Amyloidosis cutis is de verzamelnaam voor een zeldzame
groep huidafwijkingen gekenmerkt door stapeling
van amyloïd materiaal, histologisch te herkennen met een PAS kleuring, Kongorood
(dubbelbrekend), of thioflavine T kleuring. Amyloïd
is een verzamelnaam voor fibrillair opgebouwd afzettingsmateriaal. Amyloidosis
wordt onderverdeeld in cutane (gelokaliseerde) amyloidosis en systemische amyloidosis.
Bij gelocaliseerde cutane amyloidosis is het amyloïd
materiaal een keratine-precursor of afbraakprodukt
(AK-amyloïd), bij systemische amyloïdose
kan het b.v. een light chain kappa of lambda immunoglobuline
zijn (AL-amyloïd), of het ontstekingseiwit serum amyloïd
A (AA-amyloïd).
Voorheen werden de verschillende
varianten ingedeeld op basis van het klinisch beeld, tegenwoordig meer op typering
van het type amyloïd. De cutane vormen zijn redelijk
overzichtelijk in te delen en worden allemaal veroorzaakt door depositie van
AK-amyloid, uitgezonderd de zeer zeldzame variant amyloidosis cutis nodularis
atrophicans, die wordt veroorzaakt door lokale ophopingen van AL-amyloid geproduceerd
door plasmacellen. De systemische vormen zijn ingewikkelder,
inmiddels zijn er meer dan 20 verschillende amyloid-deposities met bijbehorende
interne aandoeningen bekend, zoals amyloidose geassocieerd met paraproteïnen,
plasmacytoma, multipel myeloma, etc, hereditaire amyloidose,
amyloidose bij
familial Mediterranean fever (FMF), amyloidose + urticaria + doofheid + nefropathie,
famial polyneuropathic amyloidosis, familial amyloidosis of cardiac muscle,
idiopathische systemische amyloidose, etc. Sommige van deze syndromen zoals
FMF worden inmiddels ingedeeld onder de
auto-inflammatoire syndromen.
Zie verder onder systemische amyloidosis.
Amyloidosis cutis maculosa (macular or interscapular
cutaneous amyloidosis) wordt klinisch gekenmerkt door een onscherp begrensde
gehyperpigmenteerde jeukende huid, soms met krabeffecten, lichenificatie, lichen
simplex chronicus-achtig beeld. Komt vaker voor bij mensen uit Azië, Zuid-Amerika,
Midden-Oosten. De oorzaak is onbekend; mogelijk zijn maculaire amyloidosis en
lichen amyloidosis uitingen van dezelfde aandoening en speelt jeuk een rol.
Maar de jeuk kan bij maculaire amyloidosis mild zijn of afwezig, en de huid
vertoont meestal geen lichenificatie of andere krabeffecten. Er bestaan familiaire
vormen van primaire cutane amyloidosis waarbij een mutatie in een receptor voor
IL31 en oncostatin M is gevonden. Kan overal op lichaam voorkomen, vaak op rug
en schouders. Ook op de armen en de benen. Soms plaatselijk toch ook wat papuleus.
Typisch is de aanwezigheid van lineaire gehyperpigmenteerde lijnen in een golfjespatroon
(rippled hyperpigmentation), vooral te zien bij een
(licht) gepigmenteerde huid. Amyloidosis cutis is moeilijk te behandelen. Het
bestrijden van droge huid en jeuk kan helpen. De hyperpigmentatie is moeilijk
te behandelen. In case reports wordt effect van pulsed dye laser en Q-switched
Nd:YAG laser beschreven, maar de afwijkingen zijn meestal te uitgebreid om dat
te gaan proberen. In systematische reviews naar de behandeling van cutane amyloidosis
is de conclusie dat de evidence ontbreekt om aanbevelingen te doen.
