De
ziekte van Darier (
dyskeratosis follicularis,
Darier-White disease, keratosis follicularis) is een autosomaal dominante aandoening
gekenmerkt door schilfering en crustae, vooral op de borst en de rug. Het komt
bij 1 op de 30.000 tot 100.000 personen voor, treft zowel mannen als vrouwen
en begint meestal op of na de tienerleeftijd (vanaf 11-15 jr). De oorzaak is
een mutatie in het gen ATP2A2 dat betrokken is bij het intracellulaire calciumpomp
mechanisme. Op onduidelijke wijze verstoort dit de opbouw van het desmosoom-keratine
filament complex en daarmee de adhesie tussen keratinocyten. Er is gendiagnostiek
beschikbaar, maar aanwezigheid van de mutatie betekent niet dat de ziekte ook
tot expressie komt. Deze mutatie wordt ook gevonden in een
acantholytische dyskeratotische epidermale naevus, en mogelijk is dat
een lineaire variant van Darier, verlopend volgens de
lijnen van Blaschko.
Klinisch beeld:Roodbruine (soms
huidkleurig, soms geel) papels, soms schilferend, of crustae, soms vettig verruceus.
Symmetrische lokalisatie op borst, rug, schouder, gelaat, als bij seborroisch
eczeem, en in fossa supraclavicularis. Inversa varianten zijn mogelijk (nattende
lesies in de plooien, superinfectie). Een Darier kan ook segmentaal voorkomen.
Vaak
nagelafwijkingen
(longitudinale witte of rode lijnen, groeven, V-vormige scheuren en
distale onycholysis), soms palmar pits.
Op de handruggen kan
acrokeratosis
verruciformis voorkomen. Soms zijn er in de mondholte witte papels. Verder
soms geassocieerd met circumscripte plantaire keratoderma, multiple epidermale
cysten, dermatofibrosarcoma protuberans, verrucae,
cutis verticis gyrata, gynaecomastie
en neuropsychiatrische aandoeningen (m.n. bipolaire stoornissen). Darier wisselt
in ernst, kan verergeren door zonlicht, hoge luchtvochtigheid, zweten, frictie,
en door medicatie zoals lithium en prednison. Recidiverende infecties (bacterieel,
herpes, mycosen) vormen een probleem
(de huidbarriëre is verstoord).
|
|
|
ziekte
van Darier |
ziekte
van Darier |
ziekte
van Darier |
|
|
|
ziekte
van Darier |
ziekte
van Darier |
ziekte
van Darier |
|
|
|
lineaire Darier (Blaschko lijnen) |
segmentele
Darier |
distale
wigvormige onycholyse |
DD:
Hailey-Hailey disease
(pemphigus benignus familiaris chronica),
seborrhoïsch eczeem, epidermolysis
bullosa simplex.
PA:Het meest kenmerkende verschijnsel
naast hyperkeratose, acanthose en papillomatose is
acantholyse, met name van de cellen direct
boven het stratum basale, waardoor, typisch gevormde spleten, de z.g. lacunae
ontstaan. Opwaartse proliferatie in deze lacunae van dermale papillen die bekleed
zijn met een enkele laag epitheelcellen (stratum-basale), waardoor een vlokachtig
aspect ontstaat, de z.g. villi. Premature en onvolledige verhoorning (dyskeratose)
van de epidermis; in sommige cellen ontstaan de z.g. corps ronds en grains (corps
ronds zijn cellen met in het cytoplasma grote, ronde, homogene dyskeratotische
vormsels, vaak rondom gedegenereerde kernen, omgeven door een heldere zone;
de grains lijken op parakeratotische cellen maar zijn wat groter, terwijl de
homogeen donkere kern de vorm heeft van een graankorrel). Zie ook de
ingescande PA-coupe van de
afdeling pathologie van de University of
Toronto.
|
|
|
ingescande coupe (zoom) |
ingescande coupe (zoom) |
ingescande coupe (zoom) |
Therapie:Zon vermijden, goede zonprotectie met
sunscreens. Verder symptomatische behandeling met lokale of systemische keratolytica.
