SYFILIS |
|
WAT IS SYFILIS ?
Syfilis
(ook wel lues genoemd) is een ernstige soa (seksueel
overdraagbare aandoening). Als je er op tijd bij
bent is het goed te genezen. De ziekte wordt
veroorzaakt door een bacterie. Die nestelt zich
in de vagina, de penis of de anus en soms in de
mond. Waar de infectie zit, is afhankelijk van
de manier waarop je hebt gevreeën. De
bacterie kan zich later via het bloed door het
gehele lichaam verspreiden.
VERSCHIJNSELEN BIJ MANNEN EN VROUWEN
Zweertje op de geslachtsdelen
Twee tot twaalf weken na infectie met
syfilis ontstaan op de plaats waar je
geïnfecteerd bent, één of meer zweertjes.
Dit kan op of in de penis, vagina, anus of mond
zijn. Het zweertje kan ongeveer een centimeter
groot worden, voelt hard aan en doet meestal
geen pijn. Het zweertje is soms moeilijk te
zien, omdat het in de vagina of in de anus kan
zitten. De lymfeklieren in de buurt van het
zweertje zijn opgezet. Ook zonder behandeling
verdwijnt het vanzelf binnen twee à drie weken.
De ziekte is echter niet weg. Enkele weken tot
maanden later treedt het tweede stadium van de
ziekte in. De bacterie is dan via de bloedbaan
door het hele lichaam verspreid.
|
|
|
wondje |
zweertje |
zweertje op de tong |
Je kunt dan de volgende verschijnselen krijgen:
- Vlekjes op de huid over het hele lichaam,
vooral op de handpalmen en voetzolen. Ook deze
vlekjes zijn niet altijd duidelijk zichtbaar en
verdwijnen vanzelf. De ziekte verdwijnt echter
niet; - Grieperig gevoel: hoofdpijn, keelpijn,
moeheid, temperatuurverhoging; - Haaruitval,
waardoor kale plekken op het hoofd ontstaan;
-
Oogklachten met oogbolontsteking en
gezichtsverlies; - Een soort wratjes in de
buurt van de geslachtsdelen of de anus.
|
|
vlekjes romp |
vlekjes handpalmen |
MOGELIJKE GEVOLGEN BIJ MANNEN EN VROUWEN
Als je tijdens de eerste twee
stadia van syfilis niet bent behandeld, kom je
in het ‘zogenaamde’ sluimerstadium. De
bacteriën zijn nog steeds in het lichaam
aanwezig zonder dat de patiënt er iets van hoeft
te merken. Het eerste jaar en mogelijk ook het
tweede jaar kan je de ziekte wel doorgeven aan
anderen. In dit stadium is de ziekte alleen met
bloedonderzoek aan te tonen. Later, vaak na
jaren, kunnen verschillende organen beschadigd
raken: het hart en de aorta (vaatveranderingen),
de hersenen (geestelijke achteruitgang), het
ruggenmerg (waardoor verlammingsverschijnselen
kunnen optreden),en de botten (ontsteking).
Iemand kan dan pas ontdekken ooit besmet te zijn
geraakt zonder dat er eerder duidelijke tekenen
van besmetting waren. Dat risico is nu kleiner
dan voor de Tweede Wereldoorlog, toen er nog
geen goede antibiotica waren, omdat veel mensen
wel eens een antibioticum kuur krijgen (voor
iets anders dan syfilis), waardoor ook (bij
toeval) de syfilis bacterie gedood wordt.
ONDERZOEK
Om syfilis aan te tonen
neemt de arts bloed af en maakt eventueel een
uitstrijkje van het vocht uit het zweertje. De
arts zal in overleg met jou ook een bloedtest
aanvragen op een eventuele HIV-infectie (de
veroorzaker van AIDS). Meestal moet je
ongeveer een week wachten op de uitslag. Het kan
zijn dat het eerste bloedonderzoek geen
afwijkingen aantoont en dat je moet terugkomen
voor een tweede onderzoek. Uiterlijk drie
maanden na onveilig seksueel contact kan met
zekerheid worden uitgesloten of je
geïnfecteerd bent. Bij de eerste
zwangerschapscontrole wordt het bloed op syfilis
onderzocht. Een syfilisinfectie kan namelijk
tijdens de zwangerschap via de placenta worden
overgedragen op het ongeboren kind. Als de
infectie snel behandeld wordt, kan dat worden
voorkomen.
BEHANDELING
De
behandeling bestaat uit één of enkele
penicilline-injecties. Na de eerste injectie(s)
kan er een grieperige reactie optreden
veroorzaakt door het dood gaan van de syfilis
bacteriën. Na de laatste injectie moet je nog
enkele keren gedurende 1-2 jaar terugkomen voor
bloedonderzoek en controle van eventuele
klachten. Deze nacontroles zijn erg
belangrijk, zeker bij HIV-geïnfecteerde
personen. Als je alle benodigde injecties hebt
gehad, kun je een ander niet meer infecteren.
Pas dan is seksueel contact weer zonder
risico. Tijdens de behandeling is het beter om
geen seks te hebben. Zo voorkom je, dat
jij en je partners elkaar weer blijven
besmetten. Als je toch wilt vrijen, gebruik dan
een condoom.
Het is belangrijk om na te
gaan met wie je sinds de infectie seksueel
contact hebt gehad. Als de infectie in het
sluimerstadium is en er waren vooraf geen
duidelijke klachten, is het in ieder geval van
belang dat je eventuele vaste partner en
eventueel ook je kinderen worden onderzocht.
|