Erdheim-Chester disease (polyostotic sclerosing histiocytosis) is een zeldzame variant van
non-Langerhanscel histiocytose die zich in de huid
kan presenteren als plaques die sterk lijken op
xanthomen of
xanthogranulomen. Het is
een systemische aandoening, maar circa 20-25% heeft ook huidafwijkingen, meestal
in de vorm van gelige of bruingrijze symmetrische plaques rond de ogen die klinisch
lijken op
xanthelasma palpebrarum
en daarom
xanthelasma-like lesions worden genoemd.
Het komt voor dat bij patiënten aanvankelijk de diagnose xanthelasmata werd
gesteld, maar dat het later blijkt te gaan om Erdheim-Chester disease. Daarnaast
komen erythemateuze of lichtbruine plaques (5-15 cm groot), papels en noduli
voor, op de benen, romp, rug. Zie ook onder
histiocytaire aandoeningen
en onder de overkoepelende term
adult orbital xanthogranulomatous
disease.
|
|
|
|
Erdheim-Chester
disease |
Erdheim-Chester
disease |
|
|
Erdheim-Chester
disease |
Erdheim-Chester
disease |
PA:Histologisch ziet men in deze plaques granulomen
met histiocyten met schuimig cytoplasma, meerkernige reuscellen van het Toutonse
type, en fibrose. De cellen zijn positief voor CD68 en CD163, maar negatief
voor CD1a, CD207 (Langerin) en S100, kleuringen die bij
Langerhanscel
histiocytose (LCH) wel positief zijn. ECH en LCH kunnen ook naast
elkaar voorkomen (ECD-LCH-overlapsyndroom). In meer dan de helft van de gevallen
(52-82%) wordt een BRAFV600E-mutatie gevonden, en dit is dan ook een aangrijpingspunt
voor therapie met vemurafenib (BRAF kinase inhibitor). Ook bij LCH patiënten
wordt deze mutatie vaak gevonden (38-69%). Dit suggereert een gemeenschappelijke
pathogenese, een mutatie in de ‘MAPK pathway’.
De systemische manifestaties
zijn divers. Patiënten kunnen multipele bothaarden hebben, vooral in de lange
pijpbeenderen, die botpijnen veroorzaken. Ook kan het gelokaliseerd zijn in
de longen, in het centraal zenuwstelsel (neurologische klachten), hypofyse (diabetes
insipidus), retro-orbitaal, retroperitoneaal, rond de nieren (nierinsufficiëntie),
in het hart en in bloedvaten. ECD kan geassocieerd voorkomen met myeloproliferatieve
aandoeningen zoals chronische myeloide leukemie en myelodysplastisch syndroom.
DD:Xanthelasma
palpebrarum,
xanthomen,
xanthogranulomen,
juveniel xanthogranuloma,
plasmacytoma. Xanthelasma palpebrarum
is vaak geassocieerd met hyperlipidemie, ECD niet. Bij ECD zijn de laesies vaak
meer verheven en breiden zich uit naar temporaal, de wangen of de onderoogleden.
Diagnostiek:Biopt. Verwijzing naar de hematoloog voor
verdere diagnostiek zoals CT-thorax, abdomen, bekken, PET/CT scan, MRI hersenen,
orbita en hart, echo nieren, high-resolution CT-thorax, longfunctietest, echo
testikels, EMG. Bloedbeeld, lever- en nierfunctie, BSE, CRP, urine osmolariteit,
cortisol, TSH, FT4, prolactine, testosteron, LH, FSH, vitamine B12, thiamine,
BRAF V600 genotypering.
Therapie:R/ vemurafenib
(BRAF kinase inhibitor).
R/ cobimetinib (MEK inhibitor).
R/ interferon-alfa,
PEG interferon.
R/ anakinra, infliximab, sirolimus + prednison.
R/ chemotherapie.
De vijfjaarsoverleving van Erdheim-Chester disease was rond de 70-80%, maar
dit is aan het verbeteren door nieuwe targeted therapies.
