CUTANE BIJWERKINGEN VAN ONCOLOGISCHE MEDICATIE | ICD10: L27.0 |
Huidafwijkingen bij oncologische medicatie | |
---|---|
Afatinib (Giotrif) EGFR-tyrosinekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): stomatitis, mondulceratie, huiduitslag, acneïforme dermatitis, jeuk, droge huid, huidkloven, paronychia (incl. nagel(bed)infectie). Vaak (1-10%): conjunctivitis, droge ogen, hand-voetsyndroom, andere nagelaandoeningen zoals nagelverkleuring, nageldystrofie, ribbels of putjes op nagels, nagelbreuk, onychogrypose. Zelden (0,01-0,1%): blaarvorming, bulleuze en exfoliatieve huidafwijkingen, waaronder het Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse. |
Aflibercept (Zaltrap) VEGF receptor |
Vaak (1-10%): overgevoeligheidsreacties (jeuk, huiduitslag, urticaria, voorbijgaande roodheid van het gezicht en de hals, bronchospasme, dyspneu, angio-oedeem en anafylaxie), arteriële of veneuze trombo-embolie, fistel, afteuze stomatitis, aambeien, proctalgie, hyperpigmentatie van de huid. Soms (0,1-1%): verstoorde wondgenezing. |
Alectininb (Alecensa) ALK-proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): oedeem (ca. 34%; bv. perifeer, gegeneraliseerd, periorbitaal, rond het ooglid), huiduitslag (ca. 20%; bv. erythemateus, maculeus, papuleus, maculopapuleus, exfoliatief en acneïforme dermatitis). Vaak (1-10%): stomatitis, mondulcera, fotosensibilisatie. |
Amsacrine (Amsidine) DNA synthese remmer |
Zeer vaak (> 10%): purpura, flebitis op de injectieplaats. Vaak (1-10%): infecties, alopecia, huiduitslag, urticaria. Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheid, anafylaxie, oedeem. |
Anagrelide (Xagrid) cyclisch AMP-fosfodiësterase III remmer |
Vaak (1-10%): huiduitslag. Soms (0,1-1%): trombocytopenie, bloedingen, ecchymose, alopecia, huidverkleuring, jeuk. Zelden (0,01-0,1%): droge huid. |
Arseentrioxide (Trisenox) leukemische promyelocyten remmer |
Zeer vaak (> 10%): perifere neuropathie (44%, gekenmerkt door paresthesie en dysesthesie), huiduitslag, jeuk. Vaak (1-10%): herpes zoster, vasculitis, erytheem, gezichtsoedeem. |
Asparaginase (Erwinase) L-asparagine afbraak |
Vaak (1-10%): coagulopathie met bloeding of trombotische complicaties, toestand van hypocoagulatie, hypofibrinogenemie en asymptomatische coagulopathie, overgevoeligheid, jeuk, huiduitslag, erytheem, lipzwelling, gezichtsoedeem, perifeer oedeem. Soms (0,1-1%): overgevoeligheid, anafylactische reactie, systemische Candida-infectie, sepsis, septische shock. Zelden (0,01-0,1%): toxische epidermale necrolyse. |
Atezolizumab (Tecentriq) anti-PD-L1 monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%): jeuk, huiduitslag (bij ca. 19%; waaronder erytheem, maculeuze of maculopapuleuze uitslag, papulosquameuze uitslag, pustuleuze uitslag, dermatitis (allergisch, bulleus, acneïform, exfoliatief, seborroïsch), folliculitis, steenpuist, acne, eczeem, hand-voetsyndroom, erythema multiforme). Vaak (1-10%): overgevoeligheid. |
Avelumab (Bavencio) anti-PD-L1 monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%): infusiereacties, perifeer oedeem. Vaak (1-10%): perifere neuropathie, huiduitslag (waaronder maculopapuleus), jeuk, droge huid. Soms (0,1-1%): overgevoeligheid waaronder anafylactische reactie, overmatig blozen, erytheem, eczeem, gegeneraliseerde huiduitslag, erythema multiforme, dermatitis, exfoliatieve dermatitis, pemfigoïd, psoriasis. |
Axitinib (Inlyta) VEGFR-proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak ( > 10%): stomatitis, handvoet-syndroom, huiduitslag, droge huid, glossodynie, aambeien, jeuk, erytheem, alopecia. Soms (0,1-1%): (anale) fistels. |
Bevacizumab (Avastin) anti-VEGF monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%): veneuze trombo-embolie, perifere sensorische neuropathie, exfoliatieve dermatitis, droge huid, huidverkleuring, verstoorde wondgenezing. Vaak (1-10%): sepsis, abces, cellulitis, fistels, hand-voetsyndroom, overgevoeligheid, infusiereactie. Zelden (0,01-0,1%): necrotiserende fasciitis, complicaties bij wondgenezing. |
