Griseofulvine was vroeger enig middel en eerste keus als
oraal antimycoticum voor haren en nagels. Na de introductie van de moderne
antimycotica itraconazol en terbinafine, die minder bijwerkingen hebben, is
de omzet van griseofulvine gedaald en is de 500 mg tablet van de markt
gehaald. Aanvankelijk was het middel nog wel op artsenverklaring
verkrijgbaar (griseofulvine tab. à 125 mg, of LNA-suspensie à 25 mg/ml), maar in
2001 is het uit de markt genomen en niet meer opgenomen in het farmaceutisch
kompas.
Sinds 2002 is het middel weer verkrijgbaar, o.a. via de firma
Fagron. Voor de indicatie
tinea capitis bij
kinderen, niet reagerend op terbinafine (geregistreerd voor deze
indicatie) of itraconazol (niet geregistreerd voor deze indicatie) kan het
dus weer worden voorgeschreven. Naast de tabletten van 125 mg is ook een
suspensie van 25 mg/ml verkrijgbaar.
In omliggende landen, waaronder
de VS, is griseofulvine nog steeds eerste keus bij tinea capitis bij
kinderen. In veel landen is het ook het enige geregistreerde middel. Ondanks
de bijwerkingen (m.n. misselijkheid) heeft griseofulvine nog steeds een
plaats bij de behandeling van tinea capitis bij kinderen. Recente studies
tonen aan dat voor de meeste trichophyton soorten ook evengoed terbinafine,
itraconazol of fluconazol kan worden gegeven, maar bij infectie met
Microsporum canis is er twijfel over de effectiviteit van terbinafine.
Griseofulvine kan worden
voorgeschreven bij
tinea capitis door
M. canis of
T. tonsurans.
Voor
meer informatie: zie de
patiëntenfolder over grisofulvine.
Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.