Een spatader is een
ader die verwijd is en daardoor duidelijk
zichtbaar is op de huid, of voelbaar is onder de
huid. Spataderen zijn meestal blauw
doorschemerend en kronkelig, en zitten vooral
aan de benen. Spataderen komen heel vaak voor,
ze behoren tot de top tien van klachten waarvoor
mensen naar de huisarts gaan. Ze komen meer voor
bij vrouwen dan bij mannen. De medische naam
voor spataderen is varices.
Spataderen
zijn er in allerlei soorten en maten:
Kleine spataderen (takkenbosvenen)
Grote spataderen (grote zijtakken)
Grote spataderen (stamaderen)
WAT IS DE FUNCTIE VAN ADEREN ?
Aderen (venen) zijn de bloedvaten die zorgen
voor de terugstroom van het bloed naar het hart.
De slagaderen (arteriën) brengen het bloed van
het hart naar de benen, en via de aderen vloeit
het weer terug naar het hart. Aan de buitenkant
van het been zit een heel netwerk van
oppervlakkige aderen waardoor het bloed
terugstroomt naar boven. Binnen in het been,
tussen de spieren in zitten ook grote
aderen waardoor het bloed terugstroomt. In al
deze aderen zitten klepjes. Deze klepjes zorgen
ervoor dat het bloed gemakkelijk kan
terugstromen van de tenen naar het hart. Als u
loopt of uw beenspieren beweegt, dan worden de
aderen leeg geknepen, en door de klepjes kan het
bloed maar één kant op, omhoog.
Als de kleppen niet goed meer werken of kapot
zijn, dan vloeit het bloed minder makkelijk
terug naar het hart. Hierdoor raken de vaten
gestuwd, ze worden wijder, voller, kronkelig: zo
ontstaan spataderen.
WAAR IN
HET BEEN ZITTEN DE ADEREN ?
Het
aderstelsel van de benen bestaat uit het
oppervlakkige en het diepe systeem. Het
oppervlakkige systeem bestaat uit zeer veel
kleine aders die het been als een net omhullen.
Ongeveer 10% tot 20% van het bloed uit de
oppervlakkige aders verzamelt zich in de grote
stamaders (de zogenaamde vena saphena magna
(VSM) en de vena saphena parva (VSP)). Deze 2
stamaders monden uit in het diepe systeem,
respectievelijk ter hoogte van de lies en ter
hoogte van de knieholte. Het bloed wordt ook via
verbindingsaderen (perforerende aderen) van het
oppervlakkige naar het dieper liggende systeem
vervoerd. Dit diepe systeem verzorgt het
grootste deel (90%) van de afvoer van het bloed
vanuit de benen en is onzichtbaar ingebed in de
beenspieren.
De aderen in het been. De
lichtblauwe vaten zijn het diepe systeem, de
donkerblauwe vaten zijn het oppervlakkige systeem. Bij de patiënt links op
de foto zijn alle kleppen die in de grote
stamader van het bovenbeen
hadden moeten zitten kapot gegaan. Hierdoor
ontstaat een enorme spatader.
WAARDOOR ONTSTAAN SPATADEREN ?
Spataderen ontstaan meestal doordat de klepjes
in de aderen niet goed meer sluiten. Als de
aderen wijder worden in de loop van het leven,
sluiten de klepjes minder goed. Ook kunnen de
kleppen kapot gaan door een doorgemaakte
trombose. Als de kleppen niet meer goed werken
stroomt het bloed niet goed terug naar het hart
en neemt de druk in de ader toe. Hierdoor zet de
ader uit. Door deze uitzetting gaan de kleppen
verderop ook niet goed meer dicht, waardoor het
proces verder voortschrijdt.
Aanleg Het hebben van veel spataderen komt in families
voor. Erfelijke factoren spelen dus een rol.
Soms bestaat er een aangeboren zwakte van
het steunweefsel rond de aderen waardoor
spataderen kunnen ontstaan. Soms zijn de kleppen
in de aderen niet goed aangelegd of ontbreken ze
helemaal.
Hormonale factoren Dat
vrouwen vaker last hebben van spataderen wordt
toegeschreven aan de invloed van vrouwelijke
hormonen, maar ook aan gebruik van de
anticonceptiepil, en eventuele doorgemaakte
zwangerschappen.
