Erythema induratum van Bazin is een bijzondere vorm
van
lobulaire panniculitis in combinatie met een
granulomateus infiltraat en
vasculitis,
vaak gepaard gaand met necrose,
bij patiënten met tuberculose.
De afwijkingen bestaan meestal uit gevoelige of pijnlijke subcutane noduli aan
de onderbenen, vooral aan de achterzijde van de onderbenen, bilateraal of unilateraal,
meestal niet groter dan 2 cm. De overliggende huid is erythemateus of paars-rood
ter plaatse van de noduli, en soms is de gehele regio erythemateus. De plekken
kunnen littekens achterlaten. Ook kunnen er ulceraties in ontstaan. Het kan
ook op andere plekken voorkomen, zoals de scheenbenen, armen, op de romp of
in het gelaat, maar dat is zeldzaam. Systemische verschijnselen ontbreken. Het
is beschreven in combinatie met neuropathie. Het komt vooral voor bij vrouwen,
vanaf volwassen leeftijd. Het beeld is in de 19e eeuw voor het eerst beschreven
door Bazin, bij patiënten met
tuberculose. Het wordt
ook wel
nodulaire vasculitis genoemd. Nodulaire vasculitis
heeft een eigen ICD-10 code (L95.8) maar wordt toch gezien als een synoniem
voor erythema induratum.
|
|
erythema
induratum Bazin |
erythema
induratum Bazin |
De term erythema induratum van Bazin werd aanvankelijk exclusief gebruikt
voor nodulaire vasculitis aan de onderbenen in het kader van tuberculose. Synoniemen:
tuberculosis cutis indurata hyperergica (Bazin) of
tuberculosis cutis nodosa hyperergica (Bazin), of
nodulaire vasculitis geassocieerd met tuberculose,
en bij ulceraties
tuberculosis cutis nodo-ulcerosa (Hutchinson).
Later bleek dat erythema induratum ook kan voorkomen bij patiënten die geen
tuberculose hebben. Dit wordt
erythema induratum non tuberculosum
genoemd, of
erythema induratum van Whitfield, of
nodulaire vasculitis niet geassocieerd met tuberculose.
Erythema induratum non tuberculosum kan worden veroorzaakt door andere onderliggende
aandoeningen en door geneesmiddelen, maar het kan ook idiopathisch zijn, dat
wil zeggen: er kan geen oorzaak gevonden worden.
Er kunnen dus 3 varianten
van erythema induratum (synoniem: nodulaire vasculitis) worden onderscheiden:
1. |
erythema induratum van Bazin, geassocieerd met
tuberculose |
2. |
erythema induratum geassocieerd met andere ziekten
of veroorzaakt door geneesmiddelen |
3. |
erythema induratum zonder onderliggende oorzaak
(idiopathisch) |
De pathogenese van erythema induratum is niet bekend. Het is een overgevoeligheidsreactie
uitgelokt door M. tuberculosis of andere antigenen waarbij zowel type III (immuuncomplex
vasculitis) als type IV (vertraagde overgevoeligheidsreactie) mechanismen door
elkaar spelen.
PA:De klassieke PA van erythema induratum
is een mengbeeld van
panniculitis en
vasculitis. Het is een lobulaire panniculitis
met een gemengdcellig ontstekingsinfiltraat, met lymfocyten, plasmacellen, neutrofielen,
eosinofielen, en histiocyten die granulomen vormen. Daarnaast is in het vet,
in de septa en/of in de noduli meestal (90%) een vasculitis aanwezig rond vooral
de venules, maar ook rond arteriën, arteriolen en venen. In latere fasen van
de ontsteking kan het beeld er uitzien als een granulomateuze vasculitis. Door
occlusie van vaatjes kan necrose optreden.
DD:
Erythema nodosum,
panniculitis (andere vormen), infectieuze
panniculitis, traumatische panniculitis,
vasculitis
(andere vormen),
cutaneous polyarteritis
nodosa (PAN),
cholesterol embolieën,
tromboflebitis,
occlusieve vasculopathie.
ERYTHEMA INDURATUM BAZIN (TUBERCULOSUM) |
ICD10: A18.4 |
Erythema induratum van Bazin, geassocieerd met tuberculose
Nog steeds is het zo dat de meeste gevallen van erythema induratum (60-95%)
worden veroorzaakt door tuberculose. De frequentie van tuberculose als oorzaak
wisselt sterk per land, afhankelijk van hoe vaak TBC nog voor komt in de populatie.
