Alopecia androgenetica (mannelijk type kaalheid)
begint bij mannen vooral op de kruin en aan de geheimratsecken. Bij vrouwen
met alopecia androgenetica (
vrouwelijk type kaalheid, female pattern hair loss)
is vooral craniaal de haardichtheid verminderd, terwijl de voorste haargrens
intact blijft. Vrouwen worden meestal niet, zoals mannen, geheel kaal,
maar de resterende haren hebben een dunnere structuur, zijn minder stevig en
breken daardoor eerder af. De hoofdhuid bij patiënten met alopecia androgenetica
ziet er geheel normaal uit. Op latere leeftijd kan echter wel veel
zonneschade ontstaan, met name actinische keratosen.
|
|
|
alopecia
androgenetica |
alopecia
androgenetica |
alopecia
androgenetica |
Voor de indeling van mannelijke kaalheid wordt vaak de
Norwood scale gebruikt (Cambridge university
press 2002). Voor male type alopecia bij vrouwen wordt een indeling in 3 graden
gebruikt (Montagna W, Parakkal PF (1974) The Structure and Function of Skin,
3rd ed. New York: Academic Press).
|
|
|
female
pattern hair loss |
female
pattern hair loss |
female
pattern hair loss |
Alopecia androgenetica ontstaat doordat haren involueren
door binding van androgenen zoals testosteron en dihydrotestosteron (DHT) aan
de androgeen-receptor in de haarfollikel. In de haarfollikel bevindt zich het
enzym
5-a-reductase, dat testosteron omzet in DHT,
dat een 10 tot 50 maal krachtigere androgene werking heeft. Er zijn twee typen
5a-reductase (type I en II). Op het craniale gedeelte van de hoofdhuid bevindt
zich vooral type I en in de baardstreek bevindt zich vooral type II. De verhouding
tussen de verschillende typen 5-a-reductase bepaalt of de haargroei geremd (craniale
hoofdhuid) of juist gestimuleerd wordt (baardstreek). Dihydrotestosteron wordt
op zijn beurt weer afgebroken door het enzym aromatase. De individuele verschillen
in ernst en progressie van alopecia androgenetica worden o.a. verklaard door
individuele verschillen in gehaltes aan 5-a-reductase, aromatase en de androgeen-receptor.
Naast genetische predispositie hebben ook hormonale factoren invloed op het
verloop van het proces. Alopecia androgenetica bij vrouwen komt voor bij 15%
van de premenopauzale en 40% van de postmenopauzale vrouwen. Het kan al rond
de 20 jaar beginnen maar wordt pas zichtbaar tussen 30-50 jaar. Bij 90% vrouwelijk
patroon, bij 10% mannelijk patroon.
Diagnostiek:
Om andere oorzaken van haaruitval uit te sluiten kan eventueel aanvullend onderzoek
verricht worden. Door middel van haarwortelonderzoek kan men onderzoeken of
de verhouding tussen telogene (uitvallende) en anagene (groeiende) haren verstoord
is. Bij alopecia androgenetica is craniaal het aantal telogene haarwortels verhoogd
ten opzichte van de anagene haarwortels. Soms kan een biopt noodzakelijk zijn
om de diagnose te bevestigen. Met name bij snel progressieve alopecia androgenetica
bij vrouwen zal een onderliggende hormonale stoornis moeten worden uitgesloten.
Lab onderzoek naar hormonale afwijkingen bij vrouwen (alleen geïndiceerd bij
tekenen van hyperandrogenisme, zoals
hirsutisme,
stemverlaging, onregelmatige menses, infertiliteit, clitorishypertrofie): vrij
testosteron (als maat voor ovarium androgeenproductie), DHEAS (als maat voor
bijnierandrogeenproductie) en dihydrotestosteron (als maat voor perifere androgeenproductie).
1 maand geen OAC gebruiken, prikken 's ochtends (8-10 uur), nuchter, op dag
1-7 van de volgende cyclus (tijdens menstruatie). Eventueel ijzer, ferritine,
TSH. Bij verdenking op hirsutisme wordt de hormonale screening uitgebreid (FSH,
LH, FSH/LH ratio, steroïd-bindend globuline, androsteendion, prolactine, cortisol),
meestal via een consult gynaecologie. Female pattern hair loss kan ook
voorkomen bij het polycysteus ovarium syndroom (zie onder
female pattern hair loss bij PCOS).