Zwangerschap Tijdens de zwangerschap wordt onder invloed van
de zwangerschapshormonen het bindweefsel overal
zwakker, hierdoor kunnen aderen gemakkelijker
uitzetten. Daarnaast worden de vaten gestuwd
doordat de baarmoeder de afvoer dichtdrukt. Door
deze twee factoren ontstaan er vaak spataderen
tijdens of na de zwangerschap.
Staand
werk Spataderen ontstaan vaker bij mensen
met een staand beroep (bijvoorbeeld kappers,
leraren) en zeker als daarbij nog veel getild
moet worden (bijvoorbeeld machinebankwerkers).
Trombosebeen Spataderen kunnen ook het
gevolg zijn van een trombosebeen. Bij een
trombosebeen zijn meestal diepe aderen in het
been verstopt geraakt door gestold bloed.
Hierdoor raken andere aderen aan de buitenkant
van het been overbelast, waardoor spataderen
kunnen ontstaan. Ook de kleppen in de vaten diep
in het been kunnen kapot gaan door trombose. Het
bloedstolsel in de vaten wordt meestal weer
helemaal opgeruimd na enkele maanden, maar bij
dit proces kunnen de klepjes sneuvelen.
Operaties en ongevallen Na operaties,
bijvoorbeeld heup-operaties en knie-operaties,
en na ongevallen kunnen vaten ook beschadigd
raken.
Overgewicht Bij overgewicht
komen vaker spataderen voor.
WAT ZIJN DE KLACHTEN EN VERSCHIJNSELEN ?
Spataderen veroorzaken vaak helemaal geen
klachten. Veel mensen zullen de aanwezigheid van
spataderen als storend of lelijk ervaren.
Spataderen nemen in de loop der jaren meestal
geleidelijk in ernst toe.
Als de
spataderen klachten geven, is dat meestal in de
vorm van een moe, loom en zwaar gevoel in de
benen. Soms heeft men jeuk en tintelingen of kan
men de benen niet goed stil houden in bed
(rusteloze benen) of heeft men het gevoel dat er
iets over de benen kruipt. In zeldzame gevallen
is er sprake van pijn of van een bloeding uit
een spatader. Daarnaast kan door het niet goed
terugstromen van het bloed naar het hart
(veneuze insufficiëntie) ook stuwing en als
gevolg hiervan vochtophoping (oedeem) rond de
enkels ontstaan. Deze klachten nemen toe in de
loop van de dag, na lang staan en bij warm
weer. Als vochtophoping lang bestaat kunnen aan
de onderbenen verschijnselen ontstaan, zoals
pigmentvorming, eczeem, witte verlittekening,
verharding van de huid en het onderhuidse
vetweefsel en uiteindelijk een open been (ulcus
cruris venosum)
HOE WORDT DE
DIAGNOSE GESTELD ?
Spataderen zijn
eenvoudig te herkennen, maar als er grotere
spataderen zijn dan is er aanvullend onderzoek
nodig. Spataderen aan de buitenkant van het been
kunnen namelijk het gevolg zijn van lekke
kleppen in de diepte. Dit moet eerst onderzocht
worden, dit onderzoek wordt meestal
flebodiagnostiek genoemd. Tijdens dit
onderzoek wordt gekeken waar de spataderen
zitten, wat voor soort spataderen het zijn en
wat de beste behandeling is.
Het
onderzoek naar spataderen wordt uitgevoerd in
een staande houding, want dan vullen ze zich en
zijn ze goed zichtbaar. Eerst wordt gekeken waar
de spataderen lopen en of het grote of kleinere
zijn. De volgende stap is het onderzoeken van de
twee grote stamaderen: de vena saphena magna in
de liesplooi en de vena saphena parva in de
knieholte. Met behulp van een Duplex apparaat
(echo-Doppler) wordt gekeken naar de kleppen in
de aderen en naar de stroomrichting van het
bloed. Met het Duplex apparaat kan men ook zien
of er vaten dicht zitten met stolsels (trombose)
en of het diepe systeem goed is.
