AllergieDe termen '
allergisch'
en
overgevoelig kunnen meerdere betekenissen hebben.
Een allergie kan zijn een
type-I reactie op bijvoorbeeld
geneesmiddelen of inhalatie allergenen, met als klachten urticaria of anafylactische
shock, maar ook een
type IV reactie op bijvoorbeeld
cosmetica met als klacht contacteczeem. En met overgevoeligheid wordt soms ook
intolerantie bedoeld.
Zie voor meer informatie onder de meer specifieke
termen zoals:
-
eczema contactallergicum
(contacteczeem)
-
lijst van geneesmiddelen
die een contactallergie kunnen veroorzaken (stofmonografieën met CAS nummers)
-
patiëntenfolders over
contactallergie-
anafylactische shock
-
dermatitis medicamentosa
(toxicodermie, geneesmiddelenallergie)
-
insuline allergie-
urticaria-
insektenbeet-
vasculitis-
voedselovergevoeligheid-
provocatie
Allergologisch onderzoekOp de allergieafdeling van de dermatologie
poli in de meeste ziekenhuizen kan worden getest op type I en type IV allergische
reacties. Het
allergologisch
onderzoek bestaat uit:
- een specifieke anamnese
- een gericht dermatologisch
onderzoek
- een op deze gegevens gebaseerde selectie van te testen allergenen
en testmethoden
- het testen zelf
- een eindevaluatie van het testresultaat
Overzicht verschillende testmethoden Voor het allergologisch
onderzoek wordt onderscheid gemaakt in type IV contactallergie (vaak voorkomend)
en type I contactallergie (zeldzaam).
Type IV contactallergie:
een vertraagd optredende klacht (meestal eczeem) binnen enkele
dagen na de expositie op bv
cosmetica, beroepsstoffen,
geneesmiddelen, voedingsadditiva.
- het gebruikelijke onderzoek is het
epicutaan (plakproef)onderzoek op type IV allergie. Voor de verschillende
allergenen zijn diverse
standaard
reeksen beschikbaar.
- In geval
UV-expositie
heeft bijgedragen aan het ontstaan van de klachten kan dit onderzoek uitgebreid
worden met
epicutaan (plakproef)onderzoek met UV-expositie op type IV fotocontactallergie.
- Een andere test op type IV contactallergische reacties is de
topische provocatie (ROAT).
- Voor stoffen die de epidermale barrière niet passeren kan een
intradermaal onderzoek op type IV allergie worden verricht.
Type I contactallergie: een direct in aansluiting
aan de expositie optredende klacht (meestal urticaria), op bv atopenen, geneesmiddelen,
latex en voedingsmiddelen. Dit type allergie is IgE-gemedieerd en kan ook systemische
klachten veroorzaken.
- het gebruikelijke onderzoek voor stoffen die
de epidermale barrière kunnen passeren is het
epicutaan
(plakproef)onderzoek op type I allergie- indien niet positief gevolgd
door (of initieel indien de stof de epidermale barrière niet kan passeren)
intradermaal onderzoek op type I allergie.
- Indien negatief, kan indien
nodig overgegaan worden op een
orale
provocatie.
Aparte protocollen bestaan voor het onderzoek naar een
penicilline-allergie en
geneesmiddel-allergieën..
Auteur(s):dr.
Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.