Acne varioliformis (acne necroticans varioliformis,
acne varioliformis van Hebra) is een aparte zeldzame aandoening, die niet hoort
tot de gewone acne. Het is een chronische jeukende aandoening bij volwassenen
waarbij papulonecrotische laesies ontstaan op het behaarde hoofd en het gezicht
(vooral voorhoofd) die varioliforme littekens achterlaten. Het is niet een duidelijk
omschreven beeld. Sommigen beschouwen het als een pyodermie met aantasting van
haarfollikels en het ontstaan van crustae en erosies of ulceraties, in het midden
latend of dit een infectieuze pyodermie is (
Propionibacterium,
Staphylococcus aureus) of een steriele pyodermie, zoals ook gezien
wordt bij erosive pustular dermatosis of the scalp. Waarschijnlijk ontstaan
de erosies door het habitueel kapot krabben van alle jeukende papeltjes.
|
|
|
acne varioliformis |
acne varioliformis |
acne varioliformis |
Er zouden twee typen van bestaan, een oppervlakkige variant (
acne
necrotica miliaris) bestaande uit multipele kleine vesiculopustels
op het behaarde hoofd, en een diepe variant (
acne necrotica varioliformis)
die littekens en haarverlies veroorzaakt en ingedeeld wordt bij de cicatriciële
alopecias. Acne necroticans van het behaarde hoofd is voor het eerst beschreven
door Bazin in 1851. Acne necrotica varioliformis met pokkenvormige littekens
werd beschreven door Hebra. De mildere variant zonder littekenvorming (acne
necrotica miliaris) werd beschreven door Sabouraud in 1928.
Acne necrotica miliaris zit vooral bovenop het hoofd en aan
de achterzijde. De kleine pusteltjes gaan kapot met achterlating van een crusta.
Enig haarverlies kan optreden. De oorzaak is niet duidelijk, men denkt infectieus
(
Proprionibacterium,
Staphylococcus aureus,
Demodex folliculorum,
Malassezia). Het kan jeuken.
DD: folliculitis
nno, pityriasis capitis.
Acne necrotica varioliformis
bestaat uit enkele of tientallen jeukende inflammatoire papels en papulopustels
op het behaarde hoofd, vooral frontaal en voorhoofd, die ruptureren en erosies,
crustae en littekenvorming veroorzaken. En cicatriciële alopecia. Het is chronisch
recidiverend. De oorzaak is niet duidelijk, infectieus of inflammatoir. Kapot
krabben van de jeukende papels is mogelijk ook een factor. Het veroorzaakt cribiforme
littekens en kale plekken op het voorhoofd en langs de haargrens. Het komt vooral
bij mannen voor. In biopten wordt een lymfocytair ontstekingsinfiltraat gezien,
in latere fase neutrofielen.
DD:
erosive pustular dermatosis
of the scalp,
scarring alopecia varianten,
folliculitis decalvans,
dissecting
folliculitis,
folliculitis nno,
pyoderma gangrenosum,
psoriasis capitis, krabgedrag,
eczema herpeticum.
Diagnostiek:Kweek representatieve pustel. Zonodig een biopt.
Therapie:R/ lokale antibiotica (fucidine crème, erytromycine
of clindamycine lotion, antibacteriële shampoo).
R/ orale antibiotica (doxycycline,
minocycline) voor langere tijd.
R/ lokale corticosteroïden klasse I-III.
R/ doxycycline 1 dd 100 mg + alternerend wassen met Betadine shampoo en
ketoconazol shampoo + daarna Topicorte lotion aanbrengen.
R/ antihistaminica bij jeuk.
R/ doxepine 1 dd 25-50 mg voor het slapen gaan (antidepressivum, bij jeuk
gevolgd door habitueel krabgedrag).
R/ isotretinoïne 1 dd 20 mg, daarna
afbouwen naar 10 mg.
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.