Trichoscopie:Miniaturisatie,
lonely hairs, dunne haren, vellus haren, gele dots.
|
miniaturisatie |
Therapie:
Bij mannen:R/ Propecia (finasteride) 1 mg
per dag. Progressie wordt vrijwel altijd gestopt, enige toename beharing bij
1/3 van de mannen. Voor blijvend resultaat is continu gebruik nodig. Het effect
is maximaal na 2 jaar. Na staken valt het haar weer uit in 9-12 maanden. Lange
termijneffecten nog onbekend. Bij mannen boven de 50 PSA bepalen. Finasteride
remt het enzym 5-a-reductase, waardoor de productie van DHT wordt verminderd
en hiermee het proces van haaruitval wordt geremd. Ondanks het feit dat men
interfereert in de hormoonhuishouding, zijn bijwerkingen zoals libidoverlies
en impotentie, nagenoeg te verwaarlozen. Wordt niet vergoed. Bij overschakelen
van minoxidil naar finasteride minoxidil nog 4 maanden door blijven gebruiken.
R/ minoxidil 5% lotion 1 dd of 2% 2 dd. Enig effect. NB: minoxidil wordt niet
vergoed.
R/ minoxidil 5%, propyleenglycol 10%, aqua dest 20%, alcohol 96%
ad 20 ml, 2 dd.
R/ Latanoprost 0.0025% in Espumil™ (Lipofiele schuim basis),
flacon 200 ml (Fagron nr 108604).
R/ Latanoprost 0.005% in Espumil™ (Lipofiele
schuim basis), flacon 100 ml (Fagron nr 108605).
R/ Latanoprost 0.005%, minoxidil
5% in Espumil™ (Lipofiele schuim basis), flacon 100 ml (Fagron nr 108606).
R/ finasteride spray 0.25% lokaal 1 dd 50-200 μl.
R/ Avodart (dutasteride) 1 dd 0.5 mg.
Chirurgische correctie met tissue-expansie,
haartransplantatie, hair-weaving.
Bij vrouwen: weinig therapeutische
opties beschikbaarBij ontbreken tekenen van hyperandrogenisme:
R/ minoxidil 5% lotion 1 dd of minoxidil 2% lotion 2 dd.
Minoxidil is het enige middel waarvan bij vrouwen met female pattern
hairloss significante verbetering is beschreven in studies van voldoende
kwaliteit, en het is ook het enige middel dat geregistreerd is voor female pattern hairloss.
Alle
andere hier onder genoemde medicaties zijn off-label, en de werkzaamheid er
van is niet aangetoond in goede studies.
Bij aanwezigheid van tekenen
van hyperandrogenisme:R/ Diane-35. Minimaal 6-12 maanden voortzetten. Zie
de opmerkingen over het
tromboserisico
bij OAC's.
R/ Diane-35 gecombineerd met Androcur (cyproteronacetaat),
10, 20, 30 of 50 mg gedurende de eerste 10-15 dagen van de strip. Cyproteronacetaat
blokkeeert de androgeen-receptor.
R/ spironolacton 2 dd 50-100 mg, veel drinken.
R/ flutamide 1 dd 125 mg (niet meer in Nederland geregistreerd) of
bicalutamide 1 dd 50-150 mg.
Deze behandelingen werken niet (of nog minder dan minoxidil) als er geen sprake
van hyperandrogenisme is.
R/
finasteride 1 dd 2.5-5 mg. Teratogene medicatie, zie de waarschuwingen in het
kompas en het
advies van de NVDV.
Bij postmenopauzale vrouwen:R/ Progynova (estradiol
valeraat) 1 dd 2 mg continu.
R/ Androcur (cyproteron) 1 dd 10 mg continu.
R/ finasteride 1 dd 2.5-5 mg. Teratogene medicatie, zie de waarschuwingen in
het kompas en het
advies van de NVDV.
R/ dutasteride 1 dd 0.15-0.5 mg. Teratogene medicatie,
zie de waarschuwingen in het kompas en het
advies van de NVDV.
Overige opties:R/ ferrofumaraat
2 x per week 200 mg bij ijzertekort.
R/ minoxidil oraal 1 dd 0.5 mg, geleidelijk te verhogen naar 1 dd 1.5 mg.