Therapie: R/ lanette vaseline aa, andere emollientia
zoals genoemd onder producten voor de droge
huid. R/ Lokale antipruriginosa, vooral
menthol preparaten. R/ Salicylzuur 6% gel FNA. R/ corticosteroïden lokaal.
R/ Neotigason (acitretine) 1 dd 10-40 mg.
Lichen amyloidosus (amyloidosis cutis papulosa) is
een hevig jeukende chronische lichenoïde dermatose,
vooral pretibiaal. Op de scheenbenen kunnen multipele roze tot bruinrode harde
hyperkeratotische (soms verruceuze) papels ontstaan. Er is geen relatie met
systemische aandoeningen. Het komt voor rond middelbare leeftijd, iets vaker
bij mannen, en vooral bij Aziaten. Het amyloidmateriaal is afkomstig van keratine,
en men neemt aan dat het ontstaat tengevolge van de chronische jeuk en het krabben
(secundaire depositie). Naast de hevig jeukende lichenoide variant op de benen
bestaat er ook een variant van amyloidosis cutis papulosa met lichenoide gehyperpigmenteerde
papeltjes tussen de schouderbladen. Deze variant, die klinisch moeilijk te onderscheiden
kan zijn van amyloidosis cutis maculosa, kan geassocieerd voorkomen met het
MEN 2A syndroom (multiple endocrine neoplasia type 2A, Sipple syndroom). Lichen
amyloidosis en maculaire amyloidosis kunnen samen voorkomen (biphasic amyloidosis).
PA:
Amyloid depositie hoog in de papillaire dermis in combinatie met uitgesproken
epidermale veranderingen (hyperkeratose, acanthose, krabeffecten).
Therapie: Lokale antipruriginosa,
vooral menthol preparaten zoals: R/ levomenthol 1% in carbomeerwatergel FNA,
levomenthol 1% in carbomeerwatergel alcoholisch FNA. R/ levomenthol 2% in
carbomeerwatergel alcoholisch (Fagron) R/ levomenthol 1% in lanettecrème
I FNA. R/ mentholcrème 0.5%, mentholcrème 2% (diversen) R/ mentholstrooipoeder
2% (o.a. Fagron) R/ levomenthol 1% in zinkoxideschudsel, alcoholisch FNA
R/ levomenthol-lidocaïnegel FNA. R/ Capsaïcine crème 0.025% of 0.075% FNA.
Systemische antipruriginosa, zoals: R/
Antihistaminica, vooral sederende antihistaminica zoals hydroxyzine of polaramine.
R/ Neurontin (gabapentine) tab à 300 mg, start met 1 dd 300 mg, geleidelijk
opbouwen tot 3 dd 2 tab per dag (1800 mg), maximaal 3 dd 3 tab (2700 mg) per
dag. Bij uremische pruritus, prurigo nodularis en multiple sclerose. R/ Diprosalic
en andere lokale corticosteroïden. R/ intralesionale corticosteroïden.
R/ Protopic (tacrolimus 0.1%) zalf. R/ Neotigason (acitretine) 1 dd 10-40
mg. R/ UVB therapie. R/ UVA1 therapie in combinatie met lokale
corticosteroïden klasse III-IV. R/ dupilumab.
Curettage
en electrocoagulatie, dermabrasie, excisie.
Q-switched
Nd:YAG laser (532- and 1064-nm).
Referenties
1.
Wang WJ. Clinical features of cutaneous amyloidoses.
Clin Dermatol 1990;8(2):13-19.
2.
Apaydin R, Gurbuz Y, Bayramgurler D, Muezzinoglu
B, Bilen N. Cytokeratin expression in lichen amyloidosus and macular
amyloidosis. J Eur Acad Dermatol Venereol 2004;18(3):305-309.
3.
Weyers W, Weyers I, Bonczkowitz M, Diaz-Cascajo
C, Schill WB. Lichen amyloidosus: a consequence of scratching. J
Am Acad Dermatol 1997;37(6):923-928.
4.
