CONTACTECZEEM DOOR ALLERGIE VOOR HANDSCHOENEN home ICD10: L23.5

In de gezondheidszorg is het gebruik van handschoenen sterk gestegen, vooral door toepassing bij die werkzaamheden waarbij medisch personeel een kans heeft op een virale besmetting. Handschoenen voor medische toepassing zijn meestal gemaakt van natuur- of synthetische rubber. Ook polyetheen ("plastic zakje met vijf vingers") en polyvinylchloride worden gebruikt, maar deze missen de elastische eigenschappen van rubber. Voor industrieel en huishoudelijk gebruik wordt ook polyvinylalcohol en nitrylrubber toegepast. Het dragen van handschoenen kan huidafwijkingen veroorzaken, meestal gelokaliseerd aan handen, rond de polsen en aan de onderarmen, maar ook in het gelaat, bij voorkeur aan de oogleden. In zeldzame gevallen kunnen er systemische reacties optreden.
 
De afwijkingen ontstaan door het afsluitende effect van handschoenen, bestanddelen van het handschoenmateriaal, en stoffen die de handschoenbarrière passeren. Het afsluitende effect van handschoenen veroorzaakt een microklimaat met een verhoogde temperatuur en vochtigheid, waardoor overhydratie van de epidermis optreedt. Deze overhydratie, in combinatie met het afsluitend effect van de handschoen, bevordert de passage van stoffen door de huid. Bestanddelen van handschoenen of stoffen die de handschoenbarrière passeren kunnen op deze wijze een type I maar vooral een type IV allergie induceren. Allergieën voor bestanddelen van handschoenen worden voornamelijk gezien bij gebruik van rubber handschoenen en betreffen de bestanddelen die onder 'type IV allergieën' en 'contacturticaria' zijn besproken.
 
De doorlaatbaarheid van handschoenen is afhankelijk van de aard van het toegepaste polymeer en de dikte van de handschoen. Zo zijn handschoenen van rubber vrij makkelijk doorgankelijk voor nikkel, formaldehyde, glutaaraldehyde, epoxyhars, sommige acrylverbindingen en glycerylmonothioglycolaat (permanentvloeistof). Vinylhandschoenen worden makkelijk aangetast door organische en chloorhoudende oplosmiddelen, zoals styreen, tolueen en trichloorethaan. Polyetheen daarentegen is vrij goed bestand tegen uiteenlopende chemische stoffen, maar de pasvorm, de gevoeligheid voor mechanische beschadiging en de afwezigheid van elastische eigenschappen beperken de toepassing van dit type handschoenen. Chemische stoffen die de handschoenbarrière passeren kunnen naast een type IV allergie ook een lokale irritatie contactdermatitis veroorzaken. Voor zover bekend beschermen alle type handschoenmaterialen wel tegen passage van virussen en bacteriën.
 
Bij de toepassing van handschoenen moet men letten op:
a. Het comfort, de rekbaarheid en de pasvorm van het materiaal.
b. Bij bescherming tegen chemische stoffen moet men zich afvragen of de betreffende chemische stof het materiaal niet aantast of de handschoenbarrière kan passeren.
c. Een mogelijke type IV of type I allergie voor bestanddelen van rubber handschoenen en handschoenpoeder.


Auteur(s):
dr. H.B. van der Walle. Dermatoloog, ZH Rijnstate, Arnhem.

31-05-2023 (HBW) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 L23.5 Allergische contactdermatitis door overige chemische produkten
ICD10 L23.5 Allergic contact dermatitis due to other chemical products
SNOMED 291000119100 Allergic contact dermatitis caused by chemical
DBC 6 Eczeem contactallergisch