Blinatumomab (Blincyto) anti-CD19 monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%): infecties (bij ca. 63%, de verwekker kan een bacterie, virus, schimmel, of ander pathogeen zijn; fataal verloop is mogelijk), huiduitslag. Vaak (1-10%): overgevoeligheid, oedeem, capillaire-leksyndroom, ernstige infectie op de infusieplaats. |
Bortezomib (Velcade) proteasoomremmer |
Zeer vaak (> 10%): perifere neuropathie. Vaak (1-10%): herpes zoster, herpes simplex, schimmelinfectie, huiduitslag, jeuk, erytheem, droge huid. Soms (0,1-1%): sepsis, virale infecties, herpes-meningo-encefalitis, hordeolum, cellulitis, overgevoeligheidsreactie (zoals angio-oedeem), diepveneuze trombose, tromboflebitis, hematoom, overmatig blozen, opvliegers, vasculitis, erythema multiforme, urticaria, dermatitis, acute febriele neutrofiele dermatose, toxische epidermale necrolyse, Stevens-Johnsonsyndroom, petechiën, purpura, psoriasis, overmatig zweten, acne, pigmentatiestoornis. Zelden (0,01-0,1%): maligne of benigne neoplasma, diffuse intravasculaire stolling, trombocytose, trombocytopenische purpura, anafylactische shock, type III immuuncomplex-gemedieerde reactie, amyloïdose, lymfoedeem, erytromelalgie, vasodilatatie, bleekheid, lymfocyteninfiltratie in de huid, hand-voetsyndroom, huidulcus, huidverharding, papels, fotosensibilisatie, seborroe, nagelaandoening. |
Bosutinib (Bosulif) tyrosinekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag (bij ca. 32%; o.a. maculeus, papuleus), oedeem (perifeer, lokaal, gezichtsoedeem). Vaak (1-10%): urticaria, acne, jeuk. Soms (0,1-1%): geneesmiddelovergevoeligheid, anafylactische shock, exfoliatieve huiduitslag. Zelden (0,01-0,1%): erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. |
Brentuximab vedotine (Adcetris) anti-CD30 monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%): perifere sensorische en/of motorische neuropathie (bij ca. 59%), meestal reversibel, huiduitslag, jeuk. Vaak (1-10%): herpes zoster, herpes simplex, orale candidiasis, alopecia. Soms (0,1-1%): anafylactische reacties (o.a. angio-oedeem, urticaria), bacteriëmie door stafylokokken, sepsis/septische shock (incl. met fatale afloop), Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. |
Cabozantinib (Cabometyx) MET, VEGFR, RET, AXL, KIT tyrosinekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): perifere sensorische neuropathie, stomatitis, droge mond, mucositis, hand-voetsyndroom, huiduitslag (bv. maculopapuleus), acneïforme dermatitis, droge huid, alopecia, verandering van haarkleur. Vaak (1-10%): abces, jeuk, perifeer oedeem, wondcomplicatie, veneuze trombose, bleek gelaat, perifere koudheid, cheilitis, aambeien, anale fissuur, anale ontsteking, schimmelinfectie, folliculitis, acne, hyperkeratose, blaarvorming, abnormale haargroei, huidschilfering, hypopigmentatie van de huid. Soms (0,1-1%): anale fistel, osteonecrose van de kaak, teleangiëctasieën, gelokaliseerd oedeem. |
Carfilzomib (Kyprolis) proteasoomremmer |
Vaak (1-10%): diepveneuze trombose, overmatig blozen, huiduitslag, erytheem, jeuk, hyperhidrose. Soms (0,1-1%): overgevoeligheid. |
Ceritinib (Zykadia) ALK-proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag (bv. maculopapuleus), acneïforme dermatitis. |
Cetuximab (Erbitux) anti-EGFR monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%): (ernstige) infusiegerelateerde reacties (zoals urticaria, shock). Huidreacties (80%, waarvan 15% ernstig; omvat acne-achtige huiduitslag, jeuk, droge huid, schilfering, overmatig zweten, nagelaandoening, huidnecrose); door de huidlaesies is er een vergroot risico van superinfecties met soms ernstige complicaties (gevallen van 'staphylococcal scalded skin syndrome', necrotiserende fasciitis en sepsis, soms met fatale afloop, zijn gemeld). Zeer zelden (< 0,01%): Stevens-Johnsonsyndroom of toxische epidermale necrolyse. |
Cobimetinib (Cotellic) MEK-proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag (maculopapuleus), acneïforme dermatitis, fotosensibilisatie (ca. 47%, CTCAE graad ≥ 3 ca. 4%; bv. zonnebrand, zonnedermatitis, actinische elastose), hyperkeratose. Vaak (1-10%): basaalcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom, keratoacanthoom. |
