LOKALE CORTICOSTEROÏDEN (HORMOONZALVEN) |
 |
WAT ZIJN LOKALE CORTICOSTEROÏDEN ?
Lokale corticosteroïden zijn ontstekingsremmende
zalven, crèmes, of lotions die op de huid
kunnen worden gesmeerd. Ze worden gebruikt bij
allerlei verschillende huidziekten, bijvoorbeeld
bij eczeem en bij psoriasis. Ze brengen een
ontstoken huid tot rust. Bij veel huidziekten is
de huid ontstoken: rood, warm, schilferend, en
soms beschadigd. Door er een corticosteroïd
crème op te smeren verdwijnen deze
ontstekingsverschijnselen en herstelt de huid
weer. Binnen de dermatologie zijn de lokale
corticosteroïden het meest gebruikte product. Ze
hebben een onmisbare plaats bij de behandeling
van huidziekten. Zeer veel patiënten hebben
dankzij de corticosteroïden weer een leefbaarder
bestaan gekregen.
HOE WERKEN
LOKALE CORTICOSTEROÏDEN ?
Lokale
corticosteroïden zijn veelzijdig en krachtig: ze
remmen ontsteking, ze remmen de versnelde
celdeling die bij sommige huidziekten zoals
psoriasis een rol speelt, ze verminderen de
roodheid, en ze verminderen de jeuk.
Corticosteroïden zorgen ervoor dat de
verschijnselen van een huidaandoening
verminderen of verdwijnen, maar de oorzaak van
de aandoening wordt er niet door weggenomen. Het
is niet te voorspellen hoe lang het effect
aanhoudt. Soms werkt het maar even, en soms
werkt het heel lang of komen de klachten
helemaal niet meer terug.
WAAR KOMT
DE NAAM VANDAAN EN WAT HEEFT HET MET HORMONEN TE
MAKEN ?
Het lichaam zelf maakt ook
corticosteroïden aan, deze worden gemaakt in de
bijnier. Het gedeelte van de bijnier waar ze
geproduceerd worden, heet de bijnierschors. De
medische term daarvoor is cortex,
corticosteroïden zijn dus steroïden die in de
cortex worden gemaakt. Een andere naam voor deze
stoffen is bijnierschorshormonen. Daar komt de
naam hormoonzalf vandaan.
ZIJN
CORTICOSTEROÏDEN VEILIG ?
Corticosteroïdzalven zijn veilig, maar hebben
toch bij velen een slechte naam. Dat komt omdat
er in de beginperiode, toen deze middelen net op
de markt kwamen (inmiddels tientallen jaren
geleden) te lang gesmeerd werd en met te sterke
middelen. Hierdoor zijn toen onnodig veel
bijwerkingen opgetreden. Vanwege deze
mogelijke bijwerkingen, die allemaal in de
bijsluiters staan, en vanwege de negatieve
reacties en onduidelijke angsten die de naam
'hormoonzalf' oproept, zijn veel patiënten
huiverig om de corticosteroïden te gebruiken.
Dit geldt vooral voor ouders van kleine kinderen
met eczeem. Dit is ten onrechte: zoals de
corticosteroïden nu voorgeschreven worden, niet
te sterk, niet te lang, is er geen gevaar. De
schade die het eczeem aanricht aan de huid is
veel erger dan de bijwerkingen die kunnen
ontstaan door corticosteroïden. Wie ze niet
gebruikt, of te weinig, doet zichzelf of zijn
kind ernstig tekort.
WELK
CORTICOSTEROÏD PREPARAAT WORDT HET MEEST
GEBRUIKT ?
Dit hangt af van de
huidziekte en van de plek waar het zit. Voor een
droge huid is bijvoorbeeld een vette zalf nodig,
voor een nattende huid een crème, en voor het
behaarde hoofd een lotion. Voor een dunne huid,
en in de huidplooien, en bij kinderen is een
licht werkend corticosteroïd voldoende, maar
voor een dikke huid, bijvoorbeeld de handpalmen
en de voetzolen, is het sterkste preparaat
nodig. Ook kan men in het begin een sterk
corticosteroïd gebruiken, elke dag, en als het
beter gaat overschakelen naar een lichtere, of
het nog maar een paar dagen van de week
gebruiken.
WELKE VERSCHILLENDE
STERKTEN CORTICOSTEROÏDEN ZIJN ER ?
De
lokale corticosteroïden worden naar sterkte
ingedeeld in 4 klassen: klasse 1 is het lichtste
corticosteroïd, en klasse IV is het sterkst.
 |
 |
 |
 |
Klasse 1 (licht) |
Klasse 2 |
Klasse 3 |
Klasse 4 (sterk) |
Klasse I |
stofnaam
|
merknaam:
|
hydrocortisonacetaat
1% |
hydrocortisoncrème, hydrocortisonzalf
|
Klasse II |
triamcinolonacetonide 0.1% |
triamcinoloncrème, triamcinolonzalf
|
flumethasonpivalaat 0.02% |
Locacorten crème |
Klasse II-III |
hydrocortison-17-butyraat 0.1% |
Locoid crème,
emulsie, vetcrème, oleogel, scalplotion |
fluticason 0.05% |
Cutivate crème, Cortifil crème |
fluticason 0.005% |
Cutivate zalf |
Klasse
III |
betamethason-17-valeraat 0.1% |
Betnelan crème, zalf, huidemulsie, scalplotion
|
momethason 0.1% |
Elocon crème, zalf, lotion
|
desoxymethason
0.25% |
Ibaril crème, Topicorte lotion |
Klasse III-IV |
betamethasondipropionaat 0.05%
|
Diprosone crème, zalf, scalplotion
|
Klasse IV |
clobetasol-17-propionaat 0.05% |
Dermovate crème, zalf, scalplotion, Clarelux
schuim, Clobex shampoo, Eczoria crème |
betamethasondipropionaat 0.05%
|
Diprolene
hydrogel, zalf |
HOE MOET IK
DE CORTICOSTEROIDEN GEBRUIKEN ?