Duplex
apparaat
Een
lek vat in de diepte: rood gekleurd op het Duplex scherm
Op het scherm van
het Duplex apparaat zijn de vaten te zien als
zwarte uitsparingen tegen een witgrijze
achtergrond. Als er tijdens het onderzoek in uw
kuit wordt geknepen, gaat het bloed omhoog. Op
het scherm wordt dit met een blauwe kleur
aangegeven - dit is normaal. Als de kleppen niet
goed zijn stroomt het bloed in de spatader terug
naar beneden. Op het scherm wordt dit met een
rode kleur aangegeven - dit betekent dat de
kleppen niet goed zijn. Door op diverse plekken
te kijken, in de liesplooien, in de knieholten,
en elders op uw been, ontstaat een goed beeld
van wat er lek is en wat er behandeld moet
worden.
Daarna krijgt u een advies en
worden er afspraken voor de behandeling gemaakt.
U krijgt ook schriftelijke informatie mee om
thuis rustig door te lezen.
HOE
WORDT BEPAALD WAT DE BESTE BEHANDELING IS ?
Dit wordt bepaald aan de hand van de bevindingen
tijdens het onderzoek. Als u alleen kleine
spataderen hebt aan de buitenkant van het been,
dan is wegspuiten (scleroseren)
de beste oplossing. Als er hele kleine tussen
zitten, zo klein dat er geen naaldje in past,
dan kunnen die met een uitwendige
laserbehandeling worden behandeld. Voor
middelgrote spataderen is scleroseren ook de
beste oplossing. Voor de hele grote stamaderen,
is scleroseren niet de beste behandeling, omdat
dit dan vaak niet houdt: het vat kan later weer
open gaan. En er moet veel scleroseringsmiddel
worden ingespoten. Deze stammen kunnen het beste
van binnen uit worden dichtgebrand (endoveneuze
behandeling met de VNUS methode). Als
alternatief kan ook foamscleroseren worden
toegepast. Bij hele kronkelige stammen of grote
spataderen die vlak onder de huid liggen kan van
binnenuit dichtbranden niet goed. In dat geval
kan de vaatchirurg de vaten operatief
verwijderen (strippen). Ook kan de vaatchirurg
verbindingen naar het diepe systeem onderbinden
(perforantectomie). Grote zijtakken van de
stamaderen kunnen het best worden verwijderd via
kleine sneetjes onder lokale verdoving. Dit heet
de
Muller procedure (ambulante flebectomie).
Als de kleppen in de vaten van het diepe systeem
niet goed zijn, dan heeft behandeling van
spataderen aan de buitenkant niet zoveel zin. In
dat geval moet u elastische kousen gaan dragen
(compressie therapie) .
OVERZICHT
VAN DE VERSCHILLENDE BEHANDELINGEN VAN
SPATADEREN
Elastische kousen en
drukverbanden (compressie-therapie) Soms
wordt er voor gekozen om spataderen niet te
behandelen. Bijvoorbeeld omdat het diepe systeem
niet goed is. Of omdat de behandeling niet of
nog niet kan worden uitgevoerd, bijvoorbeeld
tijdens een zwangerschap of kort na een
trombosebeen. In deze gevallen kunnen de
klachten aanzienlijk afnemen als u elastische
kousen gaat dragen.
Scleroseren
(inspuiten van spataderen) Bij scleroseren
worden de spataderen ingespoten met een
irriterende vloeistof (aethoxysclerol). Deze
stof veroorzaakt een ontstekingsreactie van de
vaatwand. Vervolgens gaat er een drukverband
(compressieverband) of een elastische kous
omheen waardoor de vaatwanden tegen elkaar aan
worden gedrukt. De beschadigde vaatwanden
plakken vervolgens aan elkaar en het vat zicht
dicht. Een variant van het scleroseren is het
foamscleroseren. Hiervoor wordt de
scleroseringsvloeistof met lucht gemengd zodat
een schuim ontstaat. Dit schuim maakt een beter
contact met de vaatwand, hiermee zijn ook
grotere vaten zoals de stamaderen mee dicht te
krijgen.
Muller procedure (ambulante
flebectomie) De Muller procedure is bedoeld
voor grote zijtak spataderen die oppervlakkig
gelegen zijn. De spatader wordt afgetekend.