Crizotinib (Xalkori) ALK-proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): neuropathie (ca. 25%; neuralgie, neuritis, paresthesie, perifere neuropathie (sensorisch en/of motorisch), polyneuropathie, spierzwakte, loopstoornis), huiduitslag, oedeem (ca. 47%). |
Dabrafenib (Tafinlar) BRAF-tyrosinekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): hyperkeratose, alopecia, huiduitslag, hand-voetsyndroom, papilloom. Vaak (1-10%): plaveiselcelcarcinoom van de huid, seborroïsche keratose, acrochordon (huidrafels), basaalcelcarcinoom, actinische keratose, fotosensibilisatie, droge huid, jeuk, huidlaesie, erytheem, nieuw primair melanoom, niet-cutane maligniteiten (vooral bij aanwezigheid van RAS-mutaties), acneïforme dermatitis, cellulitis, folliculitis, pustuleuze huiduitslag, panniculitis, hyperhidrose, nachtzweten, paronychia, lymfoedeem. Soms (0,1-1%): overgevoeligheid, periorbitaal oedeem. |
Daratumumab (Darzalex) anti-CD38 monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%):perifeer oedeem, perifere neuropathie. |
Dasatinib (Sprycel) BCR-ABL-SRC tyrosinekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): infecties (viraal, bacterieel, schimmel), bloedingen, vochtretentie (o.a. gelokaliseerd en gegeneraliseerd oedeem, pleurale en pericardiale effusie, ascites), huiduitslag (o.a. erythemateus, folliculair, maculeus, papuleus, maculo-papuleus, vesiculair, pustulair, pruritisch, exfoliatief, vasculitis). Vaak (1-10%): herpesvirusinfectie, sepsis (incl. fatale afloop), jeuk, alopecia, acne, droge huid, hyperhidrose, dermatitis. Soms (0,1-1%): tromboflebitis, anale fissuren, conjunctivitis, tranen van de ogen, fotofobie, acute febriele neutrofiele dermatose, fotosensibilisatie, pigmentstoornissen, huidzweren, bulleuze aandoeningen, nagelafwijkingen, haarafwijking, hand-voetsyndroom, lymfadenopathie, gynaecomastie. Zelden (0,01-0,1%): trombose/embolie, anale fistels, leukocytoclastische vasculitis, huidfibrose, Stevens-Johnsonsyndroom. |
Elotuzumab (Empliciti) anti-SLAMF7 monoclonaal antilichaam |
Zeer vaak (> 10%): herpes zoster. Vaak (1-10%): overgevoeligheid, infusiegerelateerde reacties, diepveneuze trombose. Soms (0,1-1%): anafylactische reactie, tweede primaire maligniteiten (vaste tumoren en niet-melanome huidkanker). |
Eribuline (Halaven) synthetisch derivaat van halichondrine B |
Zeer vaak (> 10%): perifere neuropathie, alopecia. Vaak (1-10%): herpes zosterinfecties, stomatitis, orale candidiasis, orale herpes, droge mond, huiduitslag, jeuk, erytheem, hand-voetsyndroom, droge huid, overmatig (nacht)zweten, nagelaandoening, perifeer oedeem. Soms (0,1-1%): angio-oedeem, diepveneuze trombose. Zelden (0,01-0,1%): Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. |
Erlotinib (Tarceva) EGFR-tyrosinekinaseremmer |
Huiduitslag, acne en acneïforme dermatitis, jeuk, droge huid, alopecia, paronychia, folliculitis, huidkloven, hyperpigmentatie, hirsutisme, veranderde wimpergroei en/of wenkbrauw, broze/loszittende nagels, hand-voetsyndroom, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse (incidenteel fataal). Stomatitis. Keratoconjunctivitis sicca, conjunctivitis. |
Estramustine (Estracyt) mytoseremmer |
Zeer vaak (> 10%): vochtretentie, gynaecomastie, overgevoeligheidsreactie (zoals angio-oedeem, huiduitslag). |
Everolimus (Afinitor,
Votubia) proteïnekinaseremmer |
Huiduitslag, jeuk, acne, acneïforme dermatitis, droge huid, hand-voetsyndroom, erytheem, pityriasis rosea, huidexfoliatie, nagelafwijkingen, afbreken van de nagels, alopecia, droge mond, pijn in de mond, gingivitis, stomatitis, cellulitis, diepveneuze trombose. |
Gefitinib (Iressa) EGFR-TK tyrosinekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): stomatitis, pustuleuze huiduitslag, jeuk, droge huid, huidfissuren, erytheem. Vaak (1-10%): bloedingen (o.a. epistaxis, hematurie), droge mond, allergische reacties (incl. angio-oedeem en urticaria), nagelaandoening, alopecia, conjunctivitis, blefaritis, droog oog. Zelden (0,01-0,1%): huidvasculitis, erythema multiforme, toxische epidermale necrolyse, Stevens-Johnsonsyndroom. |