Zonodig verhogen tot 1 dd 2.5 mg.
Cyproteron bij vrouwenIn
2020 is er een waarschuwing uitgegeven over een verhoogd risico op het ontstaan
van meningeomen bij gebruik van cyproteronacetaat. Dit effect is dosisafhankelijk
(vooral bij hogere doses vanaf 25 mg per dag treedt het op) en neemt toe naarmate
de cumulatieve dosering toeneemt (bij meer dan 3 g is er een duidelijk verhoogd
risico). Het middel is gecontraindiceerd bij aanwezigheid of voorgeschiedenis
van meningeomen, moet gestaakt bij het ontstaan van een meningeoom, en patiënten
moeten worden gecontroleerd op symptomen passend bij meningeomen. Het voorschrijven
van cyproteron 10 of 50 mg aan vrouwen met hirsutisme, alopecia androgenetica,
acne of seborroe (de dermatologische indicaties) moet alleen gebeuren als er
onvoldoende resultaat wordt bereikt met de lagere doseringen (2 mg in de Diane
pil) of met andere behandelopties.
Finasteride en dutasteride
bij vrouwenFinasteride en dutasteride worden soms voorgeschreven
in haarklinieken bij vrouwen met alopecia androgenetica. Hier is discussie over
ontstaan in Nederland omdat beide middelen, vooral dutasteride teratogeen zijn
en eigenlijk niet mogen worden voorgeschreven bij premenopauzale vrouwen. Zie
ook het
advies van de NVDV hierover. In Nederland is men terughoudend met het voorschrijven
van deze middelen, maar in andere landen wordt het inmiddels wel gewoon voorgeschreven,
ook bij pre-menopauzale vrouwen. De huidige stand van zaken is dat
finasteride en dutasteride soms toch worden voorgeschreven bij
post-menopauzale vrouwen, en bij
alopecia androgenetica bij PCOS, maar niet bij pre-menopauzale vrouwen.
HaarprotheseVooral
bij uitgebreide alopecia is een
haarprothese (pruik,
toupet, hair-weaving) een optie. Eventueel kan de voorzijde van een haarprothese
gecamoufleerd worden door middel van een haartransplantatie.
Chirurgische mogelijkhedenHaartransplantatie
is tot op heden de enige mogelijkheid om bij een verminderde beharing of een
kale huid blijvend haargroei te ontwikkelen. De getransplanteerde haren vallen
niet uit omdat de getransplanteerde haarfollikel zich net zo gedraagt als op
de plaats van herkomst (meestal occipitaal). Zelfs in de meest gevorderde stadia
van gewone mannelijke kaalheid blijft op deze plaats een hoefijzervormige rand
van haar bestaan, welke ongevoelig is voor dihydrotestosteron. Haarfollikels
die van deze behaarde rand naar een kale plek op het hoofd van dezelfde patiënt
zijn verplaatst, zullen nieuwe haren ontwikkelen. Behalve alopecia androgenetica
kunnen ook andere blijvende vormen van kaalheid door middel van haartransplantatie
worden verholpen.
Men dient realistisch te zijn omtrent het resultaat. Men
kan met haartransplantatie nooit zo'n volle dos als vroeger bereiken. Indien
het dunbehaarde of kale gebied te groot is, zal men een keuze moeten maken van
het gebied dat men wenst te behandelen. Een andere chirurgische methode is een
scalpreductie al dan niet met tissue-expanding. Het nadeel hiervan is echter
het litteken. Het litteken kan later wijken, waardoor men weer genoodzaakt is
hiervoor een oplossing te vinden.
|
|
|
geoogste
haren |
detail |
detail |
Adressen voor haartransplantatie:
- Hair Science Clinic (
www.hasci.nl)
Injectie met gekweekte haarfollikelsBij deze nieuwe
methode wordt gebruik gemaakt van geplukte haren, waar nog levende haarfollikelcellen
aan gehecht zijn. Ook wordt er bloed afgenomen, waaruit cellen en cytokines
gehaald worden die noodzakelijk zijn voor het kweken van de haarfollikelcellen
in het laboratorium. Wanneer er genoeg haarfollikelcellen gekweekt zijn, wordt
de celsuspensie door middel van een minuscule naald weer in de huid gebracht.
Hierdoor is deze behandeling veel patiëntvriendelijker dan een haartransplantatie.
