OPEN BEEN - BEHANDELING |
 |
WAT IS HET ? Een
open been of "ulcus cruris" is een open plek of
zweer aan het onderbeen. De normale huid is op
een dergelijke plaats verdwenen, zodat een
meestal grillig begrensde open plek bestaat die
vaak met een geelbruin beslag of een korst is
bedekt. De bodem kan in het begin ook zwart zijn
(afgestorven huid). Tijdens de behandeling wordt
de kleur weer normaal rood. De gezonde huid
groeit vanuit de randen en soms ook vanuit de
bodem weer aan. Voordat de open plek ontstaat,
zijn er meestal al langdurig afwijkingen in de
omgeving aanwezig, zoals vochtophopingen om de
enkels (oedeem), spataderen en bruine
verkleuringen.
HOE ONTSTAAT HET ?
De oorzaak van het open been
berust meestal op een stoornis van de
bloedsomloop. Het hart pompt, via de slagaderen
(arteriƫn), bloed naar de weefsels in het
lichaam. Dit bloed is voorzien van zuurstof en
voedingsstoffen, nodig voor de groei en werking
van de weefsels. De slagaderen vertakken zich in
steeds kleinere bloedvaatjes. De allerkleinste
heten haarvaten. Bij deze haarvaten worden de
zuurstof en voedingsstoffen uit het bloed
gehaald en opgenomen in de weefsels. De
haarvaten bundelen zich tot aderen (venen) en
het bloed, nu arm aan zuurstof en
voedingsstoffen, wordt teruggevoerd naar het
hart. Een open been kan
ontstaan door een stoornis in het aanvoerende,
slagaderlijke systeem of door een afwijking in
het afvoerende, aderlijke systeem.
In het eerste geval is er sprake van
vernauwing van de slagaderen, zodat er te weinig
zuurstof en voedingsstoffen in de weefsels
komen, waardoor deze afsterven. Dit leidt tot
zeer pijnlijke open plekken die in het algemeen
moeilijk genezen. Meestal bevinden deze open
plekken zich aan de voeten en tenen.
De meest voorkomende oorzaak van een open
been is een afwijking in het aderlijk stelsel,
dus een afvoerstoornis. Hierbij wordt het bloed
onvoldoende afgevoerd, hetgeen leidt tot
opeenhoping van bloed (stuwing). In staande
houding moet het bloed in de aderen, tegen de
zwaartekracht in, naar boven worden gepompt. Dit
gebeurt voornamelijk door de spieren van de
kuit. Lopen is daarom uitstekend, maar lang
staan of zitten is slecht voor de bloedafvoer
door de aderen. In de aderen zijn kleppen
aanwezig die in verticale houding het
terugstromen van het bloed naar de voeten
verhinderen. Als deze kleppen niet meer goed
afsluiten, stroomt het bloed gemakkelijk terug,
zodat de druk in de aderen en haarvaatjes
toeneemt. Door de stagnatie in de bloedsomloop
loopt de voeding van de weefsels gevaar. De huid
wordt kwetsbaarder en er ontstaat gemakkelijk
een open been. De beschreven afwijkingen in
het aderlijke (veneuze) systeem zijn meestal van
blijvende (chronische) aard. Als de kleppen
eenmaal kapot zijn, kunnen ze niet meer worden
hersteld. Het gebrekkig functioneren van de
kleppen in het aderlijke systeem heet
insufficiƫntie. Deze folder gaat voornamelijk
over deze stoornissen in de afvoerende
bloedvaten. WAT ZIJN
DE VERSCHIJNSELEN ? Een
moe, zwaar gevoel in de benen is vaak het eerste
verschijnsel van een afvoerstoornis van de
bloedvaten. In de loop van de dag worden de
enkels dikker door vochtophoping (oedeem). Na
verloop van tijd worden uitgezette adertjes en
spataderen zichtbaar. Er kunnen bruine
verkleuringen en eczeemplekken ontstaan. Ook
kunnen onderhuidse verhardingen optreden.
Uiteindelijk ontstaat er een zweer: een open
been. De zweer is meestal niet pijnlijk, maar
kan wel stinken en veel vocht produceren,
waardoor men niet overal kan gaan en staan waar
men wil. De open plekken bevinden zich in de
regel rond of boven de enkels. Een vroeger
doorgemaakte verstopping van de aderen
(trombose) vormt de belangrijkste oorzaak van
het niet meer goed sluiten van de kleppen.
Trombose in het verleden behoeft overigens niet
altijd opgemerkt te zijn, omdat sommige
aderlijke trombosen zonder veel klachten
verlopen. WAT IS DE
BESTE BEHANDELING ? Het
belangrijkste deel van de behandeling van het
open been is de bloedafvoer vanuit het been naar
het hart te bevorderen. De voeding in het
onderbeen verbetert en de open plek gaat dicht.