Nunziata V, di Giovanni G, Lettera AM, D'Armiento
M, Mancini M. Cutaneous lichen amyloidosis associated with multiple
endocrine neoplasia type 2A. Henry Ford Hosp Med J 1989;37(3-4):144-146.
5.
Tanaka A, Arita K, Lai-Cheong JE, Palisson
F, Hide M, McGrath JA. New insight into mechanisms of pruritus from
molecular studies on familial primary localized cutaneous amyloidosis.
Br J Dermatol 2009;161(6):1217-1224.
6.
Frolich M, Enk A, Diepgen TL, Weisshaar E.
Successful treatment of therapy-resistant pruritus in lichen amyloidosis
with menthol. Acta Derm Venereol 2009;89(5):524-526.
7.
Castanedo-Cazares JP, Lepe V, Moncada B.
Lichen amyloidosis improved by 0.1% topical tacrolimus. Dermatology
2002;205(4):420-421.
8.
Choi JY, Sippe J, Lee S. Acitretin for lichen
amyloidosus. Australas J Dermatol 2008;49(2):109-113.
9.
Ostovari N, Mohtasham N, Oadras MS, Malekzad
F. 532-nm and 1064-nm Q-switched Nd:YAG laser therapy for reduction
of pigmentation in macular amyloidosis patches. J Eur Acad Dermatol
Venereol 2008;22(4):442-446.
10.
Barsky M, Buka RL. Pulsed dye laser
for the treatment of macular amyloidosis: a case report. Cutis 2014
Apr;93(4):189-192.
11.
Weidner T, Illing T, Elsner P. Primary
Localized Cutaneous Amyloidosis: A Systematic Treatment Review.
Am J Clin Dermatol 2017 Oct;18(5):629-642.
12.
Guillet C, Steinmann S, Maul JT, Kolm I.
Primary Localized Cutaneous Amyloidosis: A Retrospective Study
of an Uncommon Skin Disease in the Largest Tertiary Care Center
in Switzerland. Dermatology 2022;238(3):579-586.
13.
Humeda Y, Beasley J, Calder K. Clinical
resolution of generalized lichen amyloidosis with dupilumab: a
new alternative therapy. Dermatol Online J 2020 Dec
15;26(12):13030/qt64s0s466.
Amyloidosis cutis dyschromica is een zeldzame vorm
van primaire cutane amyloidosis. Het klinisch beeld
is een mix van gedissemineerde gehyperpigmenteerde macula en guttata vormige
gehypopigmenteerde macula. Ter plaatse van de afwijkingen wordt
amyloid depositie gevonden, afkomstig van
keratine. Er zijn geen systemische afwijkingen. Het beeld komt vooral voor bij
Aziatische patiënten. Het komt ook familiair voor (familial generalized dyschromic
amyloidosis cutis). De oorzaak is niet bekend. Een theorie is dat er een defect
is in het DNA repair mechanisme en dat de afwijkingen worden veroorzaakt door
UVB schade.
Therapie:
Weinig opties. Beschermen tegen UVB schade. Acitretine 20 mg per dag is genoemd
als therapie.
Referenties
1.
Qiao J, Fang H, Yao H. Amyloidosis cutis
dyschromica. Orphanet J Rare Dis 2012;7:95.
2.
Madarasingha NP, Satgurunathan K, De Silva
MV. A rare type of primary cutaneous amyloidosis: amyloidosis cutis
dyschromica. Int J Dermatol 2010;49(12):1416-1418.
3.
Garg T, Chander R, Jabeen M, Barara M, Mittal
K, Jain M, Puri V. Amyloidosis cutis dyschromica: a rare pigmentary
disorder. J Cutan Pathol 2011;38:823-826.
4.
Huang WH, Wu CY, Yu CP, Chiang CP. Amyloidosis
cutis dyschromica: four cases from two families. Int J Dermatol
2009;48(5):518-521.
5.
Ho MS, Ho J, Tan SH. Hypopigmented macular
amyloidosis with or without hyperpigmentation. Clin Exp Dermatol
2009;34:e547-e551.