Een ander groot voordeel is het behoud van het donorgebied, waardoor het mogelijk
wordt grote kale gebieden naar tevredenheid te behandelen.
Volgens de
nieuwste inzichten bevat de haarfollikel een gebied met stamcellen waaruit vorming
van nieuwe haarfollikels en ook regeneratie van epidermis kan optreden. Dit
gebied bevindt zich in de bulge, ter hoogte van de aanhechting van de m. arrector
pili (zie
anatomie
van de haarfollikel). Als deze hypothese klopt heeft dat consequenties voor
de methode van kweek-haartransplantatie, maar ook voor laser-epilatie en wondgenezing.
Anatomie van de haarfollikel met het gebied waar de stamcellen zitten van waaruit
haren maar ook de epidermis kan teruggroeien.
Bron: www.njms.umdj.edu -
Wikimedia (Creative
Commons License
3.0).
CamouflageEr bestaan sprays met verf (Volumehair ®),
in diverse haarkleuren, die de haren dikker maken en ook de hoofdhuid meekleuren.
Beginnende kaalheid, vooral female type alopecia androgenetica, kan hier goed
mee worden gecamoufleerd.
Referenties
1. |
Norwood OT. Incidence of female androgenetic
alopecia (female pattern alopecia). Dermatol Surg 2001;27(1):53-54. |
2. |
Alsantali A, Shapiro J. Androgens and hair
loss. Curr Opin Endocrinol Diabetes Obes 2009; 16:246-253. |
3. |
Shin HS, Won CH, Lee SH, Kwon OS, Kim KH
et al. Efficacy of 5% Minoxidil versus Combined 5% Minoxidil and
0.01% Tretinoin for Male Pattern Hair Loss. Am J Clin Dermatol 2007;8(5):285-290. |
4. |
Blume-Peytavi U, Lönnfors S, Hillmann K,
Garcia Bartels N. A randomized double-blind placebo controlled pilot
study to assess the efficacy of a 24-week topical treatment by latanoprost
0.1% on hair growth and pigmentation in healthy volunteers with
androgenetic alopecia. J Am Acad Dermatol 2012 May;66(5):794-800. |
5. |
Gubelin Harcha W, Barboza Martínez J, Tsai
TF, Katsuoka K, Kawashima M, Tsuboi R, Barnes A, Ferron-Brady G,
Chetty D. A randomized, active- and placebo-controlled study
of the efficacy and safety of different doses of dutasteride versus
placebo and finasteride in the treatment of male subjects with androgenetic
alopecia. J Am Acad Dermatol 2014;70(3):489-498.
PDF |
6. |
Boersma IH, Oranje AP, Grimalt R, Iorizzo
M, Piraccini BM, Verdonschot EH. The effectiveness of finasteride
and dutasteride used for 3 years in women with androgenetic alopecia.
Indian J Dermatol Venereol Leprol 2014;80(6):521-525. |
7. |
Blumeyer A, Tosti A, Messenger A, Reygagne
P, Del Marmol V, Spuls PI, Trakatelli M, Finner A, Kiesewetter F,
Trüeb R, Rzany B, Blume-Peytavi U; European Dermatology Forum (EDF).
Evidence-based (S3) guideline for the treatment of androgenetic
alopecia in women and in men. J Dtsch Dermatol Ges 2011;9 Suppl
6:S1-57. |
8. |
Vastarella M, Cantelli M, Patrì A, Annunziata
MC, Nappa P, Fabbrocini G. Efficacy and safety of oral minoxidil
in female androgenetic alopecia. Dermatol Ther 2020;33(6):e14234. |
9. |
Feaster B, Onamusi T, Cooley JE, McMichael
AJ. Oral minoxidil use in androgenetic alopecia and telogen effluvium.
Arch Dermatol Res. 2022 Mar 4. Epub ahead of print. PMID: 35244759. |
10. |
Oliveira-Soares R, E Silva JM, Correia MP,
André MC. Finasteride 5 mg/day Treatment of Patterned Hair Loss
in Normo-androgenetic Postmenopausal Women. Int J Trichology 2013;5(1):22-25. |
11. |
Van Zuuren EJ. Behandeling female
pattern hair loss - (Gebrek aan) evidence. Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie
2018;28(3):5-7. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.
dr. M.C. Pasch. Dermatoloog, UMCN, Nijmegen.