Dit
verschilt per huidziekte, volg de aanwijzingen
op van uw arts. In de bijsluiter staat
meestal dat u de crème of zalf 1 of 2 keer per
dag moet aanbrengen. Vaak is 1 keer per dag al
genoeg, soms wordt er in het begin 2 x daags
aanbrengen geadviseerd. Als het beter gaat
met de huidziekte kan de behandeling worden
aangepast. Dat kan door een minder sterke zalf
te gaan gebruiken, maar het kan ook door nog
maar een paar dagen van de week de huid in te
smeren, bijvoorbeeld 3 tot 5 achtereenvolgende
dagen per week. De andere 2 tot 4 dagen per week
smeert men niets of een basiscrème of zalf. De
ervaring leert dat het gedurende enkele
opeenvolgende dagen per week smeren even goed
werkt als elke dag insmeren. En het is veiliger,
omdat u in totaal minder gebruikt per week.
Een dunne laag aanbrengen is voldoende, het
heeft geen zin om meer te smeren. Als er teveel
corticosteroïden worden gebruikt, kunnen er
bijwerkingen optreden. Dat kan voor klasse II en
III preparaten gebeuren als u meer dan 100 gram
per week gebruikt, en bij klasse IV als u meer
dan 50 g per week gebruikt. Soms is het toch
nodig, als u een ernstige huidziekte hebt, of op
een groot oppervlak, om deze hoeveelheden per
week te overschrijden. Voor de klasse I
preparaten geldt geen maximum per week. Bij
kinderen worden veel kleinere hoeveelheden
corticosteroïden per week gebruikt, en meestal
niet sterker dan klasse III. De huid van kleine
kinderen neemt de corticosteroïden veel beter
op, dus het is niet nodig om sterke preparaten
te gebruiken.
WAT ZIJN DE
BIJWERKINGEN ?
Lokale bijwerkingen
Lokaal wil zeggen dat bijwerkingen optreden op
de plaats waar het corticosteroïd gesmeerd
wordt.
- De huid kan er dunner van
worden. Dit heet atrofie. - Er kunnen striae
(strepen, striemen) ontstaan. - Er kunnen
kleine rode vaatverwijdingen ontstaan. -
Haartjes kunnen harder gaan groeien. - In het
gezicht kan een acneachtige huiduitslag ontstaan
(pukkeltjes).
Deze lokale bijwerkingen
treden alleen op wanneer corticosteroïdzalven
langdurig (maanden tot jaren) dagelijks gesmeerd
worden. Vooral plekken waar de huid dun is zijn
gevoelig voor bijwerkingen, zoals het gezicht,
maar ook de uitwendige geslachtsdelen en de huid
van de lichaamsplooien (oksels, liezen).
Na hoeveel tijd lokale bijwerkingen zullen
optreden hangt af van de sterkte van het
corticosteroïdpreparaat en van de hoeveelheid
die per week gebruikt wordt. Een klasse I
preparaat veroorzaakt zelden lokale
bijwerkingen, een klasse IV preparaat soms al na
enkele weken tot maanden.
Het optreden
van atrofie (dunnere huid) gebeurt geleidelijk.
In de beginfase zal de huid zich nog kunnen
herstellen. Pas wanneer het preparaat maanden
tot jaren achtereen wordt gebruikt, wordt de
huid echt onherstelbaar beschadigd.
Wanneer in de onderhoudsfase intervalbehandeling
toegepast wordt, treden lokale bijwerkingen
vrijwel nooit op, ook niet na lange tijd.
Soms kan een allergie ontstaan voor
corticosteroïdpreparaten. Aan deze mogelijkheid
moet worden gedacht als een huidaandoening,
tegen de verwachting, niet verbetert door het
gebruik van een corticosteroïd. Een allergie
voor corticosteroïden kan worden onderzocht door
middel van allergietesten.
Systemische bijwerkingen Systemische
bijwerkingen zijn algemene bijwerkingen. Deze
ontstaan doordat de corticosteroïden die op de
huid worden aangebracht, door de huid heengaan
en in het bloed terechtkomen.
- Het
gezicht kan dikker worden - Er kan
botontkalking optreden - De eigen
bijnierschors kan stoppen met het aanmaken van
bijnierschorshormonen - Er kunnen oogklachten
ontstaan (staar en verhoogde oogboldruk) -
Bij kinderen die heel veel corticosteroïden
gebruiken kan groeiremming optreden.
Bij volwassenen treden deze systemische
bijwerkingen zelden op. Kinderen zijn gevoeliger
voor systemische bijwerkingen, omdat ze in
verhouding tot hun gewicht een relatief groot
lichaamsoppervlak hebben. Bovendien is hun huid
dun, zodat meer van het hormoon door de huid
heen gaat.
|