Gemtuzumab ozogamicine (Mylotarg) anti-CD33 monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%): schimmelinfecties, huiduitslag (erythemateus, bulleus, (maculo-)papuleus, vesiculeus, exfoliatief, allergisch), oedeem. Vaak (1-10%): infusiereactie (waaronder anafylaxie), jeuk. |
Hydroxycarbamide (Hydrea, hydroxyurea) DNA synthese remmer |
Soms (0,1-1%): maculopapulaire huiduitslag, erytheem (in het gezicht of acraal). Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreactie. Zeer zelden ( 0,01%): secundaire leukemie, huidkanker, op dermatomyositis gelijkende huidverandering, hyperpigmentatie of atrofie van huid of nagels, huidulcera, jeuk, schilfering. |
Ibrutinib (Imbruvica) Bruton’s tyrosinekinase remmer |
Zeer vaak (> 10%): hemorragie (bv. blauwe plek), huidinfectie, huiduitslag, perifeer oedeem. Vaak (1-10%): niet-melanome huidkanker (basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom), urticaria, erytheem, petechiën, onychoclasie. Soms (0,1-1%): angio-oedeem, Stevens-Johnsonsyndroom. |
Idelalisib (Zydelig) fosfatidylinositol 3-kinase proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): opportunistische infecties en bacteriële en virale infecties, huiduitslag (ca. 25%; erythemateus, maculeus, papuleus, maculopapuleus, gegeneraliseerd, exfoliatief; geneesmiddeleneruptie). Zelden (0,01-0,1%): Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. |
Imatinib (Glivec) proteïne-tyrosine kinaseremmer |
Huiduitslag (o.a. dermatitis en eczeem), droge huid, jeuk, erytheem, lichtovergevoeligheidsreactie, alopecia, (nachtelijk) zweten. herpes-infecties, cellulitis. Raynaudfenomeen. Blozen. Urticaria, bulleuze erupties, hypotrichose, hypo- of hyperpigmentatie van de huid, het breken van nagels, folliculitis, petechiën, purpura, psoriasis. Acute febriele neutrofiele dermatose (Sweet-syndroom), Stevens-Johnsonsyndroom, acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP), angio-oedeem, erythema multiforme, leukocytoclastische vasculitis, nagelverkleuring, hand-voetsyndroom, lichen planus, lichenoïde keratose, toxische epidermale necrolyse, toxicodermie met eosinofilie en systemische verschijnselen (DRESS). Droge mond, cheilitis, stomatitis, ulceratie van de mond, oesofagitis, keelpijn, dysfagie. Ooglidoedeem, conjunctivitis, oogbloeding, toegenomen traanafscheiding, droge ogen, troebel zicht. |
Inotuzumab ozogamicine (Besponsa) anti-CD22 monoclonaal antichaam |
Vaak (1-10%): overgevoeligheid. |
Ipilimumab (Yervoy) anti-CTLA-4 monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag, jeuk, reactie op de injectieplaats. Vaak (1-10%): dermatitis, erytheem, vitiligo, urticaria, eczeem, alopecia, nachtzweten, droge huid, oedeem. Soms (0,1-1%): vasculitis, angiopathie, perifere ischemie, toxische epidermale necrolyse, leukocytoclastische vasculitis, huidexfoliatie, haarkleurveranderingen. Zelden (0,01-0,1%): temporale arteritis, erythema multiforme, geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS), psoriasis. Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische reactie, sarcoïdose, fenomeen van Raynaud, hand-voetsyndroom, erythema nodosum, lymfadenopathie. Combinatie met nivolumab: Zeer vaak (> 10%): jeuk (ca. 35%), huiduitslag (ca. 51%; bv. erythemateus, maculopapuleus, papulosquameus, vesiculeus, folliculair, pustuleus, gegeneraliseerd, dermatitis (ook acneïform, allergisch, psoriasiform, exfoliatief), geneesmiddeleneruptie, pemfigoïd). Vaak (1-10%): infusiegerelateerde reactie, overgevoeligheid, droge huid, erytheem, urticaria, vitiligo, alopecia. Zelden (0,01-0,1%): toxische epidermale necrolyse (TEN; fatale afloop is gemeld), Stevens-Johnsonsyndroom, syndroom van Vogt-Koyanagi-Harada (vooral bij patiënten van Aziatische afkomst; met de symptomen acute ernstige uveïtis, visusdaling, depigmentatie in en rondom de ogen en neurologische afwijkingen). |
Ixazomib (Ninlaro) proteasoomremmer |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag (ca. 19%; vooral maculair en maculopapuleus). Vaak (1-10%): herpes zoster. Soms: acute febriele neutrofiele dermatose (Sweet-syndroom), Stevens-Johnsonsyndroom. |