Bij patiënten waarbij de diagnose erythema induratum gesteld wordt moet altijd
onderzoek gedaan worden naar tuberculose (Mantoux, IGRA, X-thorax). Daarnaast
is het advies om niet alleen een biopt voor PA af te nemen maar ook een biopt
voor een PCR op
Mycobacterium tuberculosum. Ook atypische mycobacteriën
kunnen een erythema induratum beeld veroorzaken, dit is o.a. beschreven bij
M. monacense,
M. avium,
M. massiliense en
M.
cheloni.
Diagnostiek:PA-biopt, PCR op
Mycobacterium
tuberculosum. Mantoux, IGRA, X-thorax.
Therapie:
Behandeling van de onderliggende tuberculose. Vaak is behandeling gedurende
enkele maanden nodig met een combinatie van tuberculostatica. In afwachting
van het resultaat daarvan symptoombestrijding met pijnstillers (NSAID), rust,
oedeembestrijding met tubigrip of een elastische kous. De behandeling van tuberculose
is specialistisch werk en in Nederland wordt dit gedaan door de longarts of
door een specialist infectieziekten. De meest gebruikte combinatie is isoniazide
5 mg/kg/dd + rifampicine 10 mg/kg/dd + pyrazinamide 15-30 mg/kg/dd. Soms wordt
ook Myambutol (ethambutol) of streptomycine toegevoegd (bij kans op isoniazide
resistentie).
R/ isoniazide 5 mg/kg/dag, maximaal 1 dd 300 mg (kinderen
1 dd 10-15 mg/kg).
R/ rifampicine 10 mg/kg/dg, maximaal 1 dd 600 mg (kinderen
1 dd 10-20 mg/kg).
R/ pyrazinamide 20-25 mg/kg/dg, maximaal 2 g (kinderen
15-30 mg/kg/dg).
R/ ethambutol 15-20 mg/kg/dg, maximaal 1600 mg (kinderen
15-20 mg/kg/dg).
Erythema induratum geassocieerd met andere ziekten of veroorzaakt door
geneesmiddelen, of idiopathisch.Erythema induratum non tuberculosum
kan voorkomen geassocieerd met
andere infecties, zoals
atypische mycobacteriën,
Nocardia,
Pseudomonas,
Fusarium,
Chlamydophila (Chlamydia) pneumoniae, hepatitis B virus, en hepatitis
C virus.
Ook associaties met
interne aandoeningen
zijn beschreven, zoals hypothyreoidie, chronische lymfatische leukemie, SLE,
reumatoide artritis, ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, non Hodgkin lymfoom,
chronische lymfatische leukemie, adenocarcinoom van de long, Takayashu arteritis,
tromboflebitis, en antifosfolipiden syndroom. Antifosfolipiden kunnen aanwezig
zijn zowel bij tbc als non-tbc erythema induratum.
Erythema induratum is
ook beschreven bij gebruik van sommige
geneesmiddelen,
o.a. etanercept, vedolizumab, certolizumab pegol, vemurafenib, cobimetinib,
propylthiouracil, BCG-vaccinatie, en na het zetten van een Mantoux.
En erythema
induratum komt ook voor zonder dat een onderliggende oorzaak kan worden gevonden.
|
|
erythema
induratum |
erythema
induratum |
Diagnostiek:Per definitie is bij de diagnose erythema
induratum non tuberculosum TBC reeds uitgesloten d.m.v. Mantoux, IGRA, X-thorax.
Op de longfoto kunnen ook andere afwijkingen dan TBC worden gezien. Aanvullend
lab: Hb, leuko’s, leukodiff, BSE of CRP, leverenzymen, hepatitis B en C serologie.
Eventueel TSH en trombofiliepakket. Verdere diagnostiek op basis van klachten
of labafwijkingen.
