ERDHEIM CHESTER DISEASE home ICD10: D76.3

Erdheim-Chester disease (polyostotic sclerosing histiocytosis) is een zeldzame variant van non-Langerhanscel histiocytose die zich in de huid kan presenteren als plaques die sterk lijken op xanthomen of xanthogranulomen. Het is een systemische aandoening, maar circa 20-25% heeft ook huidafwijkingen, meestal in de vorm van gelige of bruingrijze symmetrische plaques rond de ogen die klinisch lijken op xanthelasma palpebrarum en daarom xanthelasma-like lesions worden genoemd. Het komt voor dat bij patiënten aanvankelijk de diagnose xanthelasmata werd gesteld, maar dat het later blijkt te gaan om Erdheim-Chester disease. Daarnaast komen erythemateuze of lichtbruine plaques (5-15 cm groot), papels en noduli voor, op de benen, romp, rug. Zie ook onder histiocytaire aandoeningen en onder de overkoepelende term adult orbital xanthogranulomatous disease.

  Erdheim-Chester disease Erdheim-Chester disease
  Erdheim-Chester disease Erdheim-Chester disease

Erdheim-Chester disease Erdheim-Chester disease
Erdheim-Chester disease Erdheim-Chester disease


PA:
Histologisch ziet men in deze plaques granulomen met histiocyten met schuimig cytoplasma, meerkernige reuscellen van het Toutonse type, en fibrose. De cellen zijn positief voor CD68 en CD163, maar negatief voor CD1a, CD207 (Langerin) en S100, kleuringen die bij Langerhanscel histiocytose (LCH) wel positief zijn. ECH en LCH kunnen ook naast elkaar voorkomen (ECD-LCH-overlapsyndroom). In meer dan de helft van de gevallen (52-82%) wordt een BRAFV600E-mutatie gevonden, en dit is dan ook een aangrijpingspunt voor therapie met vemurafenib (BRAF kinase inhibitor). Ook bij LCH patiënten wordt deze mutatie vaak gevonden (38-69%). Dit suggereert een gemeenschappelijke pathogenese, een mutatie in de ‘MAPK pathway’.

De systemische manifestaties zijn divers. Patiënten kunnen multipele bothaarden hebben, vooral in de lange pijpbeenderen, die botpijnen veroorzaken. Ook kan het gelokaliseerd zijn in de longen, in het centraal zenuwstelsel (neurologische klachten), hypofyse (diabetes insipidus), retro-orbitaal, retroperitoneaal, rond de nieren (nierinsufficiëntie), in het hart en in bloedvaten. ECD kan geassocieerd voorkomen met myeloproliferatieve aandoeningen zoals chronische myeloide leukemie en myelodysplastisch syndroom.

DD:
Xanthelasma palpebrarum, xanthomen, xanthogranulomen, juveniel xanthogranuloma, plasmacytoma. Xanthelasma palpebrarum is vaak geassocieerd met hyperlipidemie, ECD niet. Bij ECD zijn de laesies vaak meer verheven en breiden zich uit naar temporaal, de wangen of de onderoogleden.

Diagnostiek:
Biopt. Verwijzing naar de hematoloog voor verdere diagnostiek zoals CT-thorax, abdomen, bekken, PET/CT scan, MRI hersenen, orbita en hart, echo nieren, high-resolution CT-thorax, longfunctietest, echo testikels, EMG. Bloedbeeld, lever- en nierfunctie, BSE, CRP, urine osmolariteit, cortisol, TSH, FT4, prolactine, testosteron, LH, FSH, vitamine B12, thiamine, BRAF V600 genotypering.

Therapie:
R/ vemurafenib (BRAF kinase inhibitor).
R/ cobimetinib (MEK inhibitor).
R/ interferon-alfa, PEG interferon.
R/ anakinra, infliximab, sirolimus + prednison.
R/ chemotherapie.

De vijfjaarsoverleving van Erdheim-Chester disease was rond de 70-80%, maar dit is aan het verbeteren door nieuwe targeted therapies.


