Het
CANDLE / PRAAS syndroom (
chronic atypical
neutrophilic dermatosis with lipodystrophy and elevated temperature
/
proteasome-associated autoinflammatory syndrome)
is een zeldzame
auto-inflammatoire aandoening, behorende
tot de
type I interferonopathieën. Tot deze groep
behoren ook stimulator of interferon genes (STING)-associated vasculopathy with
onset in infancy (
SAVI), en Aicardi-Goutières syndrome
(
AGS).
De genetische achtergrond van het CANDLE syndroom is een mutatie in eiwitten die onderdeel zijn van het intracellulaire proteasoom. Het proteasoom-immunoproteasoom complex is betrokken bij de afbraak van signaaleiwitten in de cel. In dit afbraakproces worden te elimineren eiwitten gekoppeld aan ubiquitine (ubiquitinisatie). Bij een stoornis in dit proces hopen deze afbraakproducten zich op en veroorzaken een verhoogde productie van type 1 IFN (interferon) waardoor vervolgens nog meer inflammatoire cellen worden aangetrokken. Bij CANDLE / PRAAS zijn mutaties gevonden in PSMB8 (proteasome subunit, beta-type, 8) in chromosoom 6p21.32 dat codeert voor de β5i (i = inducible) subunit van het immunoproteasoom. Maar later ook in PSMB4, PSMA3 (proteasome subunit, alpha-type, 3), PSMB9, en in het regulatoire eiwit POMP dat betrokken is bij de opbouw van het proteasoom uit de alpha en beta subunits. De meest gevonden mutaties zijn compound heterozygote mutaties in PSMB8, of PSMB4, of in combinaties van PSMA3/PSMB8, PSMB9/PSMB4, of PSMB8/PSMB4.
Het
CANDLE syndroom
begint meestal in de eerste levensmaanden, met langdurige perioden van dagelijkse
koorts of verhoging, en het ontstaan van de eerste huidafwijkingen. Soms kan
het worden uitgelokt door
koude, net als andere
auto-inflammatoire aandoeningen.
De huidafwijkingen hebben een chronisch beloop maar kunnen richting puberteit
wel minder worden. De
lipodystrofie ontstaat meestal
ook al op jonge leeftijd, vaak al voor het tweede levensjaar, in ieder geval
voor de puberteit en is kenmerkend voor het CANDLE syndroom. Later kunnen ook
gewrichtsklachten ontstaan en orgaanschade.
|
|
CANDLE
syndroom |
CANDLE
syndroom |
|
|
CANDLE
syndroom |
CANDLE
syndroom |
De huidafwijkingen bestaan uit:1) Acrale perniosis
achtige huidafwijkingen (rode of paarse oedemateuze plaques aan vingers, tenen,
neus, oren) vanaf de geboorte of op peuterleeftijd.
2) Erythemateuze of paarse
oedemateuze annulaire plaques, met een verheven rand, vanaf peuterleeftijd of
kinderleeftijd. Deze komen en gaan, worden minder zichtbaar in dagen tot weken,
waarbij vaak nog lang een paarse macula achterblijft. Gaat vaak weer over op
volwassen leeftijd.
3). Perioraal and perioculair oedeem met rode of roodpaarse
verkleuringen, vanaf peuter of kinderleeftijd. Wordt na de puberteit minder
zichtbaar.
4). Lipodystrofie, begint vaak al op jonge leeftijd (< 2 jaar),
eerst in het gelaat, onder de ogen en op de wangen, later ook op de romp en
extremiteiten.
Men neemt aan dat type 1 interferon hoofdverantwoordelijk
is voor het verlies aan vetcellen. Door de lipodystrofie ontstaat een typisch
gelaat, met ingevallen wangen. Aan de benen kan er ook verlies aan spiermassa
ontstaan. De buik blijft soms opvallend bol door opslag van visceraal vet. Door
metabole veranderingen kan acanthosis nigricans of hirsutisme ontstaan.
Algemene verschijnselenEr kan een groeiachterstand
ontstaan. Soms is er hepatomegalie, splenomegalie en gegeneraliseerde lymfadenopathie.
Tijdens inflammatoire episoden kunnen diverse organen betrokken raken bij het
ontstekingsproces, soms met ernstige schade. Gerapporteerd zijn conjunctivitis,
nodulaire episcleritis, otitis, parotitis, acute steriele epididymitis, pneumonitis,
nefritis, en carditis.
