Werkingsmechanisme
Acitretine is een synthetisch aromatisch analogon van retinoïnezuur en de
voornaamste werkzame metaboliet van etretinaat. Het therapeutisch effect
bestaat uit normalisatie van de epidermale celproliferatie, differentiatie
en verhoorning. Retinoïden binden aan receptoren die tot de steroïd receptor
superfamily behoren. Het receptor/ligand-complex bindt vervolgens aan
specifieke gen regulatie regio’s om genexpressie te moduleren. Retinoïden
hebben anti-proliferatieve en immuunmodulerende eigenschappen. In de
epidermis reduceert acitretine de proliferatie en verbetert het de
orthodifferentiatie van epidermale keratinocyten. Retinoïden remmen de
productie van onder andere vasculaire endotheliale groeifactoren door
keratinocyten en kunnen verschillende anti-inflammatoire eigenschappen tot
uiting brengen, inclusief een reductie van de intraepidermale migratie van
neutrofielen. Retinoïden remmen ook IL-6 gemedieerde inductie van
Th17-cellen, die een hoofdrol spelen in de pathogenese van psoriasis en de
differentiatie van regulatoire T-cellen bevorderen.
Toedieningsvormen- Neotigason (acitretine) capsule à 10 mg
-
Neotigason (acitretine) capsule à 25 mg
Indicaties
Effectiviteit bij
psoriasiscitretine is effectief bij de behandeling van matige tot
ernstige chronische plaque psoriasis bij volwassenen. Het effect is sterk
variërend en dosisafhankelijk. Bij een dosis van 0.5 mg/kg/dag behaalde 11-
50% van de psoriasis patiënten een PASI 90 respons op week 8-12; partiële
remissie (PASI 75) wordt bij 25-75% van de patiënten bereikt met een dosis
van 30-40 mg/dag. Het kan 4-8 weken duren voordat dat resultaat is bereikt.
Betere resultaten zijn beschreven bij combinatie met calcipotriol en
foto(chemo)therapie (Re-PUVA). De bijwerkingen zijn mild, de belangrijkste
zijn droge ogen en lippen, bot toxiciteit en teratogeniciteit (vrouwen mogen
niet zwanger worden, zelfs 3 jaar na het staken nog niet). Acitretine is
opgenomen in de Nederlandse
Richtlijn Psoriasis 2017 als reguliere behandeling voor psoriasis.
DoseringEen relatief lage dosis van 0.3-0.5 mg/kg/dag wordt aanbevolen
als startdosis voor psoriasis. Voor een patiënt van 75 kg komt dat neer op 1
dd 25 mg. Na drie tot vier weken wordt de dosis verhoogd of verlaagd,
afhankelijk van het effect en de tolerantie. De gemiddelde dosis is 0.5-0.8
mg/kg/dag met een maximum dosering van 1 mg/kg/dag. In het algemeen wordt de
dosis in de eerste drie maanden verhoogd, totdat patiënten een lichte
schilfering van de lippen ervaren. Bij andere dermatosen worden ook lagere
doseringen gebruikt (10-20 mg per dag). Bij psoriasis pustulosa generalisata
van von Zumbusch en bij pityriasis rubra pilaris zijn soms hoge doses nodig
(0.5-1.0 mg/kg). De dosis moet worden aangepast aan de individuele respons.
De mate van droge lippen is een goede graadmeter.
Duur van de
behandelingDe duur van de behandeling is afhankelijk van de verbetering
van het klinische beeld en de tolerantie van de individuele patiënt.
Combinatie therapie (acitretine + lokale behandeling of acitretine +
foto(chemo)therapie) werkt beter dan monotherapie. Bij patiënten met
erythrodermatische psoriasis of pustuleuze psoriasis wordt monotherapie
geadviseerd.
