Epoxyharsprodukten hebben een grote mechanische
sterkte, een hoge resistentie tegen chemicaliën, goede elektrische
eigenschappen bij uiteenlopende temperaturen en een sterke hechting aan
metalen en keramische materialen. Deze eigenschappen hebben epoxyharsen
grote populariteit bezorgd met toepassingen in verfprodukten, in coatings
met grote anticorrosie eigenschappen voor metalen in scheepsbouw en
bouwnijverheid, speciale cement in weg- en waterbouw en bouwnijverheid, in
elektrotechnische produkten, in de tandheelkunde en in de overbekende
tweecomponenten-lijm. Het epoxyharssysteem is gebaseerd op het epoxyhars,
een harder en een reactief oplosmiddel. Het epoxyhars is vaak opgebouwd uit
epichloorhydrine en bisphenol A; aaneengekoppeld vormen zij het zogenaamde
prepolymeer. Met een harder en een reactief oplosmiddel koppelt de
eindgebruiker deze prepolymeren aaneen tot een polymeer.
De
huidafwijkingen worden veroorzaakt door de laagmoleculaire
epoxyharsprepolymeren, door sommige harders en reactieve oplosmiddelen. Over
het algemeen gaat het om de induktie van een type IV allergie, waarbij de
afwijkingen vaak een eczemateus karakter hebben en gelokaliseerd zijn aan de
handen, de onderarmen en in het gelaat. Dit laatste door handcontact met het
gelaat of door de dampen van harders of reactieve oplosmiddelen. De
afwijkingen worden vooral waargenomen bij mensen die epoxyharsprepolymeren
omzetten tot een epoxyharspolymeer. Zo worden huidafwijkingen gezien bij
vloerenleggers, timmerlieden, schilders, bij werknemers in de
glasvezelindustrie, bij toepassing van epoxylijmen in het huishouden en de
(verf)industrie. Soms treden huidafwijkingen op door contact met
uiteenlopende eindprodukten waarin epoxyharspolymeren niet volledig zijn
uitgehard en nog laagmoleculaire prepolymeren bevatten. In het merendeel van
deze gevallen gaat het om coatings, die gebruikt worden voor het verfraaien
van bijvoorbeeld afsluitdoppen van potten en flessen, deurkrukken,
filmcassettes en labels. Dit verklaart soms epoxyharsallergieën bij mensen
die thuis of in hun werk niet daadwerkelijk epoxyharsprepolymeren hanteren.
Acrylverbindingen
Acrylmonomeren zijn afgeleid van
acrylzuur en bezitten een dubbele band die tijdens de polymerisatiereactie
wordt opengebroken en zo gebruikt wordt voor de ketengroei die leidt tot het
acrylpolymeer. Deze polymerisatiereactie kan in gang worden gezet door
warmte, ultraviolet licht, elektronenstraling of door toevoeging van
chemicaliën.
Plexiglas en perspex zijn handelsnamen voor kunststof
glasplaten gemaakt van polymeren van methylmethacrylaat. Acrylpolymeren
worden toegepast in sneldrogende synthetische verven en in lijmen in de
bouwwereld, in de automobielindustrie en in drukkerijen. Acrylverbindingen
worden in de gezondheidszorg toegepast als kunstgebit, contactlens,
wondspray, bril, gehoorapparaat en lijm voor orthopaedische protheses.
Daarnaast zijn ze verwerkt in aanrechtbladen en badkuipen. In kosmetica
komen ze voor als haarspray of kunstnagel.
De huidafwijkingen worden
veroorzaakt door acrylmonomeren en soms door de toegevoegde chemische
stoffen. Het acrylpolymeer zelf is voor de huid onschadelijk. Di- en
triacrylmonomeren die veel toegepast worden in industiële verven en coatings
kunnen bij contact met de huid een ernstige acute irritatie contact
dermatitis met erytheem en blaarvorming veroorzaken. Bij langdurige
blootstelling aan lage concentraties treeedt een chronische irritatie
contact dermatitis op met vaak pijnlijke kloofvorming. Acrylmonomeren kunnen
een type IV allergie induceren, waarbij het allergeen vermogen nogal sterk
uiteen loopt. Bekende voorbeelden zijn metylmethacrylaat, belangrijke
toepassing in de produktie van kunstglas, de vervaardiging van kunstgebitten
en als lijm bijvoorbeeld in de orthopaedie, 2-ethylhexylacrylaat toegepast
als hechtmateriaal voor pleister en di- en trimethacrylaten gebruikt in
industriële verven, coatings, inkten en drukplaten. Cyanoacrylaten zijn
acrylmonomeren die gebruikt worden in de bekende 10 seconden lijm, zij
kunnen irritatie contact dermatitis of type IV allergie veroorzaken.
Door de uitgebreide en gevarieerde toepassing van acrylpolymeren in onze
samenleving worden huidafwijkingen gezien bij mensen in sterk uiteenlopende
beroepen. Het varieert van bouwvakker tot tandtechnieker en van
kunstnagel-gebruiker tot orthopaed. In de jaren '70 bestond de indruk dat
acrylmonomeren in toenemende mate aanleiding zouden geven tot
huidafwijkingen, maar door het betrekkelijk snel gegroeide inzicht in de
schadelijkheid van deze monomeren zijn veel produktieprocessen aangepast en
behoren huidafwijkingen veroorzaakt door acrylmonomeren tot de minder
frequent voorkomende.
Auteur(s):
dr. H.B. van der Walle. Dermatoloog, ZH
Rijnstate, Arnhem.