Lapatinib (Tyverb) EGFR (ErbB1) en HER2 (ErbB2) tyrosine kinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag (o.a. acneïforme dermatitis), jeuk, droge huid, hand-voetsyndroom (PPE). Vaak (1-10%): nagelafwijkingen o.a. paronychia. Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties o.a. anafylaxie, ernstige cutane reacties. |
Lenvatinib (Kisplyx, Lenvima) meervoudige angiokinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): perifeer oedeem, huiduitslag, hand-voetsyndroom, alopecia. Vaak (1-10%): hyperkeratose. Soms (0,1-1%): cutane fistel of een fistel in de vrouwelijke geslachtsorganen. |
Midostaurine (Rydapt) FLT3- en KIT-kinase proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): exfoliatieve dermatitis (ca. 62%; bij ca. 14% graad 3/4 CTCAE), hyperhidrose, petechiën (ca. 36%). Vaak (1-10%): droge huid, anorectaal ongemak, orale herpesinfectie, orofaryngeale pijn, herpes zoster, overgevoeligheid, erysipelas. Soms (0,1-1%): anafylactische shock. |
Mitotaan (Lysodren) polychloorbifenyl-analoog |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag, gynaecomastie. Vaak (1-10%): polyneuropathie. |
Necitumumab (Portrazza) anti-EGFR-1 monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%): huidreacties (ca. 78%; acneïforme uitslag, droge huid, jeuk, kloven, hand-voetsyndroom, paronychia). Vaak (1-10%): arteriële respectievelijk veneuze trombo-embolische complicaties, diepveneuze trombose, flebitis, overgevoeligheids-/infusiegerelateerde reacties, wimpertrichomegalie. |
Nilotinib (Tasigna) BCR-ABL kinase tyrosinekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag (ca. 30%), jeuk, alopecia. Vaak (1-10%): perifeer oedeem (o.a. in het gelaat, rond de ogen), blozen. folliculitis, huidpapilloom, erytheem, overmatig of nachtelijk zweten, eczeem, urticaria, acne, dermatitis, droge huid. Soms (0,1-1%): arteriosclerose, perifere arteriële occlusieve ziekte, claudicatio intermittens, cyanose, hematomen, herpesvirusinfectie, candidiasis, stomatitis, droge mond, sepsis, abcesvorming, furunkel, huidulceratie, hand-voetsyndroom, erythema multiforme, erythema nodosum, exfoliatieve huiduitslag, hyperpigmentatie, fotosensibilisatie, talgklierhyperplasie, huidatrofie of -hypertrofie, blaarvorming, huidcysten, (verergering van) psoriasis. |
Nintedanib (Vargatef) VEGFR, PDGFR-α en -β en FGFR angiokinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): bloedingen, perifere neuropathie, huiduitslag. Vaak (1-10%): veneuze trombo-embolie, abcessen, sepsis. |
Niraparib (Zejula) poly-(ADP-ribose)-polymerase-enzymen remmer |
Vaak (1-10%): fotosensibilisatie, huiduitslag, perifeer oedeem. |
Nivolumab (Opdivo) anti-PD-1-receptor monoclonaal antichaam |
Als monotherapie: zeer vaak (> 10%): jeuk, huiduitslag (bv. erythemateus, maculopapuleus, papulosquameus, vesiculeus, folliculair, pustuleus, gegeneraliseerd, dermatitis (ook acneïform, allergisch, psoriasiform, exfoliatief), geneesmiddeleneruptie, pemfigoïd). Vaak (1-10%): infusiegerelateerde reactie, overgevoeligheid, droge huid, erytheem, vitiligo, alopecia. Soms (0,1-1%): anafylactische reactie, polyneuropathie, urticaria, rosacea, psoriasis, erythema multiforme, polymyalgia rheumatica, lichen planus. Zelden (0,01-0,1%): vasculitis, syndroom van Sjögren, toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnsonsyndroom, histiocytaire necrotiserende lymfadenitis (ziekte van Kikuchi), syndroom van Vogt-Koyanagi-Harada (vooral bij patiënten van Aziatische afkomst; met de symptomen acute ernstige uveïtis, visusdaling, depigmentatie in en rondom de ogen en neurologische afwijkingen). |
Obinutuzumab (Gazyvaro) anti-CD20 monoclonaal antichaam |
Zeer vaak ( > 10%): infusiegerelateerde reacties, orale herpesinfectie, aambeien, plaveiselcelcarcinoom van de huid, eczeem, jeuk, nachtelijk zweten, alopecia, anafylaxie. |
Ofatumumab (Arzerra) anti-CD20 monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%): infusiereacties, infecties (bij ca. 58%, waarvan o.a. luchtweginfecties; soms fataal (6%)), huiduitslag. Vaak (1-10%): anafylactische reacties, overgevoeligheid, herpes virusinfectie, urticaria, jeuk, blozen. Soms (0,1-1%): anafylactische shock. |
Olaparib (Lynparza) poly-(ADP-ribose)-polymerase-enzymen remmer |