Therapie:Erythema nodosum zonder
dat er sprake is van tuberculose is zeldzaam en er is weinig literatuur over
hoe dit behandeld kan worden. Andere geassocieerde aandoeningen moeten indien
mogelijk behandeld worden en verdachte medicatie gestaakt. De behandeling bestaat
uit symptoombestrijding met pijnstillers (NSAID), rust, oedeembestrijding met
tubigrip of een elastische kous. In ernstige gevallen kunnen immunosuppressiva
of andere anti-inflammatoire middelen worden gebruikt. Er zijn geen gecontroleerde
studies, alle adviezen zijn gebaseerd op case-reports of expert opinions. Vaak
wordt kaliumjodide genoemd, maar die publicaties zijn allemaal uit de jaren
70-80. Kaliumjodide wordt nauwelijks nog gebruikt als geneesmiddel bij huidziekten
wegens gebrek aan bewijs. De tabletten die er voor waren zijn uit de handel.
Het wordt nog wel geleverd aan ziekenhuizen voor de afdeling radiotherapie,
en het is in voorraad bij de overheid en bij defensie voor gebruik bij kernrampen
en nucleaire oorlogsvoering. Ook goudzouten worden genoemd (aurothiomalaat)
echter dit is sinds 2020 niet meer op de markt in Nederland. Corticosteroiden
en corticosteroiden + azathioprine of mycofenolaat mofetil zijn een optie in
ernstige gevallen maar veroorzaken ook bijwerkingen die soms niet opwegen tegen
de ernst van de aandoening. Het is beter om daar voor eerst immunomodulerende
middelen te proberen zoals colchicine, plaquenil, tetracyclinen, of dapson.
R/ NSAID (zie onder
pijnbestrijding).
R/ colchicine 1-3 mg per dag (boven 1 mg verdelen over 2 giften).
R/ plaquenil
1 dd 200-400 mg.
R/ tetracyclinen (doxycycline 1 dd 100-200 mg, minocycline
1 dd 100 mg).
R/ dapson 1 dd 100 mg.
R/ corticosteroiden 1 dd 20-30 mg.
R/ corticosteroiden + azathioprine of cellcept.
R/ azathioprine 1 dd 50-150
mg als monotherapie.
R/ mycofenolaat mofetil 2 dd 500-1000 mg als monotherapie.
R/ clofazimine (Lamprene) 2 dd 100 mg, gedurende 10 dagen, vervolgens twee maal
per week 100-200 mg gedurende 6 maanden (importverklaring nodig).
R/ kaliumjodide
300-900 mg per dag gedurende 3-4 weken (oude studies, moeilijk leverbaar).
R/ goudzouten (aurothiomalaat) echter sinds 2020 niet meer op de markt in Nederland.
Referenties
1. |
Requena L, Sánchez Yus E. Panniculitis. Part
II. Mostly lobular panniculitis. J Am Acad Dermatol 2001;45(3):325-361.
PDF |
2. |
Gilchrist H, Patterson JW. Erythema nodosum
and erythema induratum (nodular vasculitis): diagnosis and management.
Dermatol Ther 2010; 23:320-327.
PDF |
3. |
Magalhães TS, Dammert VG, Samorano LP, Litvoc
MN, Nico MMS. Erythema induratum of Bazin: Epidemiological, clinical
and laboratorial profile of 54 patients. J Dermatol 2018; 45:628-629. |
4. |
Segura S, Pujol RM, Trindade F, Requena L.
Vasculitis in erythema induratum of Bazin: a histopathologic study
of 101 biopsy specimens from 86 patients. J Am Acad Dermatol 2008;
59:839-851. |
5. |
Llamas-Velasco M, Fraga J, Sánchez-Schmidt
JM, Fernández-Figueras M, Gallardo F, Rütten A, Kempf W. Neutrophilic
Infiltrates in Panniculitis: Comprehensive Review and Diagnostic
Algorithm Proposal. Am J Dermatopathol 2020;42(10):717-730.
PDF |
6. |
Silva MT, Antunes SL, Rolla VC, Galhardo
MC, Sant'ana FM, do Valle AF. Distal painful peripheral neuropathy
associated with erythema induratum of Bazin. Eur J Neurol 2006;
13:e5-e6. |
7. |
Westers-Attema A, van Tubergen A, Plasschaert
H, van Marion AM, Frank J, Poblete-Gutiérrez P. Nodular vasculitis
in systemic lupus erythematosus. Int J Dermatol 2008; 47 Suppl 1:3-6. |
8. |
Kabuto M, Nakanishi G, Kimura H, Tanaka T,
Fujimoto N. Erythema induratum (nodular vasculitis) associated with
Takayasu arteritis. Eur J Dermatol 2017; 27:410-412. |
9. |
Misago N, Narisawa Y. Erythema induratum
(nodular vasculitis) associated with Crohn's disease: a rare type
of metastatic Crohn's disease. Am J Dermatopathol 2012; 34:325-329. |
10. |
Pozdnyakova O, Garg A, Mahalingam M. Nodular
vasculitis - a novel cutaneous manifestation of autoimmune colitis.