Bestrijden van secundaire infecties. Schone en luchtige katoenen kleding, niet
te warm (zweten verergert het beeld).
R/ Calmurid OTC crème (wordt niet vergoed),
of andere keratolytica met ureum of melkzuur.
R/ Ureum 5% of 10% in vaselinelanettecrème
FNA, ureum 10% in hydrocortisoncrème FNA, ureumzalf 10% FNA.
R/ vitamine
A zuur 0.05% (tretinoïne crème 0.025-0.05% FNA, Acid A Vit crème 20g). Vermindert
na langdurig gebruik de hyperkeratose. Eventueel onder occlusie. Kan teveel
irriteren, zonodig om de dag of de irritatie bestrijden met lokale corticosteroïden.
Eventuele crustae en schilfering eerst verwijderen met:
R/ acidum salicylicum 2-6%, propyleenglycol 60, aqua ad 100.
Huid schoon houden met:R/ Bactroban zalf, Fucidin (fusidinezuur)
crème of zalf (15-30 g), Flammazine (zilversulfadiazine) crème (50 g).
R/
Betadine jodium Scrub (75 mg/ml 120/500 ml), Hibiscrub (chloorhexidine, 250-500
ml).
Bij ernstige superinfectie systemische antibiotica / antimycotica /
antivirale middelen.
Eventueel antibiotica gecombineerd met lokale
steroïden:R/ corticosteroïden klasse 2-3.
R/ 3% tetracyclinehydrochloride
+ 1% hydrocortison in oculentum simplex FNA.
R/ 3% tetracyclinehydrochloride
+ 0.1% triamcinolonacetonide in oculentum simplex FNA.
R/ triamcinolontetracyclinecrème
FNA.
R/ chloorhexidine 1% in hydrocortison of triamcinolon crème,
R/
Locacorten/vioform crème.
Retinoïden:R/ acitretine
0.25-0.75 mg/kg/dag. Startdosis 1 dd 10-25 mg. Na 2-4 weken verhogen naar 0.3-0.6
mg/kg/dag (maximaal 1.5 mg/kg/dg), bij effect afbouwen naar de laagste dosering
die nog net werkt.
R/ isotretinoïne caps à 2.5/10/20 mg, 0.5-1 mg/kg/dag)
zou ook effectief zijn maar is niet geschikt voor langdurig gebruik.
Overige therapieën:R/ Efudix (fluorouracil) crème (40 g).
Alleen bij beperkte vormen.
R/ metronidazol 2% in vaselinelanettecrème (Fagron,
30 g) of metronidazol oraal. Werkt anti-inflammatoir.
R/ UVB lichttherapie
kan effectief zijn maar kan ook averechts werken.
R/ ciclosporine.
R/
fotodynamische therapie (PDT).
Referenties
1. |
Sehgal VN, Srivastava G. Darier's (Darier-White)
disease / keratosis follicularis. International Journal of Dermatology
2005;44(3):184-192. |
2. |
Munro CS. The phenotype of Darier's disease:
penetrance and expressivity in adults and children. Br J Dermatol
1992;127 (2): 126-130. |
3. |
Burg SM, Wilkinson JD. Darier-white disease:
A review of the clinical features in 163 patients. J Am Acad Dermatol
1992;27: 40-50. |
4. |
Gordon-Smith K et al. The neuropsychiatric
phenotype in Darier disease. British Journal of Dermatology 2010;163
(3): 515-522. |
5. |
Sakuntabhai A, Burge S, Monk S, Hovnanian
A. Spectrum of novel ATP2A2 mutations in patients with Darier's
disease. Hum Mol Genet 1999; 8(9):1611-1619. |
6. |
Dicken CH, Bauer EA, Hazen PG, Krueger GG,
Marks JG Jr, McGuire JS. Isotretinoin treatment of Darier's disease.
J Am Acad Dermatol 1982;6(4):721-726. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.