Vaak (1-10%): huiduitslag (o.a. erythemateus, papuleus, maculo-papuleus, exfoliatief). Soms (0,1-1%): dermatitis (allergisch, exfoliatief), geneesmiddelovergevoeligheid. |
Olaratumab (Lartruvo) anti-PDGFRα monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%): infusiegerelateerde reacties, pijn in skeletspierstelsel (ca. 64%; bij ca. 8% CTCAE-graad ≥ 3) zoals myalgie, artralgie, botpijn, flankpijn, pijn in de lies, nekpijn, rugpijn, pijn in extremiteit, spierspasmen. |
Osimertinib (Tagrisso) EGFR proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag (ca. 41%; erythemateus, gegeneraliseerd, maculopapuleus, papuleus, pustuleus, folliculitis, acne, (acneïforme) dermatitis), droge huid (ca. 31%; inclusief huidkloven en eczeem), paronychia (ca. 25%), jeuk. |
Palbociclib (Ibrance) CDK proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): infecties (ca. 55%), (afteuze) stomatitis, cheilitis, glossitis, glossodynie, huiduitslag (erythemateus, papuleus, maculopapuleus, (acneïforme) dermatitis, toxische huideruptie), alopecia (ca. 26%). Vaak (1-10%): droge huid. |
Panitumumab (Vectibix) anti-EGFR monoclonaal antichaam |
Zeer vaak (> 10%): jeuk, erytheem, huiduitslag (93%; o.a. papuleus, maculopapuleus, exfoliatief, erythemateus), acneïforme dermatitis, droge huid, huidkloven, paronychia, alopecia. Vaak: (1-10%): diepveneuze trombose, blozen, blefaritis, oogirritatie, toegenomen traanafscheiding, oculaire hyperemie, droge ogen, jeuk in het oog, groei van de oogwimpers, cheilitis, afteuze stomatitis, droge mond, overgevoeligheidsreactie, cellulitis, folliculitis, pustulaire huiduitslag, huidzweer, dermatitis, hand-voetsyndroom, hypertrichose, nagelaandoening, onychoclase, hyperhidrose. Soms (0,1-1%): infusiegerelateerde reactie, angio-oedeem (zelden fataal), gebarsten of droge lippen, onycholyse, hirsutisme. Zelden (0,01-0,1%): anafylactische reactie. Huidnecrose, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, infectieuze complicaties van ernstige huid- en onderhuidsreacties zoals cellulitis of abcessen en levensbedreigende infectieuze complicaties zoals necrotiserende fasciitis en sepsis. Bij combinatietherapie komen huidreacties het meest frequent voor. |
Panobinostat (Farydak) histondeacetylase (HDAC)-remmer |
Zeer vaak (> 10%): perifeer oedeem. Vaak (1-10%): sepsis, septische shock, virale infectie, candidiasis, orale herpes, cheilitis, huiduitslag, erytheem, huidlaesie, cellulitis. |
Pazopanib (Votrient) VEGFR en PDGF tyrosinekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag, alopecia, hand-voetsyndroom, veranderde haarkleur. Vaak (1-10%): veneuze trombo-embolie, erytheem, jeuk, droge huid, hyperhidrose, hypo- of depigmentatie van de huid, slijmvliesontsteking, oedeem. Soms (0,1-1%): wimperverkleuring, nagelafwijkingen, fotosensibilisatie, huidexfoliatie. |
Pegaspargase (Oncaspar) L-asparagine synthese remmer |
Zeer vaak (> 10%): overgevoeligheid (incl. anafylactische reactie), huiduitslag, urticaria. Vaak (1-10%): sepsis, infecties. Zelden (0,01-0,1%): toxische epidermale necrolyse. |
Pembrolizumab (Keytruda) anti-PD-1-receptor monoclonaal |
Zeer vaak (> 10%): jeuk, huiduitslag (o.a. erythemateus, maculeus, papuleus, maculopapuleus, folliculair, vesiculeus). Vaak (1-10%): anafylactische reactie, cytokinevrijgavesyndroom, geneesmiddelovergevoeligheid, ernstige huidreacties (o.a. erythema multiforme, exfoliatieve dermatitis, pemfigoïd), vitiligo, droge huid, oedeem (perifeer, gegeneraliseerd, gezichtsoedeem, lokaal oedeem), myxoedeem. Soms (0,1-1%): psoriasis, lichenoïde keratose, dermatitis (incl. acneïforme dermatitis), eczeem, haarkleurveranderingen, alopecia. Zelden (0,01-0,1%): erythema nodosum, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, sarcoïdose, idiopatische trombocytopenische purpura (ITP). |
Pemetrexed (Alimta) Foliumzuur analoog |
Zeer vaak (> 10%): stomatitis, huiduitslag, afschilfering. Vaak (1-10%): infectie (zonder neutropenie), allergische reacties/overgevoeligheid, jeuk, urticaria, alopecia, erythema multiforme, erythemateus oedeem van de onderste ledematen, anafylactische shock, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. |
Pertuzumab (Perjeta) anti-HER2-receptor monoclonaal |