Maatregelen en voorlichting aan de patiënt voor starten
behandelingAnamnese en lichamelijk onderzoek gericht op spier- en
skeletproblemen. Indien de patiënt klachten aangeeft kan aanvullend
beeldvormend onderzoek worden verricht. Vrouwen die het gaan gebruikten
mogen absoluut niet zwanger zijn of worden en moeten expliciet en uitgebreid
geïnformeerd worden over het teratogene risico van het middel, de noodzaak
van effectieve en langdurige anticonceptie, tot drie jaar na stop van de
acitretinebehandeling en de mogelijke consequenties van een zwangerschap
tijdens retinoïd gebruik; dit dient goed gedocumenteerd te worden. Indien
een vrouw per ongeluk toch zwanger wordt tijdens gebruik van acitretine, dan
is abortus noodzakelijk. Voor
mannen die acitretine gebruiken is er geen probleem t.a.v. fertiliteit of
teratogeniciteit. Patiënten informeren over de specifieke risico’s van
overmatig alcoholgebruik. Vrouwelijke patiënten informeren over de verhoogde
omzetting van acitretine in etretinaat. Aangeven dat bloeddonatie gedurende
en tot drie jaar na behandeling niet is toegestaan. Capsules innemen tijdens
de maaltijd of met wat melk
Tijdens de behandelingVermijden van
zwangerschap is vereist. Start behandeling op tweede of derde dag van de
menstruatiecyclus, na adequate anticonceptie vanaf tenminste één maand
voorafgaande aan de behandeling. Goede anticonceptie wordt aangeraden, zoals
een spiraal of inplantaat, of dubbele anticonceptie
(condoom + pil) gedurende de behandeling en tot drie jaar na staken van de
behandeling. Gebruik een normale anticonceptiepil, geen lage dosis
progesteron preparaten/mini-pil; de effectiviteit van bepaalde orale anticonceptie
kan verminderd worden door acitretine. Vermijden van overmatig
alcoholgebruik. Vraag patiënt naar rug- en gewrichtsklachten bij controles.
Indien de patiënt klachten aangeeft, kan aanvullend beeldvormend onderzoek
worden verricht.
Maatregelen in geval van overdosisOmdat acitretine
een lage acute toxiciteit kent, zijn bijwerkingen na een overdosis in het
algemeen reversibel na staken van het preparaat. Hoofdpijn, misselijkheid
en/of braken, vermoeidheid, prikkelbaarheid en pruritus zijn symptomen van
een acute overdosis.
Maatregelen in geval van overdosis:
- Staken van
retinoïden
- Monitoring van vitale parameters, lever- en nierfunctie,
elektrolyten
- Consulteren van andere specialisten om bijwerkingen die
buiten het gebied van de dermatologie reiken te behandelen
Contra-indicaties, absoluut
• |
Ernstige nier- of
leverfunctiestoornissen |
• |
Hepatitis |
• |
Vrouwen in de vruchtbare
leeftijd: zwangerschap, lactatie, kinderwens |
• |
Twijfel of patiënte in
staat is effectieve voorbehoedsmaatregelen toe te passen tot drie jaar na
staken van de therapie |
• |
Met retinoïden inter-acterende comedicatie |
• |
Hepatotoxische comedicatie en andere comedicatie die is
gecontraïndiceerd |
• |
Hypervitaminose A |
• |
Excessief
alcoholgebruik |
• |
Bloeddonatie |
Contra-indicaties, relatief
• |
Alcoholgebruik |
• |
Diabetes mellitus |
• |
Dragen van
contactlenzen |
• |
Kinderleeftijd (< 7 jaar. i.v.m. premature sluiting
epifysairschijven) |
• |
Voorgeschiedenis van pancreatitis |
• |
Hyperlipidemie (met name hypertriglyceridemie) en medicamenteus behandelde
hyperlipidemie |
• |
Arteriosclerose |
Zwangerschap/Lactatie
Acitretine is net als de andere retinoïden (isotretinoïne, alitretinoïne,
bexaroteen) zeer teratogeen. Gebruik van acitretine bij de mens brengt een
groot risico van ernstige aangeboren afwijkingen (bv. exencefalie) van het
kind met zich mee. Gebruik door vrouwen in de vruchtbare leeftijd wordt
afgeraden. Indien therapie met acitretine toch nodig is bij vrouwen in de
vruchtbare leeftijd dient binnen 2 weken voorafgaande aan het gebruik en
daarna maandelijks zwangerschap te worden uitgesloten. Vrouwen in de
vruchtbare leeftijd dienen anticonceptieve maatregelen te nemen ten minste
een maand vóór, tijdens en tot ten minste 2 jaar na staken van de therapie.