6.
Eng AM, Cogan L, Gunnar RM, Blekys I. Familial
generalized dyschromic amyloidosis cutis. J Cutan Pathol 1976;3:102-108
7.
Ozcan A, Senol M, Aydin NE, Karaca S. Amyloidosis
cutis dyschromica: a case treated with acitretin. J Dermatol 2005;32:474-477.
8.
Moriwaki S, Nishigori C, Horiguchi Y, Imamura
S, Toda K, Takebe H. Amyloidosis cutis dyschromica. DNA repair reduction
in the cellular response to UV light. Arch Dermatol 1992;128(7):966-970.
9.
Al Hawsawi K, All Aboud K, Ramesh V, Al Aboud
D: Dyschromatosis universalis hereditaria: report of a case and
review of the literature. Pediatr Dermatol 2002;19:523-526.
Met secundaire of reactieve amyloidosis wordt bedoeld
dat er bij diverse huidaandoeningen, vooral bij chronische jeukende dermatosen
AK-amyloid deposities kunnen ontstaan. Bijvoorbeeld bij
notalgia paresthetica. AK-amyloid
deposities kunnen ook gevonden worden in dermatofibromen, basaalcelcarcinoom,
dermale naevi, actinische keratose en verruca seborrhoica. Er zijn auteurs die
denken dat ook bij lichen amyloidosis de amyloid deposities ontstaan t.g.v.
schade aan de epidermis door langdurig krabgedrag. Voor de hevig jeukende lichen
amyloidosis op de onderbenen is dat aannemelijk: de jeuk bestaat vaak jaren
eerder dan de amyloid deposities. Voor de interscapulaire variant van lichen
amyloidosis is dat niet waarschijnlijk: de amyloid deposities zijn reeds aanwezig
terwijl er nog geen enkele schade aan de epidermis is te zien (zie de detailfoto
hieronder rechts van een beginstadium van amyloidosis cutis papulosa).
Amyloid elastosis is een extreem zeldzame aandoening,
beschreven door Winkelmann in 1985. Het is een progressieve fatale systemische
en cutane amyloidosis, waarbij amyloid materiaal wordt afgezet rond elastine
vezels in de huid en in inwendige organen (o.a. longen) en rond bloedvaten.
Er ontstaan multipele huidkleurige of geelbruine vast aanvoelende noduli en
plaques, vooral op de romp, rug, nek en schouders. Daarnaast progressieve spierzwakte
en neurologische klachten.
Poikiloderma-like cutaneous amyloidosis is ook een
zeer zeldzame variant van cutane amyloidosis, en onderdeel van een syndroom
bestaande uit poikiloderma-achtige huidveranderingen en lichenoide papels, waarin
amyloid deposities, plus licht overgevoeligheid, korte lichaamslengte, en soms
blaren en palmoplantaire hyperkeratose.
Referenties
1.
Ho MH, Chong LY. Poikiloderma-like cutaneous
amyloidosis in an ethnic Chinese girl. J Dermatol 1998;25(11):730-734.
2.
Ogino A, Tanaka S. Poikiloderma-like cutaneous
amyloidosis. Report of a case and review of the literature. Dermatologica
1977;155(5):301-309.
AMYLOIDOSIS CUTIS, NODULAIRE VORM (nodular cutaneous amyloidosis)
Nodulaire cutane amyloidosis (nodular localized cutaneous
amyloidosis, amyloidosis cutis nodularis atrophicans,
tumefactive amyloid) is zeer zeldzaam. Het amyloid materiaal is niet afkomstig
van keratine zoals bij de andere vormen van cutane amyloidose, maar het is AL-amyloid
afkomstig van lichte ketens immunoglobulinen, geproduceerd
door een lokaal infiltraat van plasmacellen. Het is
niet bekend waarom die plasmacellen zich lokaal ophopen in de huid. De infiltraten
zijn polyclonaal, maar soms monoclonaal. Toch gaat het niet om een plasmacel
maligniteit, per definitie is het benigne en beperkt tot de huid. Het kan geassocieerd
zijn met auto-immuunziekten, vooral Sjögren syndroom, ook CREST, RA, SLE en
primaire biliaire cirrhose.
