Acne kan lelijke littekens achterlaten: hypertrofische littekens, atrofische littekens, keloid, acne keloidalis nuchae, deukjes, putjes (ice-pick scars), postinflammatoire hyperpigmentatie, hypo-en depigmentatie, cysten, over elkaar liggende huidlagen. Het is van belang om dit te voorkomen door bij ernstige acne tijdig agressieve therapie te starten als littekenvorming dreigt te ontstaan (isotretinoïne, prednison).



Keloïd kan worden behandeld met intralesionale en/of lokale corticosteroïden. Contourverschillen kunnen (afhankelijk van de ernst, en het huidtype) soms worden geëgaliseerd met peeling, chemopeeling (TCA; beta-naphtol), dermabrasie, of CO2-lasertherapie. Deuken kunnen worden opgevuld met fillers. Soms is excisie mogelijk. Verzonken littekens (putjes): stansen met precies goede maat biopteur, in niveau brengen met een naald of pincet, fixeren met verbandspray (huidlijm). Indien herstel niet mogelijk is kan de huidtherapeute nog camouflage adviezen geven.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.