De behandeling op de tweede of derde dag van de volgende menstruele cyclus
beginnen. Voor het begin van de behandeling met acitretine dient de arts
vrouwen in de vruchtbare leeftijd op de hoogte te brengen van de mogelijke
schadelijke gevolgen van acitretine op de vrucht. De leveranciers van de
retinoïden hebben een
herinneringskaart en checklist voor artsen
uitgebracht die eventueel daarvoor kan worden gebruikt. Vrouwen in de vruchtbare
leeftijd mogen geen ethanol (alcohol) gebruiken tijdens en tot 2 maanden na
het staken van de therapie met acitretine, omdat daardoor de omzetting van
acitretine in het (eveneens teratogene) etretinaat kan worden verhoogd.
Acitretine gaat over in de moedermelk, vrouwen die borstvoeding geven mogen
niet starten met acitretine.
BijwerkingenAlle bijwerkingen
zijn reversibel, met uitzondering van hyperostose. De belangrijkste is
uitdroging van de mucosa, met als gevolg neusbloeding, rinitis, stomatitis,
gingivitis of smaakstoornissen. Een droge huid en mucosa kan worden
verbeterd door invetten van de huid en het gebruik van oogdruppels.
Contactlenzen moeten worden vermeden.
• |
Vitamine A toxiciteit
(cheilitis, xerosis, neusbloedingen, alopecia, verhoogde kwetsbaarheid huid) |
• |
Conjunctivitis (cave: contactlenzen), haarverlies (reversibel),
fotosensitiviteit, hyperlipidemie |
• |
Spier-, gewrichts- en botpijn
(zelden) |
• |
Retinoïden dermatitis (zelden) |
• |
Gastro-intestinale
klachten, hepatitis, icterus (zelden) |
• |
Botveranderingen bij
langdurig gebruik (zelden) |
• |
Idiopathische intracraniële hypertensie
(zeer zelden) |
• |
Verminderd kleurenzien en nachtblindheid (zeer
zelden) |
• |
Huidafwijkingen (plakkerige huid, schilfering, granulomen,
furunkels, bulleuze erupties, erytheem, jeuk (zelden branderig) en dunner
worden van de niet-aangetaste huid, schilferen van de huid op handpalmen en
voetzolen, abnormale nagelstructuur, paronychia, Candida vaginitis) |
• |
Verergering van bestaande spinale hyperostose, nieuwe hyperostose,
calcificaties buiten het skelet (in weke delen), dunner worden van botten,
osteoporose en premature sluiting van de epifysairschijf |
• |
Misselijkheid, braken, hoofdpijn, slaperigheid, zweten, dorst, anorexie,
opvliegers |
Indien kinderen worden behandeld met acitretine, wordt
geadviseerd om de groei met regelmatige intervallen te controleren. Indien
de groeicurve afbuigt dient een foto van de epifysairschijven gemaakt te
worden. Het maken van wervelkolomfoto’s om DISH op te sporen is geïndiceerd
bij kinderen die langdurig met hoge doses retinoïden behandeld worden.
Fotosensibiliteit tijdens retinoïdgebruik vereist het vermijden van
excessieve zonblootstelling en het gebruik van zonnebrandmiddelen. Bij
stijging van serumlipiden en leverenzymen worden alcohol abstinentie en een
vetarm en koolhydraatarm dieet geadviseerd. In het geval van een
hyperlipidemie, moeten serum lipiden frequent worden gecontroleerd en indien
noodzakelijk, acitretine worden gestopt. Zo nodig lipiden verlagende
medicatie zoals Lopid (gemfibrozil) 2dd 600 mg. Het gebruik van lipiden
verlagende middelen (bijvoorbeeld gemfibrozil of statines) zou geassocieerd
zijn met een verhoogd risico op myotoxiciteit. In het geval van botpijn of
een
verminderde mobiliteit is röntgenonderzoek geïndiceerd. Bij patiënten
met spierpijn moet excessieve lichamelijke activiteit worden vermeden en
zijn NSAID’s geïndiceerd.