Klinisch beeld: Multipele
milimeters tot centimeters grote huidkleurige, roze, rode, bruine of gelige
plaques, verspreid over het hele lichaam, soms solitair. De plaques kunnen ook
voorkomen in het gelaat, op of rond de neus of de oren, en soms lijken op facies
leonina-achtige plaques. Het kan ook tussen de tenen zitten (zie
nodulaire amyloidosis van de voet). De plaques kunnen een gedeeltelijk atrofische epidermis
tonen of na genezing een atrofische epidermis achterlaten. Extracutane amyloidose
of symptomen die daarbij kunnen horen zoals macroglossia of
purpura (raccoon
eyes) komen niet voor.
Diagnostiek:
Biopt (diep, 4 mm), specifiek vragen naar amyloidosis i.v.m. de benodigde speciale
kleuringen (PAS, immunohistochemie). Voor de dd met multiple myeloma algemeen
bloedbeeld plus screening op paraproteïnen
(M-proteïne).
PA: Depositie van AL amyloid in de
dermis en subcutis. Histochemisch kappa of lambda light chains. Tevens een infiltraat
met daarin veel plasmacellen, poly- of monoclonaal.
Therapie:
Moeilijk te behandelen. Behandeling is ook niet echt nodig. Lokale en intralesionale
corticosteroïden worden genoemd (matig resultaat), ook lokale excisie (deels
om cosmetische redenen), of destructieve methoden zoals cryotherapie, curettage
en elektrocoagulatie, dermabrasie en CO2 laser. Ook cyclofosfamide wordt genoemd,
voor ernstige gevallen met veel laesies. Het kan recidiveren na behandeling.
Referenties
1.
Wong CK. Mucocutaneous manifestations in
systemic amyloidosis. In: Wong CK, Breathnach SM (editors). Cutaneous
amyloidoses. Clinics in Dermatology, Elsevier, New York, 1990, pp
7-12.
2.
Woollons A, Black MM. Nodular localized primary
cutaneous amyloidosis: a long-term follow-up study. Br J Dermatol
2001;145(1):105-109.
3.
Moon AO, Calamia KT, Walsh JS. Nodular amyloidosis:
review and long-term follow-up of 16 cases. Arch Dermatol 2003;139(9):1157-1159.
4.
Hagari Y, Mihara M, Hagari S. Nodular localized
cutaneous amyloidosis: detection of monoclonality of infiltrating
plasma cells by polymerase chain reaction. Br J Dermatol 1996;135(4):630-633.
5.
Srivastava M. Primary cutaneous nodular amyloidosis
in a patient with Sjögren's syndrome. J Drugs Dermatol 2006;5(3):279-280.
6.
Summers EM, Kendrick CG. Primary localized
cutaneous nodular amyloidosis and CREST syndrome: a case report
and review of the literature. Cutis 2008;82(1):55-59.
7.
Bozikov K, Janezic T. Excision and split
thickness skin grafting in the treatment of nodular primary localized
cutaneous amyloidosis. Eur J Dermatol 2006;16(3):315-316.
8.
Lien MH, Railan D, Nelson BR. The efficacy
of dermabrasion in the treatment of nodular amyloidosis. J Am Acad
Dermatol 1997;36(2 Pt 2):315-316.
9.
Lesiak A, Rakowski A, Brzezinska A, et al.
Effective treatment of nodular amyloidosis with carbon dioxide laser.
Cutan Med Surg 2012;16(5):372-374.
10.
Alster TS, Manaloto RM. Nodular amyloidosis
treated with a pulsed dye laser. Dermatol Surg 1999;25(2):133-135.