ETALAGEBENEN (VAATVERNAUWING IN DE BENEN) |
|
Deze folder geeft u een globaal overzicht van
de klachten en behandelingsmogelijkheden van
etalagebenen. Het is goed om u te realiseren dat
de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn
dan beschreven.
WAT ZIJN
ETALAGEBENEN ?
Er is bij u een
afwijking in een van de slagaders naar of in de
benen vastgesteld. Deze afwijking is het gevolg
van de afzetting van vet in de wand van de
slagader en van verkalking van de wand van de
slagader. Meestal leidt slagaderverkalking
(atherosclerose) tot vernauwing of zelfs totale
afsluiting van de slagader. Kijk voor meer
informatie in de folder
arterieel vaatlijden.
De beenspieren
hebben bij inspanning (lopen, rennen, traplopen)
veel meer bloed en zuurstof nodig dan in rust.
Vernauwing of afsluiting van een slagader naar
of in de benen heeft tot gevolg dat er minder
bloed door kan stromen. Hierdoor schiet de
bloedtoevoer en daarmee de zuurstofvoorziening
van de benen te kort. Bij een gebrek aan
zuurstof ontstaat verzuring van de spieren, die
een krampende pijn veroorzaakt. Het gevolg
daarvan kan zijn dat u na een stukje lopen pijn
krijgt in de kuit. Na korte tijd rusten zakt de
pijn af en kunt u weer een stukje verder lopen.
Dit heet claudicatio intermittens oftewel
etalagebenen, omdat het stoppen met lopen de
indruk wekt dat u in etalages kijkt.
WAT ZIJN DE KLACHTEN BIJ VAATVERNAUWING IN DE
BENEN ?
Pijn bij het lopen is het
belangrijkste verschijnsel van claudicatio
intermittens. De plaats waar de pijn optreedt
zegt iets over de plaats van de vernauwing in de
bloedvaten. De vernauwing in het bloedvat zit
altijd boven het niveau waar de pijn optreedt.
Treedt bij het lopen pijn op in de bilstreek en
het bovenbeen, dan zit de vernauwing in de
hierboven gelegen bekkenslagader (arteria
iliaca). Krijgt u bij het lopen pijn in de kuit,
dan zit de vernauwing in de slagader in het
bovenbeen (arteria femoralis). Bij een
vernauwing in een van de drie
onderbeensslagaders zit de pijn in de voet. Door
de pijn kunt u beperkt zijn in uw dagelijkse
activiteiten, dat kan zijn op het werk, bij
huishoudelijke activiteiten of tijdens sporten.
Andere klachten van een vernauwing kunnen
zijn: koude voeten, verlies van haar op de
benen, verdikte teennagels (vaak met
schimmelinfectie) en vertraagde nagelgroei. Als
gevolg van een slechtere doorbloeding kan uw
been bleek worden wanneer u het optilt en kan
het rood verkleuren wanneer u het been laat
hangen.
In een verder gevorderd stadium
van vaatvernauwing of zelfs afsluiting van de
beenslagaders kan het tekort aan bloed in uw
been ook al in rust optreden zonder dat de
spieren actief zijn. Dan heeft u zelfs 's nachts
in bed pijn. Ook kunnen wonden aan de benen
slecht genezen of zelfs spontaan ontstaan.
BEHANDELING VAN VAATAFSLUITINGEN IN DE
BENEN
Afhankelijk van de ernst van de
situatie en welke slagader het betreft, zijn er
verschillende mogelijkheden: - Een
conservatieve behandeling - Dotteren
- Een operatieve behandeling
De
conservatieve behandeling (looptraining) De
behandeling van etalagebenen is in de eerste
plaats gericht op het beperken van aanwezige
risicofactoren van atherosclerose: niet roken,
gezond eten en voldoende lichaamsbeweging. Te
hoge bloeddruk, suikerziekte en een te hoog
cholesterolgehalte zijn met geneesmiddelen te
behandelen. Roken is een risicofactor die u zelf
in de hand heeft. Ook een intensieve
looptraining hoort bij deze aanpak. Door veel te
lopen en steeds een stukje verder, kunnen op den
duur uw klachten afnemen of zelfs geheel
verdwijnen.