Zeer vaak (> 10%): overgevoeligheidsreacties inclusief anafylactische reactie, huiduitslag (37-52%), alopecia, nagelaandoening inclusief paronychia. Vaak (1-10%): jeuk, droge huid. |
Ponatinib (Iclusig) BCR-ABL tyrosinekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag, droge huid, perifeer oedeem. Vaak (1-10%): perifere neuropathie, hyperesthesie, hypo-esthesie, paresthesie, diepveneuze trombose, perifere arteriële occlusieve ziekte (waaronder stenose), perifere ischemie, cellulitis, folliculitis, exfoliatieve huiduitslag (waaronder exfoliatieve dermatitis), schilfering van de huid, hyperkeratose, erytheem, alopecia, jeuk, (nachtelijk) zweten, petechiën, ecchymose, hyperpigmentatie, pijnlijke huid. Soms (0,1-1%): Stevens-Johnsonsyndroom. |
Ramucirumab (Cyramza) anti-VEGF2-receptor monoclonaal |
Vaak (1-10%): huiduitslag. |
Regorafenib (Stivarga) VEGF, KIT, RET, RAF-1, BRAF, BRAFV600E, PDGFR, FGFR, CSF1R, GIST proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): hand-voetsyndroom (bij > 50% en relatief vaker bij Aziatische (vooral Japanse) patiënten). Vaak (1-10%): huiduitslag, droge huid, exfoliatieve huiduitslag, alopecia. Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreactie, erythema multiforme, nagelaandoening. Zelden (0,01-0,1%): keratoacanthoom of plaveiselcelcarcinoom van de huid, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. |
Ribociclib (Kisqali) CDK proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): perifeer oedeem, huiduitslag (waaronder maculopapuleuze huiduitslag), jeuk, alopecia. Vaak (1-10%): erytheem. |
Rituximab (mabthera) anti-CD20 monoclonaal |
Zeer vaak (> 10%): bacteriële infecties, virale infecties, angio-oedeem, jeuk, huiduitslag, alopecia. Vaak (1-10%): schimmelinfectie, overgevoeligheid, urticaria. Zelden (0,01-0,1%): anafylaxie. Zeer zelden (< 0,01%): vasculitis, ernstige bulleuze huidreacties, toxisch epidermale necrolyse, Stevens-Johnsonsyndroom. |
Ruxolitinib (Jakavi) JAK1 en JAK2 proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): herpes zoster infectie, jeuk. |
Sorafenib (Nexavar) CRAF, BRAF, V600E BRAF, c-KIT, FLT-3, CRAF, VEGFR-2, VEGFR-3 en PDGFR-β proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): infecties, alopecia (25%), huiduitslag, hand-voetsyndroom, jeuk, erytheem, droge huid. Vaak (1-10%): keratoacanthoom, plaveiselcelcarcinoom van de huid, exfoliatieve dermatitis, schilferende huid, hyperkeratose, acne, folliculitis. Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreactie zoals urticaria, anafylactische reactie. Zelden (0,01-0,1%): angio-oedeem, Stevens-Johnsonsyndroom, leukocytoclastische vasculitis, toxische epidermale necrolyse. |
Sunitinib (Sutent) VEGFR-1, VEGFR-2, VEGFR-3, PDGFR α en β), KIT, FLT3, CSF-1R, RET proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): droge huid, huiduitslag (maculeus, papuleus, maculo-papuleus, folliculair, pruritisch, erythemateus, exfoliatief), psoriaforme dermatitis, huidverkleuring (vooral geel), pigmentatiestoornis, haarkleurverandering, hand-voetsyndroom. Vaak (1-10%): diep-veneuze trombose, abces in ledematen, bloedend tandvlees, mondzweren, orale candidiasis, gingivaal abces, tandabces, orale pijn, droge mond, cheilitis, orale herpes, glossodynie, dysfagie, oesofageale candidiasis, perifere neuropathie, hypo-esthesie, hyperesthesie, paresthesie, eczeem, acne, blaarvorming, dermatitis, subcutaan abces, hyperkeratose, nagelverkleuring, nagelafwijking, alopecia. Soms (0,1-1%): necrotiserende fasciitis, verstoorde wondgenezing, overgevoeligheid. Zelden (0,01-0,1%): trombotische microangiopathie (bv. trombotische trombocytopenische purpura (TTP), hemolytisch-uremisch syndroom (HUS)), pyoderma gangrenosum, erythema multiforme, toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), angio-oedeem. |
Temoporfine (Foscan) fotosensibiliserende stof |
Zeer vaak (> 10%): oedeem en littekenvorming in het gefotosensibiliseerde gebied (bv. aangezichtspijn, hoofdpijn, gezichtsoedeem, tongoedeem). Vaak (1-10%): gelokaliseerde infectie in het gebied van de fotoactivering zoals faryngitis en stomatitis, fotosensibilisatie, thermische verbranding, erytheem, blaarvorming, huidnecrose, hyperpigmentatie. |
