VOEDSELALLERGIE |
 |
Bij voedselallergie is sprake van abnormale
reacties op eiwitten uit de voeding, zoals
koemelkeiwit, kippe-ei-eiwit en soja-eiwit. Bij
een zuigeling is de kans op het ontstaan van een
allergie groter doordat het maag/darmkanaal nog
onrijp is. De darm werkt dan als een zeef met
hier en daar wat grotere gaten. Hierdoor kunnen
grotere stukken onverteerd eiwit in het bloed
terechtkomen. Meestal kan dit geen kwaad. Bij
allergische zuigelingen worden deze eiwitten
echter als ‘indringers’ herkend. Als reactie op
deze indringers worden door het afweersysteem
antistoffen geproduceerd, die worden ingezet
tegen deze indringers. Dit leidt tot allergische
reacties.
Problemen als spugen,
darmkrampjes, diarree, huilen, eczeem, astma,
bronchitis en ontroostbaar huilen kunnen wijzen
op een voedselallergie. Zeker als er in de
familie allergieën voorkomen, is het goed
hierbij stil te staan. Maar bijvoorbeeld spugen
kan ook worden veroorzaakt door te snel of te
veel drinken en diarree door een eenzijdig (dus
ongezond) voedingspatroon. Denk niet te snel aan
een allergie, want anders legt u een kind
onnodig veel beperkingen op. Heeft uw baby last
van een aantal van bovengenoemde kenmerken en
weet u zeker dat het niet aan iets anders ligt,
ga er dan eens over praten op het
consultatiebureau of met de diëtist.
Borstvoeding is de meest natuurlijke voeding
voor zuigelingen. In moedermelk zitten
immuunstoffen die de baby mogelijk beschermen
tegen voedsel (koemelk)allergie. U kunt uw kind
daarom ook het beste uitsluitend borstvoeding
geven in de eerste zes maanden. In de
borstvoeding kunnen sporen koemelkeiwit aanwezig
zijn. Zelf koemelkvrije voeding gebruiken
tijdens de borstvoedingperiode is dan wenselijk,
om alle risico’s op de vorming van een
koemelkallergie uit te sluiten. Geeft u of kunt
u, om welke reden dan ook, geen borstvoeding
geven, dan biedt een zuigelingenvoeding op basis
van voorverteerd (gehydrolyseerd) wei-eiwit de
oplossing. Dat wil zeggen dat er geen hele
eiwitten in voorkomen maar dat de eiwitten als
het ware in kleine stukjes zijn geknipt. Als
deze kleine stukjes eiwit via de darm in het
bloed komen, herkent het afweersysteem van uw
kind deze stukjes niet als koemelkeiwit. Het
lichaam maakt geen antistoffen en zo wordt een
allergische reactie voorkomen.
MEDISCHE ACHTERGROND
Voedselallergie is
een immunologisch gemedieerde reactie op een
voedingsmiddel. De klinische verschijnselen
worden veroorzaakt door reacties tussen
geconsumeerde voedselbestanddelen enerzijds en
specifieke antistoffen (immunoglobulines) en/of
T-lymfocyten anderzijds.
Aan de
uiteindelijke verschijnselen gaat een
sensibilisatiefase vooraf, waarbij de
anti-stoffen worden gevormd, die bij een tweede
contact met de allergene voedingssubstantie
reageren.
Meestal geldt voor een
voedselallergie dat het gaat om een atopische of
anafylactische (type I) reactie tegen een eiwit
of een eiwithoudend voedingsmiddel. De anti-stof
die hierbij de grootste rol speelt, is IgE. Het
meest bekende en meest beschreven allergene
product is koemelk.
OORZAKEN VAN
VOEDSEL-(KOEMELKEIWIT)ALLERGIE
Nog steeds
is niet exact bekend wat de oorzaken van
voedselallergie zijn. Men weet wel welke
factoren een rol spelen, maar niet exact wat de
onderlinge samenhang is.
Genetische
factoren: kinderen die geboren worden uit één of
twee atopische ouders hebben een grotere kans op
het ontwikkelen van een allergie. Waarschijnlijk
heeft dit te maken met bepaalde eigenschappen
van het immuunsysteem, die worden overgedragen.
Suboptimale eiwitvertering: bij de
zuigeling verloopt de eiwitvertering nog niet
optimaal. Door een relatief lage activiteit van
de eiwitsplitsende enzymen en een relatief hoge
pH in de maag is het mogelijk dat het eiwit niet
goed verteerd wordt en dat grote eiwitmoleculen
de darmwand passeren en in het bloed
terechtkomen.
Hoge darmpermeabiliteit:
het is bekend dat bij de zuigeling de darmwand
een grotere doorlaatbaarheid heeft. Hierdoor
wordt de kans vergroot dat grote eiwitmoleculen
de darmwand kunnen passeren.
Lage
concentratie secretoir IgA: de lokale afweer in
de darm wordt verzorgd door IgA. Het IgA is in
staat voedselbestanddelen van een beschermend
‘jasje’ te voorzien, waardoor de opname van deze
bestanddelen voorkomen wordt. Daarnaast voorkomt
het IgA dat de rest van het immuunsysteem
aangesproken wordt, waardoor de kans op een
allergische reactie wordt verminderd.
SYMPTOMEN BIJ VOEDSEL-(KOEMELKEIWIT)ALLERGIE
Bij voedselallergie kunnen zich vele vrij
a-specifieke symptomen voordoen. Bij zuigelingen
worden symptomen van het maagdarmkanaal en de
huid het meest gezien. Deze kunnen zich uiten in
de vorm van braken/misselijkheid/spugen, slechte
eetlust, diarree en/of obstipatie, luier- en
atopische dermatitis en urticaria.
HET VOEDINGSBELEID BIJ
VOEDSEL-(KOEMELKEIWIT)ALLERGIE
Als een
zuigeling borstvoeding krijgt en reageert op
allergenen uit de voeding van de moeder, dan
dient de moeder het gebruik van deze allergene
voedingsmiddelen te beperken of deze producten
uit de voeding weg te laten. Allergene producten
zoals melkproducten, citrusfruit, ei, noten en
vis.
Geeft de moeder geen borstvoeding
en is de zuigeling allergisch voor koemelkeiwit,
dan kan er geen zuigelingenvoeding op basis van
koemelkeiwit gegeven worden. Een in het verleden
veel gebruikt alternatief is een voeding op
soja-basis. Echter, 10 - 35% van de zuigelingen
met koemelkeiwitallergie wordt ook allergisch
voor soja-eiwit. Een allergische reactie leidt
tot beschadiging van de dunne darmwand en tot
een grotere permeabiliteit. Geeft men nu
soja-eiwit, dan kunnen ook de grote moleculen
van het soja-eiwit de darmwand passeren en een
allergische reactie veroorzaken. Het is daarom
beter om, zodra een kind een allergische reactie
op koemelkeiwit vertoont, over te gaan op een
voeding op eiwit-hydrolysaatbasis (vrije
aminozuren en korte keten peptiden). De darmwand
kan dan herstellen en de kans op een allergische
reactie is minimaal. Het gebruik van een
eiwithydrolysaat sluit echter niet volledig het
ontstaan van een allergische reactie uit. Indien
een zuigeling tevens allergisch reageert op een
eiwithydrolisaat - iets dat zeer sporadisch
voorkomt - dan biedt een zuigelingenvoeding op
basis van vrije aminozuren uitkomst.
|