Referenties
1. Chester W. Lipoidgranulomatose. Virchows Arch Pathol Anat 1930;279:561-602.
2. Haroche J, Amoura Z, Dion E, et al. Cardiovascular involvement, an overlooked feature of Erdheim-Chester disease: report of 6 new cases and a literature review. Medicine (Baltimore) 2004;83(6):371-392.
3. Haroche J, Charlotte F, Arnaud L, et al. High prevalence of BRAF V600E mutations in Erdheim-Chester disease but not in other non-Langerhans cell histiocytoses. Blood 2012;120(13):2700-2703.
4. Hervier B, Haroche J, Arnaud L, et al. Association of both Langerhans cell histiocytosis and Erdheim-Chester disease linked to the BRAFV600E mutation. Blood 2014;124(7):1119-1126.
5. Chasset F, Barete S, Charlotte F, Cohen-Aubart F, Arnaud L, et al. Cutaneous manifestations of Erdheim-Chester disease (ECD): Clinical, pathological, and molecular features in a monocentric series of 40 patients. J Am Acad Dermatol 2016;74:513-520. PDF
6. Liersch J, Carlson JA, Schaller J. Histopathological and clinical findings in cutaneous manifestation of Erdheim-Chester disease and Langerhans cell histiocytosis overlap syndrome associated with the BRAFV600E mutation. Am J Dermatopathol 2017;39(7):493-503.
7. Greveling K, Zondag TEC, Damman J, van Laar JAM, van Doorn MBA. De ziekte van Erdheim-Chester. Ned Tijdschr Dermatol Venereol 2019;29:23-25.
8. Papo M, Emile JF, Maciel TT, Bay P, Baber A, Hermine O, Amoura Z, Haroche J. Erdheim-Chester Disease: a Concise Review. Curr Rheumatol Rep 2019;21(12):66. PDF
9. McClain K. Histiocytic disorders: insights into novel biology and implications for therapy of Langerhans cell histiocytosis and Erdheim-Chester disease. Hematology Am Soc Hematol Educ Program 2020 Dec 4;2020(1):395-399. PDF
10. Arnaud L, Hervier B, Neel A, et al. CNS involvement and treatment with interferon-alpha are independent prognostic factors in Erdheim-Chester disease: a multicenter survival analysis of 53 patients. Blood 2011;117(10):2778-2782.
11. Haroche J, Cohen-Aubart F, Emile JF, et al. Dramatic efficacy of vemurafenib in both multisystemic and refractory Erdheim-Chester disease and Langerhans cell histiocytosis harboring the BRAF V600E mutation. Blood 2013;121(9):1495-1500.
12. Cohen-Aubart F, Emile JF, Carrat F, et al. Phenotypes and survival in Erdheim-Chester disease: results from a 165-patient cohort. Am J Hematol 2018;93(5):E114-E117.
13. Cohen-Aubart F, Maksud P, Saadoun D, et al. Variability in the efficacy of the IL1 receptor antagonist anakinra for treating Erdheim-Chester disease. Blood 2016;127(11):1509-1512.
14. Cohen Aubart F, Emile JF, Carrat F, et al. Targeted therapies in 54 patients with Erdheim-Chester disease, including follow-up after interruption (the LOVE study). Blood 2017;130(11):1377-1380.
15 Cohen-Aubart F, Maksud P, Emile JF, et al. Efficacy of infliximab in the treatment of Erdheim-Chester disease. Ann Rheum Dis 2018;77(9):1387-1390.
16. Pegoraro F, Maniscalco V, Peyronel F, et al. Long-term follow-up of mTOR inhibition for Erdheim-Chester disease. Blood 2020;135(22):1994-1997.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 D76.3 Overige histiocytose syndromen: non-Langerhanscel histiocytose type Erdheim-Chester
ICD10 D76.3 Other histiocytosis syndromes: non-Langerhanscel histiocytosis type Erdheim-Chester
SNOMED 699537002 Polyostotic sclerosing histiocytosis
DBC 27 Diagnose niet nader omschreven