Dotteren Soms is de
vernauwing van dien aard dat er bekeken moet
worden of het met behulp van een ballonnetje
mogelijk is het bloedvat ter plaatse van de
vernauwing als het ware op te rekken. Hierdoor
wordt het bloedvat weer beter doorgankelijk.
Deze procedure wordt in ons land, naar de
uitvinder ervan, 'dotteren' genoemd. Het is een
weinig belastende ingreep, die soms poliklinisch
kan worden verricht (kijk voor meer informatie
in de folder
Dotterbehandeling). Alvorens een
vernauwing te kunnen dotteren moet het
betreffende bloedvat eerst beoordeeld worden
door middel van een vaatonderzoek met contrast
(angiografie). Via hetzelfde onderzoek kan
direct de vernauwing gedotterd worden.
De operatieve behandeling Vanwege de kans op
complicaties wordt in de meeste gevallen pas tot
een operatieve behandeling besloten als de
klachten dermate ernstig zijn dat dit een
operatie rechtvaardigt. Dit kan bijvoorbeeld
zijn als de klachten ook in rust aanwezig zijn
of als er niet-genezende wonden zijn. Alvorens
tot een operatie wordt overgegaan moet het
betreffende bloedvat eerst beoordeeld worden
door middel van een vaatonderzoek met contrast
(angiografie).
Er zijn verschillende
operaties mogelijk, zoals het schoonmaken van
het vat (endarteriƫctomie) ter plaatse van de
vernauwing of het langs chirurgische weg wijder
maken van de vernauwde plek. Meestal zal bij
verstopte beenslagaders een omleiding worden
gemaakt met een bypass. Hiervoor wordt gebruik
gemaakt van een vaatprothese of een ader van
uzelf. De keuze van de operatie is uiteraard van
vele zaken afhankelijk. De zwaarte van de
operatie hangt samen met de plaats in het
lichaam waar de afsluiting zit. Uw chirurg kan u
hierover gedetailleerd informeren.
MOGELIJKE COMPLICATIES
Geen enkele
ingreep is vrij van de kans op complicaties.
De Dottermethode kent gelukkig slechts
zelden ernstige complicaties, hoewel bloedingen
kunnen voorkomen op de insteekplaats. Uiteraard
is het mogelijk dat het niet lukt om het vat op
te rekken of dat de vernauwing na betrekkelijk
korte tijd toch weer opnieuw ontstaat.
Bij operaties aan de bloedvaten zijn de normale
risico's op complicaties van een operatie, zoals
wondinfectie, bloeding, trombose en longembolie,
longontsteking, blaasontsteking of hartinfarct.
Bij operaties aan een slagader zijn er
specifieke complicaties mogelijk: een nabloeding
of een afsluiting van de vaatprothese of de
gebruikte ader (trombose). Bij het optreden van
een dergelijke complicatie moet vaak opnieuw
geopereerd worden. Uiteraard wordt geprobeerd de
risico's zo klein mogelijk te houden. Daarom
wordt u voor de operatie veelal door de
internist, cardioloog of longarts volledig
onderzocht en worden vele voorzorgsmaatregelen
genomen.
Na de operatie zult u
medicijnen moeten blijven gebruiken om het bloed
dunner te houden. Na ontslag uit het ziekenhuis
zult u merken hoe zwaar de operatie is geweest.
Het kan lang duren voordat u weer helemaal de
oude bent. Als u suikerziekte, een te hoge
bloeddruk of een te hoog cholesterolgehalte
hebt, dient dat alles goed onder controle te
zijn.
Een gezonde levenswijze is heel
belangrijk, dus: absoluut niet roken, veel
lichaamsbeweging, geen overgewicht en een goed
gereguleerde bloeddruk, bloedsuiker- en
cholesterolgehalte.
|