In de gezondheidszorg is het gebruik van handschoenen sterk gestegen,
vooral door toepassing bij die werkzaamheden waarbij medisch personeel een
kans heeft op een virale besmetting. Handschoenen voor medische toepassing
zijn meestal gemaakt van natuur- of synthetische rubber. Ook polyetheen
("plastic zakje met vijf vingers") en polyvinylchloride worden gebruikt,
maar deze missen de elastische eigenschappen van rubber. Voor industrieel en
huishoudelijk gebruik wordt ook polyvinylalcohol en nitrylrubber toegepast.
Het dragen van handschoenen kan huidafwijkingen veroorzaken, meestal
gelokaliseerd aan handen, rond de polsen en aan de onderarmen, maar ook in
het gelaat, bij voorkeur aan de oogleden. In zeldzame gevallen kunnen er
systemische reacties optreden.
De afwijkingen ontstaan door het
afsluitende effect van handschoenen, bestanddelen van het
handschoenmateriaal, en stoffen die de handschoenbarrière passeren. Het
afsluitende effect van handschoenen veroorzaakt een microklimaat met een
verhoogde temperatuur en vochtigheid, waardoor overhydratie van de epidermis
optreedt. Deze overhydratie, in combinatie met het afsluitend effect van de
handschoen, bevordert de passage van stoffen door de huid. Bestanddelen van
handschoenen of stoffen die de handschoenbarrière passeren kunnen op deze
wijze een type I maar vooral een type IV allergie induceren. Allergieën voor
bestanddelen van handschoenen worden voornamelijk gezien bij gebruik van
rubber handschoenen en betreffen de bestanddelen die onder 'type IV
allergieën' en 'contacturticaria' zijn besproken.
De
doorlaatbaarheid van handschoenen is afhankelijk van de aard van het
toegepaste polymeer en de dikte van de handschoen. Zo zijn handschoenen van
rubber vrij makkelijk doorgankelijk voor nikkel, formaldehyde,
glutaaraldehyde, epoxyhars, sommige acrylverbindingen en
glycerylmonothioglycolaat (permanentvloeistof). Vinylhandschoenen worden
makkelijk aangetast door organische en chloorhoudende oplosmiddelen, zoals
styreen, tolueen en trichloorethaan. Polyetheen daarentegen is vrij goed
bestand tegen uiteenlopende chemische stoffen, maar de pasvorm, de
gevoeligheid voor mechanische beschadiging en de afwezigheid van elastische
eigenschappen beperken de toepassing van dit type handschoenen. Chemische
stoffen die de handschoenbarrière passeren kunnen naast een type IV allergie
ook een lokale irritatie contactdermatitis veroorzaken. Voor zover bekend
beschermen alle type handschoenmaterialen wel tegen passage van virussen en
bacteriën.
Bij de toepassing van handschoenen moet men letten op:
a. Het comfort, de rekbaarheid en de pasvorm van het materiaal. b. Bij
bescherming tegen chemische stoffen moet men zich afvragen of de betreffende
chemische stof het materiaal niet aantast of de handschoenbarrière kan
passeren. c. Een mogelijke type IV of type I allergie voor bestanddelen
van rubber handschoenen en handschoenpoeder.
Auteur(s):
dr. H.B. van der Walle. Dermatoloog, ZH
Rijnstate, Arnhem.