Digital papillary adenocarcinoma (
DPAC)
is een zeldzame
adnextumor (incidentie
0.08 per 1 miljoen personen per jaar), met als voorkeurslokalisatie de vingers,
met name de vingertoppen, en de tenen. De tumor is voor het eerst beschreven
door Kao en Helwig in 1987. Zij onderscheidden een benigne variant (
digital
papillary adenoma) en een maligne variant (
aggressive
digital papillary adenocarcinoma). Later bleek dat beide varianten
zich maligne kunnen gedragen en dat de histologie dat niet goed kan voorspellen;
sindsdien is de voorkeursterm digitaal papillair adeno
carcinoom,
is de term
adenoma verlaten, en is de toevoeging aggressive overbodig. In 2022
is beschreven dat in een groot deel van de digitale papillaire adenocarcinomen
humaan papilloma virus subtype 42 (HPV42) kan worden aangetoond. Dit kan helpen
bij de PA-diagnose, die moeilijk is.
|
|
|
papillary
adenocarcinoma |
papillary
adenocarcinoma |
papillary
adenocarcinoma |
Klinisch beeld:De tumor presenteert zich als een
pijnloze solitaire langzaam groter wordende tumor of zwelling aan de vingers
of aan de tenen. Meestal zijn het huidkleurige nodi, soms cysteus. De mediane
grootte bij presentatie is 1.7 cm. Dat is groot, en dat komt omdat de laesie
weinig klachten veroorzaakt en goedaardig oogt, waardoor de diagnose laat wordt
gesteld. Het wordt meestal gezien op oudere leeftijd (60-80) maar is ook beschreven
bij jong volwassenen, en het komt vaker voor bij mannen (4:1). De tumor gedraagt
zich maligne: het is lokaal agressief, kan in spieren en in het bot groeien,
en er zijn vaak al lymfogene metastasen. Het recidiveert vaak na lokale excisie,
tot 30%. Dit percentage kan worden teruggebracht naar rond de 5% door radicale
excisie (met ruime marge, dat betekent amputatie van kootjes van vingers of
tenen), en mogelijk ook met Mohs chirurgie. Er zijn vaak (14-26%) ook al metastasen
in lymfklieren. Er zijn aanwijzingen dat sentinel node biopsie en lymfklierdissectie
bij positieve klieren de prognose verbeteren. Omdat dit een extreem zeldzame
tumor is, zijn er geen uniforme behandelrichtlijnen bekend.
PA:
Histologisch is digital papillary adenocarcinoma soms moeilijk te onderscheiden
van andere adnextumoren, en van metastasen van adenocarcinomen elders in het
lichaam. De laesies zijn meestal multinodulair, met cysteuze en nodulaire gedeelten,
soms puur solide. De cysteuze gedeelten zijn begrensd door 1-2 lagen mild atypische
cuboidale (columnar) cellen, met micropapillaire uitlopers in het lumen (daar
komt de naam papillair vandaan). Ook tubulaire structuren kunnen worden gezien,
bestaande uit afgeplatte cuboidale cellen in een (‘back-to-back arrangement‘)
en omgeven door een neoplastische myoepitheliale laag. De tumor ligt in de dermis
en subcutis en is slecht begrensd, en lokaal invasief. Er zijn vele markers
uitgetest maar het optimale panel is nog niet gevonden. De cuboidale cellen
kleuren goed aan met CK7 en EMA, de myoepitheliale basaloide cellen met vimentine,
HMWCK, en D2-40. De Ki-67 proliferatie index kan helpen in het onderscheid met
benigne adnextumoren. P53 expressie is laag, bij metastasen van een adenocarcinoom
is het meestal hoger. Een groot deel van de digitale papillaire adenocarcinomen
is HPV42 positief.
DD:
Granuloma pyogenicum, ganglion
cyste (
mucoid cyste),
infectie,
paronychia,
haemangioma,
giant cell tumor,
plaveiselcelcarcinoom,
metastase
van een adenocarcinoom (schildklier, mamma, tractus digestivus), cutaan myoepithelioma,
poroid hidradenoma, malignant poroid
hidradenoma,
poroma,
porocarcinoma,
spiradenoma, spiradenocarcinoma,
tubulair (apocrien) adenoom,
syringocystadenoma papilliferum,
syringocystadenocarcinoma papilliferum. Er zijn nog meer
benigne en maligne adnextumoren uitgaande
van zweetklieren, maar die komen niet voor op de vingers en tenen.
De
tumor kan histologisch lastig te onderscheiden zijn van een
acraal
poroid hidradenoma.
