Er zijn twee varianten van primair cutane CD30-positieve
lymfoproliferatieve T-celaandoeningen:
lymfomatoïde papulose (LyP) en
primair cutaan anaplastisch
grootcellig lymfoom (C-AGL). Histologisch is er geen
onderscheid te maken tussen beide varianten, klinisch wel. Histologisch
zijn er velden van
grote CD30-positieve anaplastische of pleomorfe cellen met een
aberrant T-celfenotype en een wisselend uitgebreid ontstekingsinfiltraat.
Anders dan bij systemisch anaplastisch grootcellig lymfoom
is er bij LyP en C-AGL geen t(2;5)- translocatie, en
ALK (anaplastic lymphoma kinase) is negatief. De
patholoog kan geen uitspraak doen of het LyP is of C-AGL en noemt het een primair cutane
CD30-positieve lymfoproliferatieve aandoening. Het is aan de klinicus om
lymfomatoïde papulose te herkennen en te voorkomen dat deze patiënten
onnodig worden behandeld met agressieve chemotherapie. Zie ook onder
cutane lymfomen.
Lymfomatoïde papulose heeft een goedaardig
beloop. Er ontstaan steeds weer nieuwe spontaan in 4-8 weken genezende
papels of papulonecrotische / papulonodulaire laesies. Het is
waarschijnlijk een laag-gradig cutaan T-Cell lymfoom (CTCL) met een zeer
goede prognose. Lymfomatoïde papulose toont zelden progressie naar een
systemisch lymfoom en heeft een 10-jaarsoverleving van
bijna 100%. Het kan op elke leeftijd ontstaan, ook bij kinderen, echter
gemiddeld begint het tussen 35-45 jaar. Zie verder onder
lymfomatoïde papulose.
|
|
|
lymfomatoïde papulose |
lymfomatoïde papulose |
lymfomatoïde papulose |
Primair cutaan anaplastisch grootcellig lymfoom
begint meestal als een solitaire, vaak ulcererende tumor, die
bij 20% van de patiënten de neiging heeft spontaan te verdwijnen. Circa 20%
heeft multipele laesies, 15% heeft uitbreiding naar perifere
lymfklieren. De 10-jaarsoverleving ligt rond 90%.
|
|
|
CD30+
C-AGL |
CD30+
C-AGL |
CD30+
C-AGL |
Therapie:Lymfomatoïde papulose gaat vanzelf weer over.
Bij weinig laesies expectatief beleid. Bij zeer veel laesies kan behandeling
met methotrexaat (5-25 mg per week) worden gegeven. Dit is bij circa 80%
effectief.
C-AGL in de vorm
van een solitaire laesie kan worden behandeld met radiotherapie of excisie.
Bij multipele laesies ook methotrexaat. Chemotherapie is meestal niet nodig.
Referenties
1. |
Willemse R. Diagnostiek en behandeling van
cutane lymfomen. Ned Tijdschr Hematol 2008;5:3-11. |
Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.