Spieren en gewrichtenArtralgie,
gezwollen interfalangeale gewrichten zonder duidelijke artritis, later vaak
hypermobiliteit en contracturen aan handen en voeten. Chondritis oren en neus.
Aanvallen van inflammatoire myositis.
Centraal zenuwstelsel
Soms aseptische meningitis, meningoencephalitis, calcificaties in basale ganglia.
DD:Sweet syndroom,
vasculitis,
AHOI syndroom, hematologische
maligniteiten,
SAVI, AGS, andere
auto-inflammatoire syndromen (NOMID syndrome,
TRAPS, or hyper-IgD syndrome),
hematomen,
familiale chilblain lupus, otulipenia.
Lipodystrofie heeft ook een uitgebreide DD, maar bij die syndromen (o.a. generalized
congenital lipodystrophy) ontbreken de huidafwijkingen en de koortsperioden.
Diagnostiek:Lab (BSE, CRP, bloedbeeld, leverenzymen,
CPK, aldolase, cholesterol, triglyceriden, glucose). Voor de DD ANA, IgG, IgA,
IgM e.a. onderzoek op basis van klachten en verdenkingen. Biopt. De diagnose
wordt vooral gesteld op de combinatie van symptomen (koortsaanvallen, huidafwijkingen,
lipodystrofie) en de PA van de huidbiopten waarin een lobulaire panniculitis
wordt gezien. In toenemende mate kan met DNA diagnostiek het onderliggende gendefect
worden aangetoond.
PA:In de dermis en subcutis een
perivasculair voornamelijk mononucleair infiltraat met bijmenging van neutrofielen
en enkele eosinofielen. Er kunnen kenmerken van vasculitis aanwezig zijn zoals
kernpuin en fibrinoïde necrose van de vaatwand. In het subcutane vet is de distributie
die van een lobulaire panniculitis. Na verloop van tijd ontstaat destructie
en verlies van subcutaan vet (lipodystrofie). De mononucleaire cellen hebben
grote irregulaire kernen, op basis van deze atypische cellen wordt soms een
hematologische maligniteit overwogen, maar dat is het niet. Met aanvullende
immunohistochemie ziet men myeloide cellen (myeloperoxidase +), macrofagen (CD68,
CD163 +), en clusters van plasmacytoïde dendritische cellen (CD123 +).
Therapie:Moeilijk te behandelen. Kan vanzelf overgaan
of spontaan verbeteren. Meestal worden in inflammatoire episoden systemische
corticosteroïden of methotrexaat voorgeschreven. NSAIDs kunnen helpen om de
koorts en de inflammatie te verminderen. JAK1/2 kinase inhibitors zoals baricitinib,
en nieuwere JAK remmers worden in onderzoeksverband toegepast en lijken de symptomen
te kunnen verminderen. Ook stamceltransplantatie is toegepast. Vanwege de zeldzaamheid
zijn er nog geen behandelprotocollen.
Referenties
1. |
Torrelo A, Patel S, Colmenero I, Gurbindo
D, Lendínez F, Hernández A, López-Robledillo JC, Dadban A, Requena
L, Paller AS. Chronic atypical neutrophilic dermatosis with lipodystrophy
and elevated temperature (CANDLE) syndrome. J Am Acad Dermatol 2010;62(3):489-495. |
2. |
Torrelo A. CANDLE Syndrome As a Paradigm
of Proteasome-Related Autoinflammation. Front Immunol 2017;8:927. |
3. |
Cetin Gedik K, Lamot L, Romano M, Demirkaya
E, Piskin D, Torreggiani S, Adang LA, Armangue T, Barchus K, Cordova
DR, Crow YJ, Dale RC, Durrant KL, Eleftheriou D, Fazzi EM, Gattorno
M, Gavazzi F, Hanson EP, Lee-Kirsch MA, Montealegre Sanchez GA,
Neven B, Orcesi S, Ozen S, Poli MC, Schumacher E, Tonduti D, Uss
K, Aletaha D, Feldman BM, Vanderver A, Brogan PA, Goldbach-Mansky
R. The 2021 European Alliance of Associations for Rheumatology/American
College of Rheumatology points to consider for diagnosis and management
of autoinflammatory type I interferonopathies: CANDLE/PRAAS, SAVI
and AGS. Ann Rheum Dis 2022;81(5):601-613. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.