Dit kan worden bereikt door het aanleggen van
speciale drukverbanden.
In de regel is
deze behandeling een poliklinische
aangelegenheid, die zowel door de huisarts als
door de huidarts wordt toegepast. Het verband
moet een stevige druk op het been uitoefenen en
wordt vanaf de voorvoet tot aan de knie
aangelegd. De druk is om de enkel het grootst en
neemt naar de knie geleidelijk af. Op die manier
wordt het terugvallen van het bloed tegengegaan
en wordt tijdens kuitspierbewegingen het bloed
naar boven gepompt. Het verband heeft dan ook
alleen voldoende werking als de kuitspieren
worden gebruikt, dus lopen is noodzakelijk. Het
verbandmateriaal is meestal weinig rekbaar,
omdat dit in combinatie met de van nature
aanwezige zogenaamde kuitspierpomp een goed
effect heeft op de bloedcirculatie. Elastisch
materiaal kan ook worden gebruikt, maar moet
vaak 's nachts worden verwijderd omdat het in
horizontale houding kan gaan knellen. Dit in
tegenstelling tot weinig rekbaar verband dat tot
enkele weken kan blijven zitten. De totale duur
van de verbandbehandeling varieert van enkele
weken tot vele maanden. Bij een juiste
verbandtechniek zijn de risico's zeer gering.
Langdurig rusten met het been op een stoel of in
bed, zoals dat vroeger gebeurde, is niet juist,
omdat de kuitspieren niet worden gebruikt.
Bovendien worden spieren en gewrichten stijf en
neemt de kans op een (hernieuwde) trombose toe.
Wanneer erg veel pijn bestaat kan een korte
rustperiode gewenst zijn. Het sluitstuk van
de behandeling van een open been, veroorzaakt
door een afvoerstoornis, vormt het dragen van
een elastische kous. Het doel is nieuwe open
plekken te voorkomen. De kousen moeten blijvend
worden gedragen. Het elastiek slijt zodat de
druk na verloop van tijd onvoldoende wordt. Het
been wordt dan dikker en er kan weer een nieuwe
open plek ontstaan. Geregeld moeten daarom
kousen worden vernieuwd. Slechts in
uitzonderingsgevallen kan worden besloten tot
ziekenhuisopname. Dit is het geval als
bijvoorbeeld het open been nog niet is genezen
na enkele maanden behandeling.
PIJN Bij pijn mag u
Paracetamol 500 mg innemen, tot maximaal 6
tabletten per dag. Deze pijnstiller is zonder
recept verkrijgbaar. Bij sommige grote
drogisterij-ketens is Paracetamol zeer goedkoop.
WAT KAN MEN ZELF NOG DOEN ?
Beweeg veel (lopen, fietsen, zwemmen) en
draag daarbij een elastische kous (ook bij warm
weer). Dat is de belangrijkste leefregel. Juist
op warme dagen is de kous vaak het hardst nodig.
Voorkom overgewicht. Vermijd knellende
kledingstukken als strakke broeken, elastieken
banden e.d. Zorg voor gemakkelijk schoeisel.
Hoge hakken verhinderen een goede pompwerking
van de kuitspieren. Leg de benen omhoog bij
langdurig zitten. Zo nodig kan ook het
voeteneinde van het bed iets worden verhoogd,
mits men daardoor niet kortademig wordt.
Al deze maatregelingen zullen zeker meehelpen
vochtophoping en het zware, vermoeide gevoel in
de benen te voorkomen. Desondanks blijft het
mogelijk dat er in de toekomst toch weer opnieuw
een open been ontstaat. De werkelijke oorzaak -
het niet sluiten van de kleppen en de aderen -
is soms niet te verhelpen.
NOG ENIGE OPMERKINGEN De
arts zal samen met u en de verpleegkundige de
wondbehandeling en de zwachtelmethode bespreken.
Tevens wordt u de noodzaak van het dragen van
een drukverband uitgelegd. Als uw wond
verzorgd en uw been gezwachteld is, zal de
verpleegkundige uw verdere zorg met u plannen.
De wondverzorging en het verwisselen van de
zwachtels vindt in de meeste gevallen 1x per
week plaats. De verpleegkundige maakt met u
de afspraken en zal proberen u tijdens de gehele
behandelingsperiode te begeleiden. Bij problemen
kan de arts altijd in consult geroepen worden.
Indien het voor u een bezwaar is
om 1x per week naar de polikliniek te komen,
bestaat de mogelijkheid de Thuiszorg
(wijkverpleging) in te schakelen. Dit kunt u
overleggen met de verpleegkundige op de
polikliniek. Wanneer u
tussen 2 bezoeken in veel pijn krijgt of vragen
heeft, neem contact op met de polikliniek.
|