Door de samenstellers van het boekje
Dermatica op
recept, een uitgave van het Wetenschappelijk Instituut van de
Nederlandse Apothekers (WINAp) is een lijst samengesteld van 'obsolete
stoffen'. Bij het tot stand komen van deze lijst zijn werkgroepen van
dermatologen en apothekers betrokken geweest. Als gevolg daarvan heeft de
lijst een zekere status en worden er ook door zorgverzekeraars consequenties
aan verbonden: magistrale receptuur die obsolete stoffen bevat wordt niet
vergoed.
Het is goed om te beseffen dat 'obsoleet' een subjectief oordeel
is. De apothekers hebben er soms commerciƫle belangen bij om bepaalde
dermatica die niet kant en klaar te bestellen zijn en dus tegen hoge kosten
bereid moeten worden tot 'obsoleet' te verklaren. Ook wordt het begrip
'evidence based medicine' soms misbruikt om producten waarmee goede
klinische ervaring is opgedaan uit het assortiment te halen onder het mom
'er is geen bewijs dat het werkt'. Het is bekend dat voor veel lokale en
systemische middelen die voorgeschreven worden gerandomiseerde en
gecontroleerde studies ontbreken. Klinische ervaring (expert opinion) is
echter ook een
level of evidence. Even goed kan men aan de apothekers vragen om de
evidence te overleggen waaruit blijkt dat het product niet werkt. Het is aan
de dermatologen die zitting nemen in de werkgroepen en in regionale
overleggen om te bewaken dat beproefde magistrale en niet-magistrale
dermatica niet sneuvelen vanwege commerciƫle belangen.
De
criteria voor obsoleet zoals gedefinieerd door de redactie van Dermatica op
recept zijn:
1. |
De werkzaamheid is niet bewezen |
2. |
Er zijn betere alternatieven beschikbaar |
3. |
De stof is onveilig (overgevoeligheid,
irritatie, toxiciteit na systemische opname) |
4. |
De stof is milieu-belastend,
milieu-vriendelijke alternatieven zijn beschikbaar |
5. |
De stof is kankerverwekkend of teratogeen en
volgens de ARBO wet risicovol voor de bereider of voor
verplegenden, terwijl veilige alternatieven beschikbaar zijn |
De obsolete stoffen zijn (alleen van toepassing op dermatica):
allantoine
anthrarobine
bacitracine
benzocaine
bismuthzouten
boorzuur
borax
chlooramfenicol (uitgezonderd de toepassingen in oog en oordruppels)
clioquinol
diachylon
eosine
fenol (uitgezonderd de hoge concentratie die bij
nagelextractie wordt gebruikt)
formaldehyde
fuchsine
gentamicine
(uitgezonderd oogdruppels en oordruppels)
gramicidine
hamamelis extract
heparine
hexachlorofeen
hexamine
11-alfa-hydroxyprogesteron
idoxuridine
kaliumpermanganaat
kamfer
kopersulfaat
kwikaminochloride
levertraanolie
lindaan
loodzouten
melkzuur
merbromine (mercurochroom)
methenamine
monobenzon (uitgezonderd de 20% concentratie voor totale depigmentatie)
naftol
neomycine
paraformaldehyde
pellidol (diacetylaminoazotolueen)
perubalsem
podofylline
progesteron
promethazinehydrochloride
resorcinol
(uitgezonderd 15% bij hidradenitis suppurativa)
sulfonamiden
tannine
testosterondipropionaat
thymol
tripelennaminehydrochloride
undecyleenzuur
zilvernitraat (wordt echter weer volop gebruikt in wondbedekkers)
zwavel
Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.