Onder lokale verdoving door middel van injecties
met verdovingsvloeistof worden kleine sneetjes
gemaakt naast het vat. Vervolgens wordt met een
haakje de spatader naar buiten getrokken. De
sneetjes genezen heel mooi. Om
bloeduitstortingen tegen te gaan wordt 2 weken
lang een drukverband aangelegd.
Endoveneuze technieken (van binnenuit
dichtbranden) Dit is de nieuwste methode om
de grote stam spataderen (vena saphena magna en
vena saphena parva) te behandelen zonder dat er
geopereerd hoeft te worden. Endoveneus betekent
dat het vat van binnenuit dichtgebrand wordt. Er
zijn verschillende technieken, met laser,
radiogolven, stoom, en bevriezen. De methode is
steeds hetzelfde: het vat wordt aangeprikt onder
controle met het Duplexapparaat. Er wordt een
buisje opgeschoven in het vat, en via deze buis
wordt het vat van binnenuit beschadigd.
Uiteindelijk verschrompelt het vat en zit
helemaal dicht. De nieuwste en beste techniek is
de
VNUS closure methode. Dit werkt met
radiogolven, hetzelfde principe als in de
magnetron.
Opereren (crossectomie +
strippen) De grote stam spataderen (vena
saphena magna en vena saphena parva) kunnen ook
operatief verwijderd worden. Dit wordt gedaan
door de vaatchirurg onder algehele narcose of
met een ruggenprik. Deze ingreep is steeds
minder vaak nodig vanwege de nieuwe endoveneuze
technieken. Maar het gebeurt nog steeds, sommige
vaten zijn namelijk niet geschikt voor de
endoveneuze technieken. Bijvoorbeeld als ze te
kronkelig zijn of te dicht onder de huid lopen.
Bij een crossectomie wordt de inmonding van de
VSM of de VSP in het diepe adersysteem opgezocht
via een sneetje in de lies, respectievelijk de
knieholte. Daarna wordt de verbinding van de
VSM, dan wel de VSP, met de diepe ader
doorgesneden en worden alle zijtakken afgebonden
met hechtingen. Een crossectomie van de VSM
in de lies wordt vaak gecombineerd met strippen.
Bij strippen wordt in de stamader een draad
opgevoerd van de lies naar de knie. De VSM wordt
vast gemaakt aan het uiteinde van deze draad en
vervolgens binnenste buiten er uit getrokken
(strippen).
Kan ik deze grote aderen dan
zomaar missen ? Ja. Dit soort ingrepen wordt
alleen gedaan bij aderen die niet meer goed
werken: ze zijn te groot, de kleppen doen het
niet meer, ze zijn gestuwd, ze veroorzaken
klachten, en ze dragen niet meer echt bij aan de
terugvloed van het bloed. Er kunnen zelfs
problemen door ontstaan, er kunnen stolsels in
komen, aderontsteking, en u kunt er
vochtophoping in het been en huidveranderingen
door krijgen. U kunt deze aderen missen als
kiespijn. De terugvloed van het bloed wordt
overgenomen door de vele ander vaten aan de
buitenkant van het been en binnen in het been.
Combinatie van operatie, andere technieken
en scleroseren Vaak wordt een combinatie van
de diverse technieken toegepast om het beste
resultaat te verkrijgen. Dit gebeurt in meerdere
etappes. Er wordt begonnen met het aanpakken van
de grotere spataderen door middel van de
beschreven operatieve en endoveneuze methodieken
en de schuimsclerose. Daarna kunnen de
resterende spataderen met bijvoorbeeld
scleroseren worden behandeld.
Complicaties van operaties Een goed
uitgevoerde behandeling van spataderen kent
weinig risico's. In enkele gevallen kan een
beperkte aderontsteking ontstaan. Na een
operatie kan er bloed uit een geopereerde ader
lekken waardoor er een blauwe plek
(bloeduitstorting) optreedt.
Complicaties van scleroseren Scleroseren
verloopt meestal (> 95%) probleemloos, maar er
kunnen milde complicaties optreden, en bij hele
kleine adertjes kan het effect tegenvallen. Het
is goed om daar van te voren van op de hoogte te
zijn.