J Cutan Pathol 2008; 35:315-319. |
11. |
Oshio A, Yoshii Y, Ono K, Hashimoto T, Satoh
T. Erythema induratum of Bazin with anti-phospholipid antibodies.
J Dtsch Dermatol Ges 2015; 13:810-811. |
12. |
Borges AS, Brasileiro A, Apetato M. Nodular
vasculitis associated with lung adenocarcinoma. An Bras Dermatol
2018; 93:887-889. |
13. |
Fernandes SS, Carvalho J, Leite S, Afonso
M, Pinto J, Veloso R, Duarte R, Ferreira E, Fraga J. Erythema induratum
and chronic hepatitis C infection. J Clin Virol 2009; 44:333-336. |
14. |
Sakuma H, Niiyama S, Amoh Y, Katsuoka K.
Chlamydophila pneumoniae Infection Induced Nodular Vasculitis. Case
Rep Dermatol 2011; 3:263-267. |
15. |
Campbell SM, Winkelmann RR, Sammons DL. Erythema
Induratum Caused by Mycobacterium chelonei in an Immunocompetent
Patient. J Clin Aesthet Dermatol 2013; 6:38-40. |
16. |
Hattori M, Shimizu A, Hisada T, Fukumoto
T, Ishikawa O. Erythema Induratum in a Patient with Pulmonary Mycobacterium
avium Infection. Acta Derm Venereol 2016; 96:705-706. |
17. |
Romero JJ, Herrera P, Cartelle M, Barba P,
Tello S, Zurita J. Panniculitis caused by Mycobacterium monacense
mimicking erythema induratum: a case in Ecuador. New Microbes New
Infect 2016; 10:112-115 |
18. |
Park SH, Chae JK, Kim EJ, Park K. A case
of panniculitis caused by Mycobacterium massiliense mimicking erythema
induratum. Br J Dermatol 2015; 173:235-238 |
19. |
Pouldar D, Elsensohn A, Ortenzio F, Shiu
J, McLeod M, de Feraudy S. Nodular Vasculitis in a Patient With
Crohn's Disease on Vedolizumab. Am J Dermatopathol 2018; 40:e36-e37. |
20. |
Park SB, Chang IK, Im M, Lee Y, Kim CD, Seo
YJ, Lee JH. Nodular Vasculitis That Developed during Etanercept
(Enbrel) Treatment in a Patient with Psoriasis. Ann Dermatol 2015;
27:605-607. |
21. |
Wolf D, Ben-Yehuda A, Okon E, Naparstek Y.
Nodular vasculitis associated with propylthiouracil therapy. Cutis
1992; 49:253-255. |
22. |
Baba N, Takashima W, Tokuriki A, Ameshima
S, Hasegawa M. Erythema induratum of Bazin which occurred after
tumor necrosis factor antagonist therapy. J Dermatol 2017; 44:e87-e88. |
23. |
Schulz EJ, Whiting DA. Treatment of erythema
nodosum and nodular vasculitis with potassium iodide. Br J Dermatol
1976; 94:75-78. |
24. |
Horio T, Danno K, Okamoto H, Miyachi Y, Imamura
S. Potassium iodide in erythema nodosum and other erythematous dermatoses.
J Am Acad Dermatol 1983; 9:77-81. |
25. |
Shaffer N, Kerdel FA. Nodular vasculitis
(erythema induratum): treatment with auranofin. J Am Acad Dermatol
1991; 25:426-429. |
26. |
Taverna JA, Radfar A, Pentland A, Poggioli
G, Demierre MF. Case reports: nodular vasculitis responsive to mycophenolate
mofetil. J Drugs Dermatol 2006; 5:992-993. |
27. |
Wee E, Kelly RI. Treatment of nodular vasculitis
with colchicine. Australas J Dermatol 2017; 58:e79-e82.
PDF |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.