Alopecia triangularis congenita (congenital triangular
alopecia, Brauer nevus) is een aangeboren driehoekige of ovale kale plek temporaal,
meestal eenzijdig, soms tweezijdig. De huid toont geen ontstekingsverschijnselen
(roodheid, schilfering, jeuk) en bevat vellusharen of helemaal geen haren. Het
is vanaf de geboorte aanwezig maar kan pas later opvallen (tussen 0 en 5 jaar).
De plek blijft stabiel aanwezig, wordt niet groter of kleiner en er ontstaan
ook geen andere plekken. De oorzaak is onbekend. Het is geen cicatriciële
alopecia, de haarzakjes zijn onderontwikkeld of ontbreken geheel. Kinderen die het hebben zijn
meestal kerngezond. In zeer zeldzame gevallen kan het onderdeel zijn van een
syndroom zoals
phakomatosis
pigmentovascularis, mentale retardatie en epilepsie, of
aplasia cutis congenita.
 |
 |
 |
| congenital
triangular alopecia |
congenital
triangular alopecia |
congenital
triangular alopecia |
DD: alopecia areata,
status na
tinea capitis,
alopecia cicatricialis nno.
Therapie:Geen. Eventueel haartransplantatie of totale excisie
bij kleine plekken.
Referenties
| 1. |
Garcia-Hernandez MJ, Rodriguez-Pichardo A,
Camacho F. Congenital triangular alopecia (Brauer nevus). Pediatr
Dermatol 1995;12:301-303. |
| 2. |
Kim HJ, Park KB, Yang JM, Park SH, Lee ES.
Congenital triangular alopecia in phakomatosis pigmentovascularis:
report of 3 cases. Acta Derm Venereol 2000;80:215-216. |
| 3. |
Ruggieri M, Rizzo R, Pavone P, Baieli S,
Sorge G, Happle R. Temporal triangular alopecia in association with
mental retardation and epilepsy in a mother and daughter. Arch Dermatol
2000;136:426-427. |
| 4. |
Kenner JR, Sperling LC. Pathological case
of the month. Temporal triangular alopecia and aplasia cutis congenita.
Arch Pediatr Adolesc Med 1998;152:1241-1242. |
| 5. |
Armstrong DK, Burrows D. Congenital triangular
alopecia. Pediatr Dermatol 1996;13:394-396. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.
ICD10: Q84.0