Bij het inspuiten van spataderen
kunnen bruine verkleuringen van de huid
optreden, vooral bij mensen met een
gepigmenteerde huid. Soms wordt eerst een
proefplek gedaan om te beoordelen of verkleuring
optreedt. Het kan maanden tot een jaar duren
voordat de verkleuring wegtrekt, en bij minder
dan 1% is het blijvend. Het inspuiten van de
vloeistof kan jeuk veroorzaken of pijn; dit is
tijdelijk en gaat vanzelf over. Soms is iemand
allergisch voor de vloeistof en ontstaan
galbulten of andere allergische reacties. Die
kunnen worden behandeld, maar nog een keer
scleroseren is dan niet mogelijk. Er kunnen
bloeduitstortingen ontstaan. Er kunnen stolsels
in en rond het vat ontstaan die hard aanvoelen,
als langwerpige strengen of bobbels onder de
huid. Deze stolsels worden door het lichaam
vanzelf opgeruimd, net als bloeduitstortingen.
Wanneer de injectievloeistof naast het bloedvat
terecht komt, kan de huid ter plaatse beschadigd
worden. Er kunnen wondjes of zweertjes ontstaan.
Bij het scleroseren van hele kleine vaatjes
(besenreiser) kan het gebeuren dat in de
omgeving van de adertjes na het inspuiten nieuwe
adertjes ontstaan, van een nog kleiner kaliber.
Dit wordt teleangiectatic matting genoemd. Het
treedt in minder dan 1% op. De oorzaak is
onbekend. Het trekt meestal vanzelf weer weg in
3 tot 12 maanden. Verder kan het bij besenreiser
spataderen niet lukken om ze in te spuiten,
omdat de vaatjes kleiner zijn dan naalden die
gebruikt worden. Bij dit type zeer kleine
spatadertjes kan dan eventueel nog
laserbehandeling worden toegepast. Bij een (te)
strak verband of een te strak zittende kous
kunnen blaren van de huid ontstaan en
pijnklachten. Bij pijn moet de kous of het
verband worden verwijderd en vervangen door een
ruimer zittende kous of minder strak verband.
Zeldzaam is het optreden van trombose of
longembolie na de behandeling van spataderen.
WORDT DE BEHANDELING VERGOED ?
In 2012 zijn de vergoedingsregels door de
zorgverzekeraars veranderd. De behandeling van
de kleine spataderen wordt niet meer vergoed. U
moet de behandeling zelf betalen, en door het
nieuwe DBC systeem waar ook allerlei
ziekenhuiskosten in worden meeberekend, kan dat
heel duur zijn. Hele grote spataderen, waarbij
ook klachten optreden zoals vochtophoping
(oedeem) worden nog wel vergoed. Dit zijn
bijvoorbeeld de grote stamaders en grote
zijtakken daarvan. In sommige ziekenhuizen
worden de kleine spataderen nog wel behandeld,
maar niet meer in rekening gebracht. In andere
ziekenhuizen wordt een apart tarief in rekening
gebracht voor cosmetische ingrepen. Maar steeds
meer ziekenhuizen stoppen met de behandeling van
spataderen die alleen cosmetisch relevant zijn;
het kan nog wel in priveklinieken worden gedaan.
WAT KUNT U ZELF NOG DOEN ?
Lopen en bewegen zijn belangrijk voor een goed
resultaat. Het is verstandig om elke dag een
wandeling te maken. Lang staan, stilzitten,
zwaar tillen en warmte moeten worden vermeden.
Bij langdurig zitten kan het verstandig zijn de
benen hoog te leggen.
WAT ZIJN DE
VOORUITZICHTEN ?
Afhankelijk van de
omvang en de oorzaak van de spataderen zal een
bepaalde behandeling meer of minder succesvol
zijn. Bij de ene persoon komen de spataderen
snel terug, bij de andere blijven ze een aantal
jaren weg. Wat de behandelaar in feite doet is
spataderen opruimen, de neiging om elders
spataderen te ontwikkelen wordt door de
behandeling niet weggenomen.
HOE
MAAK IK EEN AFSPRAAK VOOR HET BEHANDELEN VAN
SPATADEREN ?
Er zijn diverse
ziekenhuizen en gespecialiseerde klinieken waar
u spataderen kunt laten behandelen. In de
regio Amsterdam kunt u o.a. terecht bij het
Huid Medisch Centrum. U heeft wel een
verwijsbrief nodig van uw huisarts.