Temsirolimus
(Torisel) FKBP-12 proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak ( 10%): bacteriële en virale infecties, huiduitslag (43%, o.a. maculair, papuleus, gegeneraliseerd), jeuk, droge huid. Vaak (1-10%): veneuze trombo-embolie, tromboflebitis, schimmelinfecties (oraal, anaal, huid), overgevoeligheidsreacties, aften, dermatitis, acneïforme eruptie, nagelafwijking, ecchymose, petechiën, verstoorde wondgenezing. Zelden (0,01-0,1%): Stevens-Johnsonsyndroom, angio-oedeem. |
Tivozanib (Fotivda) VEGFR proteïnekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): hand-voetsyndroom. Vaak (1-10%): blozen, arteriële of veneuze trombo-embolie, perifeer oedeem, perifere neuropathie, droge huid, jeuk, erytheem, huiduitslag (bv. maculopapuleus), acne, alopecia. Soms (0,1-1%): schimmelinfectie, dermatitis (incl. dermatitis bullosa), pustuleuze huiduitslag, urticaria, hyperhidrose, xeroderma. |
Trabectedine (Yondelis) oncolyticum |
Vaak (1-10%): infectie, perifere sensorische neuropathie, paresthesie, alopecia, roodheid in het gezicht, perifeer oedeem. |
Trastuzumab (Herceptin) anti-HER2-receptor monoclonaal |
Zeer vaak (> 10%): infusiegerelateerde reacties, infecties (o.a. van luchtwegen, urinewegen, slijmvliezen, huid), perifeer oedeem, hand-voetsyndroom, erytheem, alopecia, nagelaandoening, onychoclase. Vaak (1-10%): vasodilatatie, ecchymose, overgevoeligheidsreacties, cellulitis, erysipelas, aambeien, acne, hyperhidrose, droge huid, jeuk. Soms (0,1-1%): urticaria, angio-oedeem, anafylactische shock. |
Trastuzumab-emtansine (Kadcyla) anti-HER2-receptor monoclonaal + mertansine |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag. Vaak (1-10%): perifeer oedeem, overgevoeligheidsreactie, jeuk, alopecia, nagelaandoening, hand-voetsyndroom, urticaria, infusiegerelateerde reacties (o.a. blozen, hypotensie, bronchospasme en tachycardie). |
Trametinib (Mekinist) MEK-proteïnekinaseremmer |
Als monotherapie: Zeer vaak (> 10%): droge huid, jeuk, huiduitslag (ca. 60%), acneïforme dermatitis, alopecia, perifeer oedeem, plaveiselcelcarcinoom van de huid, papilloom, seborroïsche keratose, acrochordon, cellulitis, folliculitis, pustuleuze huiduitslag, panniculitis, erytheem, actinische keratose, hyperkeratose, hand-voetsyndroom, hyperhidrose, alopecia, paronychia. Vaak (1-10%): overgevoeligheid, huidkloven, gebarsten huid, gezichtsoedeem, periorbitaal oedeem, lymfoedeem. Soms (0,1-1%): nieuw primair melanoom. |
Vandetanib (Caprelsa) EGFR, VEGFR-2 RET tyrosinekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag waaronder fotosensibilisatie, acne, droge huid, jeuk, dermatitis, nagelafwijking. Vaak (1-10%): schimmelinfectie, hand-voetsyndroom, folliculitis, furunkel (andere stafylokokkeninfecties zijn gemeld, maar minder frequent), haaruitval. Soms (0,1-1%): bulleuze dermatitis, cellulitis, verstoorde wondgenezing, Stevens-Johnsonsyndroom, erythema multiforme. |
Vemurafenib (Zelboraf) BRAF-tyrosinekinaseremmer |
Zeer vaak (> 10%): plaveiselcelcarcinoom van de huid (ca. 20%), papilloom van de huid, verruca seborrhoica, fotosensibilisatie (incl. zonverbranden), actinische keratosen, hyperkeratose, (maculo)papuleuze huiduitslag, droge huid, jeuk, erytheem, alopecia. Vaak (1-10%): folliculitis, hand-voetsyndroom, panniculitis (incl. erythema nodosum), keratosis follicularis, basaalcelcarcinoom, nieuw primair melanoom. Soms (0,1-1%): niet-cutaan plaveiselcelcarcinoom, toxische epidermale necrolyse, Stevens-Johnsonsyndroom, vasculitis, Zelden (0,01-0,1%): toxicodermie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom). Zie ook behandeladvies huidreacties vemurafenib. |
Venetoclax (Venclyxto) B-cellymfoom (BCL)-2 remmer |
Vaak (1-10%): tumorlysis syndroom. Geen huidafwijkingen gemeld. |
Vismodegib (Erivedge) SMO remmer |
Zeer vaak (> 10%): huiduitslag, jeuk, alopecia (ca. 66%). Vaak (1-10%): madarose, abnormale haargroei. |
1. | Zorginstituut Nederland. Farmacotherapeutisch Kompas 2018. (www.farmacotherapeutischkompas.nl) |
31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl |