NECROBIOSIS LIPOIDICA |
|
WAT IS NECROBIOSIS LIPOIDICA ?
Necrobiosis lipoidica is
een ongevaarlijke huidafwijking die meestal
zomaar ontstaat aan de onderbenen, vooral aan de
voorkant, op het scheenbeen. Het is een vlekje
met een lichtbruine of geelbruine kleur,
appelmoeskleurig wordt ook wel gezegd. De huid
is ter plaatse ook wat dun, en meestal zijn er
enkele verwijde bloedvaatjes in te zien. Het
begint als een klein vlekje, 1 tot 2 cm in
doorsnede, en kan langzaam groter worden. Bij de
meeste mensen wordt het niet groter dan een cm
of 5 in doorsnede. Het is vooral een cosmetisch
probleem. Soms is de huid in de plek verminderd
gevoelig of zelfs gevoelloos.
|
|
|
necrobiosis lipoidica |
necrobiosis lipoidica |
necrobiosis lipoidica |
HOE
ONTSTAAT HET ?
Het is niet bekend wat de
oorzaak is van necrobiosis lipoidica. Het is
geen infectie, het is niet besmettelijk, en het
is ook niet kwaadaardig. Onder de huid is een
milde, chronische ontsteking gaande. Onder de
microscoop is te zien dat de bindweefselvezels
(collageenvezels) van de huid worden aangevallen
en afgebroken door cellen behorende tot het
normale afweersysteem van de huid (witte
bloedcellen). Gespecialiseerde cellen
(macrofagen) ruimen de resten van deze
bindweefselvezels op. Zo'n ontstekingsreactie
wordt ook wel een granulomateuze ontsteking
genoemd. De term necrobiosis geeft aan dat er
weefsel afsterft (necrobiosis = afsterven), de
term lipoidica (lipo = vet) slaat op het beeld
wat onder de microscoop kan worden gezien: op
vetcellen lijkende schuimcellen. Soms wordt
necrobiosis lipoidica gezien bij patiënten met
suikerziekte. Ook dat is niet goed te verklaren.
Vanwege de plek waar het meestal zit, de
scheenbenen, wordt vermoed dat het misschien
door stoten van het been ontstaat. Het kan
namelijk ook op andere plekken ontstaan waar de
huid beschadigd is, bijvoorbeeld in een
operatielitteken.
WIE KRIJGT HET ?
Necrobiosis lipoidica kan op elke leeftijd
ontstaan, van oud tot jong. De gemiddelde
leeftijd is 30 jaar. Het komt drie keer zo vaak
voor bij vrouwen dan bij mannen. Het komt vaker
voor bij het blanke ras. Patiënten met
suikerziekte hebben een verhoogde kans op het
krijgen van necrobiosis lipoidica. Ook roken
wordt genoemd als risicofactor.
MOET IK GECONTROLEERD WORDEN OP SUIKERZIEKTE ALS
IK NECROBIOSIS LIPOIDICA HEB ?
Ja. Er
bestaat een duidelijke relatie met suikerziekte
(diabetes). Vroeger dacht men dat ongeveer de
helft van de necrobiosis lipoidica heeft, en
daarom werd het ook wel necrobiosis lipoidica
diabeticorum genoemd. Recente studies tonen aan
dat het niet de helft is, maar beduidend minder.
Ongeveer 11% van de patiënten waarbij
necrobiosis lipoidica is vastgesteld blijkt
diabetes te hebben. En nog eens 11% blijkt een
aanleg te hebben voor diabetes (heeft een
gestoorde glucose tolerantie test) of krijgt
later alsnog diabetes (in de 15 jaar na het
ontstaan van de necrobiosis lipodica). Omgekeerd
blijkt dat 0.3% van de patiënten met
suikerziekte een necrobiosis lipoidica plek
hebben. Dat is 3 op de 1000 suikerpatiënten, en
dat is veel meer dan in de gewone bevolking,
waar necrobiosis lipoidica toch een zeldzame
aandoening is. Bij jonge patiënten met
suikerziekte type I komt het nog wat vaker voor
(2.3%).
Daarom moet altijd de glucose
waarde in het bloed worden bepaald. Het
betrouwbaarst is dat te doen door 's ochtends
vroeg, voor het ontbijt naar het laboratorium te
gaan (de nuchtere glucose bepaling). Voor de
zekerheid is het verstandig om na 1 jaar en na 2
jaar dat nog eens te laten bepalen (dat kan via
de huisarts).
HOE WORDT DE DIAGNOSE
GESTELD ?
De diagnose wordt meestal op
het oog gesteld. De dermatoloog kan aan de hand
van hoe de plek er uitziet al met grote
zekerheid zeggen dat het necrobiosis lipoidica
is. Soms is er twijfel, er zijn namelijk ook nog
andere huidaandoeningen die er op kunnen lijken.
In dat geval kan een huidbiopt de diagnose
bevestigen. Onder lokale verdoving wordt er een
klein stukje huid afgenomen en ingestuurd naar
het pathologisch laboratorium. Daar kan onder de
microscoop de typische ontsteking worden gezien
met aantasting van de bindweefselvezels. Een
huidaandoening die sterk lijkt op necrobiosis
lipoidica is granuloma annulare, dat ook aan de
onderbenen voorkomt, maar meer ringvormig is.
KUNNEN ER PROBLEMEN ONTSTAAN DOOR
NECROBIOSIS LIPOIDICA ?
Meestal niet,
afgezien van het cosmetisch probleem. Jeuk en
pijn kunnen voorkomen in de fase waarin de plek
groeit. Soms worden de plekken groot, enkele
tientallen cm in doorsnede. Bij een klein deel
van de patiënten (circa 10%) kan er in een
necrobiosis lipoidica plek spontaan een wond
ontstaan, een zweer. Dat komt omdat de
ontsteking die bij necrobiosis lipoidica hoort
de bindweefselvezels aantast. Deze zweren kunnen
moeilijk te genezen zijn en een litteken
achterlaten. Een ander zeldzaam probleem, dat
alleen optreedt bij langdurig (jarenlang)
bestaande plekken is het ontstaan van een
bepaalde vorm van huidkanker (plaveiselcelcarcinoom)
in een necrobiosis lipoidica zweer. Deze
problemen worden hier genoemd voor de
volledigheid, maar het is goed om te beseffen
dat dit zeer zelden gebeurt. Bij de meeste
patiënten blijft het probleem beperkt tot een
klein bruingeel plekje dat geen klachten
veroorzaakt.
|
|
zweer
in necrobiosis plek |
zweertje
in necrobiosis plek |
BEHANDELING
Necrobiosis lipoidica is moeilijk te
behandelen. De meeste behandelingen zijn er op
gericht om de ontsteking die gaande is onder de
huid te remmen. Dus worden ontstekingsremmende
behandelingen gegeven, zoals lokale
corticosteroïd crèmes of zalven. Dat moeten
sterke corticosteroïden zijn, anders werkt het
niet. De werking kan worden bevorderd door de
crème aan te brengen onder een speciale
afsluitende (occlusieve) pleister. Ook kunnen
corticosteroïden als oplossing worden
ingespoten. Dan komt het wat dieper in de huid,
waar ook de ontsteking zit. Het nadeel is dat
dit pijnlijk is. Een ander probleem van de
corticosteroïden is dat de huid er bij langdurig
gebruik dunner van kan worden. En de huid bij
necrobiosis lipoidica, is al dun, door de ziekte
zelf. Toch is het vaak nodig om ze toe te
passen, het is de eerste keuze. De
corticosteroïden kunnen ook in de vorm van
tabletten worden gegeven (prednison). Dat zal
alleen worden overwogen bij uitgebreide vormen
van necrobiosis lipoidica, of wanneer er wonden
in ontstaan. Liever geeft men echter geen
prednison, vooral niet aan patiënten met
diabetes of met een aanleg voor diabetes, omdat
de suikerspiegels hierdoor kunnen stijgen.
Naast de behandeling met corticosteroïden worden
ook nadere ontstekingsremmende behandelingen
toegepast, zoals lichttherapie, hormoon-vrije
ontstekingsremmende zalven zoals Protopic
(tacrolimus), of ontstekingremmers in tablet
vorm. Vaak zullen er meerdere producten
uitgeprobeerd moeten worden op zoek naar een
middel dat werkt en dat geen of weinig
bijwerkingen heeft. Omdat necrobiosis lipoidica
een zeldzame aandoening is, zijn er niet zo veel
studies gedaan naar het effect van deze
geneesmiddelen.
Als er een wond ontstaat
is het belangrijk om alle omstandigheden die de
wondgenezing kunnen bevorderen optimaal te
maken. Necrobiosis lipoidica zweren zijn
moeilijk te genezen, hiervoor moet u worden
doorverwezen naar een dermatoloog met ervaring
in het behandelen van chronische wonden.
Allerlei maatregelen kunnen nodig zijn,
variërend van moderne wondbedekkers,
antibiotica, elastische kousen, tot opname in
het ziekenhuis voor huidtransplantatie.
|