Geneesmiddeleninteracties
Tetracycline (inductie van idiopathische intracraniële hypertensie),
fenytoïne (plasmaproteïnen verschuiving), vitamine A preparaten (versterking
van retinoïden effect), methotrexaat (toename hepatotoxiciteit), OAC met
lage dosis progesteron (sub-50 pil) (onvoldoende anticonceptief effect),
lipidenverlagende middelen (verhoogd risico op myotoxiciteit), antifungale
imidazolen (toename hepatotoxiciteit), alcohol (bevordert omzetting in
etretinaat, meer toxiciteit), carbamezapine (afname biologische
beschikbaarheid carbamezapine).
Controles
Voor aanvang
acitretine:
• |
Hb, leuko’s, trombo’s |
• |
leverenzymen (ALAT, AF) |
• |
kreatinine |
• |
cholesterol, triglyceriden |
• |
vrouwen in vruchtbare
leeftijd: zwangerschapstest; het wordt geadviseerd dat maandelijks te
herhalen |
• |
röntgenonderzoek van botten
(X-wervelkolom) alleen bij klachten (rugklachten, hernia klachten,
radiculair syndroom) |
Na 1 maand:
• |
Hb, leuko’s, trombo’s |
• |
leverenzymen (ALAT, AF) |
• |
cholesterol, triglyceriden |
Na 4 maanden en vervolgens elke 3 maanden:
• |
Hb, leuko’s, trombo’s |
• |
leverenzymen (ALAT, AF) |
• |
cholesterol, triglyceriden; indien normaal verder niet meer te
herhalen. |
Stijging van leverenzymenStijging
van leverenzymen tijdens behandeling met acitretine vragen om verdere
aandacht, maar zijn vaak van voorbijgaande aard. Er is geen duidelijke
bovengrens of 'ingrijpgrens' bekend. Bij verhoogde waarden het onderzoek
herhalen en vaker controleren.
Referenties
1. |
Nederlandse Richtlijn Psoriasis 2017. Nederlandse Vereniging voor
Dermatologie en Venereologie. |
2. |
Goldfarb MT, Ellis CN, Gupta AK,
Tincoff T, Hamilton TA, Voorhees JJ. Acitretin improves psoriasis in a
dose-dependent fashion. J Am Acad Dermatol 1988 Apr;18(4 Pt 1):655-662. |
3. |
Gupta AK, Goldfarb MT, Ellis CN, Voorhees JJ. Side-effect profile of
acitretin therapy in psoriasis. J Am Acad Dermatol 1989 Jun;20(6):1088-1093. |
4. |
Kerkhof van de PC, Cambazard F, Hutchinson PE, Haneke E, Wong E,
Souteyrand P, et al. The effect of addition of calcipotriol ointment (50
micrograms/g) to acitretin therapy in psoriasis. Br J Dermatol 1998
Jan;138(1):84-89. |
5. |
Kragballe K, Jansen CT, Geiger JM, Bjerke JR,
Falk ES, Gip L, et al. A double-blind comparison of acitretin and etretinate
in the treatment of severe psoriasis. Results of a Nordic multicentre study.
Acta Derm Venereol 1989;69(1):35-40. |
6. |
Ledo A, Martin M, Geiger JM,
Marron JM. Acitretin(Ro 10-1670) in the treatment of severe psoriasis. A
randomized double-blind parallel study comparing acitretin and etretinate.
Int J Dermatol 1988 Nov;27(9):656-660. |
7. |
Lowe NJ, Prystowsky JH,
Bourget T, Edelstein J, Nychay S, Armstrong R. Acitretin plus UVB therapy
for psoriasis. Comparisons with placebo plus UVB and acitretin alone. J Am
Acad Dermatol 1991 Apr;24(4):591-594. |
8. |
Moy RL, Kingston TP, Lowe
NJ. Isotretinoin vs etretinate therapy in generalized pustular and chronic
psoriasis. Arch Dermatol 1985 Oct;121(10):1297-1301. |
9. |
Murray HE,
Anhalt AW, Lessard R, Schacter RK, Ross JB, Steward WD, et al. A 12-month
treatment of severe psoriasis with acitretin:results of a Canadian open
multicenter study. J Am Acad Dermatol 1991 Apr;24(4):598-602. |
10. |
Ormerod AD, Campalani E, Goodfield MJ; BAD Clinical Standards Unit. British
Association of Dermatologists guidelines on the efficacy and use of
acitretin in dermatology. Br J Dermatol 2010 May;162(5):952-963. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.