Hidradenomen zijn
benigne zweetkliertumoren. Ze worden onderscheiden in
poroid hidradenoom
en
clear cell hidradenoma, en de poroid variant kan
in zeldzame gevallen ook voorkomen op vingertoppen. Bij hidradenomen ontbreken
echte papillaire structuren, en de laesies kleuren diffuus aan met p40 en p63
(bij DPAC alleen perifere aankleuring), en S100 is negatief. Recent is ontdekt
dat veel poroid tumoren worden veroorzaakt door YAP-1-geassocieerde fusies (YAP-1-MAML2,
YAP-1-NUTM1), en dat NUTM1 fusion/NUT (NUT = nuclear protein in testis) expressie
kan worden gebruikt om poroid hidradenoma te onderscheiden van digital papillary
adenocarcinoma.
Diagnostiek:Biopt, aanvullende kleuringen.
MRI. Onderzoek naar metastasen (sentinel node procedure, X-thorax of beter CT
scan).
Therapie:
Radicale
chirurgische excisie met een marge van minimaal 1 cm (amputatie van kootjes
van vingers of tenen).
Mohs micrografische
chirurgie (alleen in gespecialiseerde centra, waar er ook de faciliteiten zijn
om de tumor te herkennen in vriescoupes gedurende de Mohs procedure).
Er
is weinig literatuur over radiotherapie en/of chemotherapie. Waarschijnlijk
zijn er ook targeted therapies mogelijk in gespecialiseerde oncologische centra.
Vanwege de zeldzaamheid is niet bekend of deze behandelingen de prognose verbeteren.
Referenties
1. |
Kao GF, Helwig EB, Graham JH. Aggressive
digital papillary adenoma and adenocarcinoma. A clinicopathological
study of 57 patients, with histochemical, immunopathological, and
ultrastructural observations. J Cutan Pathol 1987;14(3):129-146. |
2. |
Duke WH et al. Aggressive digital papillary
adenocarcinoma (aggressive digital papillary adenoma and adenocarcinoma
revisited). Am J Surg Pathol 2000;24:775-784. |
3. |
Hsu HC, Ho CY, Chen CH, Yang CH, Hong HS,
Chuang YH. Aggressive digital papillary adenocarcinoma: a review.
Clin Exp Dermatol 2010;35(2):113-119. |
4. |
Yagci S, Terzi A, Albayati A, Uysal AC. Clinical,
Histopathological and Immunohistochemical Aspects of Digital Papillary
Adenocarcinoma: A Case Report and Literature Review. Turk Patoloji
Derg 2024;40(1):69-73. |
5. |
Goodall RJ, Pickford MA. Digital papillary
adenocarcinoma: An important differential diagnosis for digital
soft tissue masses. JPRAS Open 2024 10;39:257-261. |
6. |
Kobayashi T, Hiura A, Oishi K, Maeda S, Le
Pavoux AJ, Ohara K, Uruga H. Aggressive Digital Papillary Adenocarcinoma
With Multiple Organ Metastases: A Case Report and Review of the
Literature. Am J Dermatopathol 2016;38(12):910-914. |
7. |
Cardoso JC, Calonje E. Malignant sweat gland
tumours: an update. Histopathology 2015;67(5):589-606. van der Horst
MPJ, Brenn T. Update on Malignant Sweat Gland Tumors. Surg Pathol
Clin 2017;10(2):383-397. |
8. |
Iacobelli J, Harvey NT, Ardakani NM, Ng L,
Preston H, Wood BA. NUT Expression Is of Diagnostic Utility in the
Distinction of Digital Papillary Carcinoma From Poroid Hidradenoma.
Am J Dermatopathol 2024;46(2):98-100. |
9. |
Vanderbilt C, Brenn T, Moy AP, Harloe G,
Ariyan C, Athanasian E, Busam KJ. Association of HPV42 with digital
papillary adenocarcinoma and the use of in situ hybridization for
its distinction from acral hidradenoma and diagnosis at non-acral
sites. Mod Pathol 2022;35(10):1405-1410. |
10. |
Knackstedt RW, Knackstedt TJ, Findley AB,
Piliang M, Jellinek NJ, Bernard SL, Vidimos A. Aggressive digital
papillary adenocarcinoma: treatment with Mohs micrographic surgery
and an update of the literature. Int J Dermatol 2017;56(10):1061-1064. |
11. |
Tekin B, Enninga EAL, Norgan AP, Erickson
LA, Vanderbilt C, Gupta S, Guo R. Panviral metagenomic sequencing
provides further evidence for human papillomavirus 42 association
with digital papillary adenocarcinoma. Hum Pathol 2024;143:77-80. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.