geschoven. Hier zult u weinig van merken. Als de
katheter op de goede plek ligt wordt de
contrastvloeistof ingespoten waardoor de
bloedvaten zichtbaar worden op de röntgenfoto.
De contrastvloeistof veroorzaakt een warm
gevoel. Dit trekt vrij snel weer weg, maar het
is heel belangrijk dat u stil blijft liggen voor
het maken van de röntgenfoto's. Dan wordt
een ballonnetje via de geleidedraad, die al in
uw bloedvat zit, opgevoerd tot aan de vernauwing
die gedotterd zal gaan worden. Als het
ballonnetje precies op de goede plaats ligt
wordt het ballonnetje tot een hoge druk
opgepompt waardoor de vernauwing in het bloedvat
wordt opgerekt. De ballon blijft dan enige
seconden tot minuten opgepompt. Dit kan wat
pijnlijk zijn. Meestal moet dit oprekken van het
bloedvat enige malen achter elkaar gebeuren om
een goed resultaat te krijgen. Sommige
vernauwingen blijven na het dotteren spontaan
terugveren. Het kan dan nodig zijn om een
'stent' op de plek van de vernauwing te
plaatsen. Een stent is een buisje van gevlochten
metaal, dat er voor zorgt dat na het dotteren
het bloedvat opgerekt blijft. Na de
dotterbehandeling wordt de geleidekatheter weer
verwijderd en wordt de prikplaats van de
slagader ongeveer 10 minuten dichtgedrukt. Tot
slot krijgt u nog een drukverband in de lies en
komt u weer in uw bed te liggen.
NA
DE DOTTERBEHANDELING
U wordt weer
teruggebracht naar de afdeling, waar u ongeveer
zes uur in bed moet blijven liggen. U krijgt
instructies van de verpleegkundige over de
gewenste bedrust. U mag na het onderzoek
gelijk weer eten en drinken. Het is belangrijk,
dat u na het onderzoek veel drinkt, zodat u de
contrastvloeistof snel kwijtraakt. Vanaf de
dag van de dotterbehandeling krijgt u medicijnen
voorgeschreven. Meestal is dit acetylsalicylzuur
(Aspirine, Ascal). Deze medicijnen remmen de
natuurlijke neiging van het atherosclerose
proces. Daarnaast moet u er voor zorgen dat de
atherosclerose zo min mogelijk toeneemt. Dit
doet u door zo gezond mogelijk te leven: niet
roken, zorg voor voldoende lichaamsbeweging en
voorkom overgewicht. Als u suikerziekte, hoge
bloeddruk of een te hoog cholesterolgehalte
heeft is behandeling hiervan noodzakelijk. Na
een of twee dagen kunt u weer naar huis. U
krijgt bij vertrek een afspraak mee voor de
polikliniek. In een aantal gevallen komt na
een dotterprocedure de vernauwing na kortere of
langere tijd weer terug. De ingreep kan dan
herhaald worden. Bij jongere mensen (onder het
zestigste jaar) is dit wat vaker nodig omdat de
vernauwing dan vaak veel elastischer is doordat
er nog maar weinig kalk in zit.
COMPLICATIES
Geen enkel onderzoek
waarbij vaten worden aangeprikt is zonder
risico's. Zo kunnen ook tijdens of na een
dotterbehandeling complicaties optreden. Er
kan een allergische reactie op het
contrastmiddel ontstaan, wanneer u overgevoelig
blijkt te zijn voor jodium. Wanneer u bekend
bent met deze overgevoeligheid, moet u dit van
te voren melden. Men kan er dan rekening mee
houden en tijdig voor het onderzoek bepaalde
medicijnen toedienen. Ondanks het
drukverband kan het gebeuren dat het gaatje in
het bloedvat weer opengaat en er een bloeding in
de lies optreedt. Hiervoor is behandeling
noodzakelijk, dit kan door langdurig afdrukken
onder echocontrole of door inspuiten van een
bloedstollend middel. Heel zelden is zelfs een
operatie nodig, waarbij het gaatje dichtgehecht
wordt. Er kan een bloedpropje in een
bloedvat in het been komen. Het is dan soms
noodzakelijk u snel te opereren om het
bloedpropje te verwijderen. Daarnaast kan na
het onderzoek een blauwe plek ontstaan in de
lies. Dit is vervelend, maar het trekt na
verloop van tijd vanzelf weg.
|