ERUPTIEVE ACRALE NAEVI home ICD10: D22.9

Eruptieve acrale naevi zijn kleine gepigmenteerde macula die in korte tijd kunnen ontstaan aan de acra, met name op de handpalmen. Het verschijnsel doet zich voor bij patiënten die immunosuppressiva gebruiken, bijvoorbeeld vanwege een donornier of ander donor orgaan. Ondanks de plotselinge eruptie zijn het benigne naevi. Een biopt wordt aangeraden. De histologie is moeilijk te beoordelen. Met de anamnese erbij is het voor de patholoog makkelijker om eventuele dysplastische kenmerken te interpreteren.

Eruptieve acrale naevi bij ciclosporine en prednison voor donornier Eruptieve acrale naevi bij ciclosporine en prednison voor donornier
eruptieve acrale naevi eruptieve acrale naevi (PA)


Plotseling ontstane multipele naevi worden geassocieerd met:

- blaarziekten (EEM, SJS, TEN, EB, blaren door mosterdgas)
(Naevi ontstaan weken tot maanden na reepithelialisatie)
- immuunsuppressie (niertransplantatie, HIV, maligniteiten)
- ziekte van Addison
- PUVA therapie

Er is een verband tussen het ontstaan van de naevi en aantal cycli prednison, gebruik azathioprine, tacrolimus, 5-FU, Alefacept, Etanercept, Infliximab. Dit verband is niet door direct effect op de melanocyten, maar door onderdrukking immuunsysteem. Naevi voor en na start antiretrovirale therapiebij HIV zijn beschreven. Interne maligniteiten: voor en na start chemotherapie kunnen ze ontstaan.
Het is niet duidelijk waarom bij bepaalde patiënten de naevi op de acra ontstaan. Normaal gesproken zitten er zeer weinig naevi op handpalmen en voetzolen (eerder onderzoek: bij respectievelijk 7.9 % en 9.4 %).

Mogelijke verklaringen:
- blaarziekten: dysregulatie locale groeifactoren na epidermis schade
- overig: wellicht door systemische verhoging MSH. De handpalmen en voetzolen reageren hier wellicht anders op dan de rest van de huid (er zijn daar geen haarfollikels (fysiologische suppressor werking MSH). Wellicht dat immuunsuppressie ook andere MSH suppressors onderdrukt, waardoor naevi ontstaan.

De relatie tussen immuunsysteem en melanocyt proliferatie is complex. Mensen met een immuunsuppressie (wel of niet veroorzaakt door medicatie) kunnen eruptieve naevi ontwikkelen. Het immuunsysteem is blijkbaar van groot belang om de melanocyten proliferatie onder controle te houden. Gek genoeg hebben transplantatie patiënten geen verhoogde kans op het ontwikkelen van een melanoom.

Risico's melanoom?
het is onbekend of mensen met acrale naevi een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van melanomen. In het algemeen geldt wel dat als het aantal naevi toeneemt, meer dysplastische naevi ontstaan. Bij immuunsuppressie is er sowieso een groter risico op het ontwikkelen van een melanoom.

Therapie:
In het verleden werden er bij patiënten met acrale naevi profylactische excisies verricht; nu is het advies ze goed te vervolgen en bij twijfel te biopteren.


Referenties
1. Eruptive nevi of the palms and soles. JAAD 2005;52:S96-S100.
2. Eruptive melanozytaere Naevi palmoplantar bei einer Patientin mit M. Crohn. JDDG 2006;4:486-488.
3. Immunosuppression and melanocyte proliferation. Melanoma Research 2009;19:63-68.
4. Induction of eruptive benign melanocytic naevi by immune suppressive agents, including biologicals. Br J Dermatol 2006;154:880-884.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 D22.9 Melanocytaire naevi, niet gespecificeerd: eruptieve acrale naevi
ICD10 D22.9 Melanocytic naevi, unspecified: eruptive acral nevi
SNOMED 402554002 Eruptive melanocytic naevi
DBC 15 Naevi (alle vormen)