Referenties
1. |
Chester W. Lipoidgranulomatose. Virchows
Arch Pathol Anat 1930;279:561-602. |
2. |
Haroche J, Amoura Z, Dion E, et al. Cardiovascular
involvement, an overlooked feature of Erdheim-Chester disease: report
of 6 new cases and a literature review. Medicine (Baltimore) 2004;83(6):371-392. |
3. |
Haroche J, Charlotte F, Arnaud L, et al.
High prevalence of BRAF V600E mutations in Erdheim-Chester disease
but not in other non-Langerhans cell histiocytoses. Blood 2012;120(13):2700-2703. |
4. |
Hervier B, Haroche J, Arnaud L, et al. Association
of both Langerhans cell histiocytosis and Erdheim-Chester disease
linked to the BRAFV600E mutation. Blood 2014;124(7):1119-1126. |
5. |
Chasset F, Barete S, Charlotte F, Cohen-Aubart
F, Arnaud L, et al. Cutaneous manifestations of Erdheim-Chester
disease (ECD): Clinical, pathological, and molecular features in
a monocentric series of 40 patients. J Am Acad Dermatol 2016;74:513-520.
PDF |
6. |
Liersch J, Carlson JA, Schaller J. Histopathological
and clinical findings in cutaneous manifestation of Erdheim-Chester
disease and Langerhans cell histiocytosis overlap syndrome associated
with the BRAFV600E mutation. Am J Dermatopathol 2017;39(7):493-503. |
7. |
Greveling K, Zondag TEC, Damman J, van Laar
JAM, van Doorn MBA. De ziekte van Erdheim-Chester. Ned Tijdschr
Dermatol Venereol 2019;29:23-25. |
8. |
Papo M, Emile JF, Maciel TT, Bay P, Baber
A, Hermine O, Amoura Z, Haroche J. Erdheim-Chester Disease: a Concise
Review. Curr Rheumatol Rep 2019;21(12):66.
PDF |
9. |
McClain K. Histiocytic disorders: insights
into novel biology and implications for therapy of Langerhans cell
histiocytosis and Erdheim-Chester disease. Hematology Am Soc Hematol
Educ Program 2020 Dec 4;2020(1):395-399.
PDF |
10. |
Arnaud L, Hervier B, Neel A, et al. CNS involvement
and treatment with interferon-alpha are independent prognostic factors
in Erdheim-Chester disease: a multicenter survival analysis of 53
patients. Blood 2011;117(10):2778-2782. |
11. |
Haroche J, Cohen-Aubart F, Emile JF, et al.
Dramatic efficacy of vemurafenib in both multisystemic and refractory
Erdheim-Chester disease and Langerhans cell histiocytosis harboring
the BRAF V600E mutation. Blood 2013;121(9):1495-1500. |
12. |
Cohen-Aubart F, Emile JF, Carrat F, et al.
Phenotypes and survival in Erdheim-Chester disease: results from
a 165-patient cohort. Am J Hematol 2018;93(5):E114-E117. |
13. |
Cohen-Aubart F, Maksud P, Saadoun D, et al.
Variability in the efficacy of the IL1 receptor antagonist anakinra
for treating Erdheim-Chester disease. Blood 2016;127(11):1509-1512. |
14. |
Cohen Aubart F, Emile JF, Carrat F, et al.
Targeted therapies in 54 patients with Erdheim-Chester disease,
including follow-up after interruption (the LOVE study). Blood 2017;130(11):1377-1380. |
15 |
Cohen-Aubart F, Maksud P, Emile JF, et al.
Efficacy of infliximab in the treatment of Erdheim-Chester disease.
Ann Rheum Dis 2018;77(9):1387-1390. |
16. |
Pegoraro F, Maniscalco V, Peyronel F, et
al. Long-term follow-up of mTOR inhibition for Erdheim-Chester disease.
Blood 2020;135(22):1994-1997. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.