ERYTHEMA INFECTIOSUM (Megalerythema epidemicum, vijfde ziekte) home ICD10: B08.3

Erythema infectiosum (Megalerythema epidemicum, vijfde ziekte) wordt veroorzaakt door Parvovirus B19. Incubatietijd: 6-14 dagen. Duur exantheem: 5-10 dagen. Kinderen zijn er niet erg ziek van. Typisch zijn rode wangen alsof er op geslagen is (slapped cheeks) en een uitgebreide rash opgebouwd uit annulair uitbreidende erythemateuze laesies die conflueren tot een kant-achtig patroon (lacy-like pattern). Erythema infectiosum komt vooral voor (70%) in de leeftijdsgroep 5-15 jaar; 10% is onder de 5 jaar oud, 20% is ouder dan 15 jaar.

Slapped cheeks bij erythema infectiosum Confluerende ringen bij erythema infectiosum Confluerende ringen bij erythema infectiosum
slapped cheeks lacy-like pattern lacy-like pattern


Klinisch beeld:
Voorafgaand aan de rash zijn er 1-2 dagen milde griepachtige verschijnselen: koorts, malaise, spierpijn, hoofdpijn en jeuk. Na 5 tot 7 dagen ontstaat een fijnvlekkig vlindervormig exantheem op de wangen (slapped cheek), daarna symmetrische uitbreiding over het gehele lichaam. Het perinaso-orale gebied (narcose kapje) blijft vrij. Het exantheem kan zich uitbreiden over de romp en de extremiteiten, waarbij vooral de strekzijde is aangedaan. Er kan een confluerend en ringvormig of reticulair (netwerk structuur) erytheem ontstaan door centrale verbleking (lacy-like, op kant lijkende ringen). Soms exantheem van de handpalm en voetzolen. Het exantheem is aanvankelijk vrij scherp begrensd maculeus, later minder scherp, en verdwijnt binnen een week. Circa 5-10% van de kinderen heeft gewrichtsklachten van handen, voeten, knieën en polsen.

Bij volwassen patiënten staan gewrichtsklachten (stijfheid, pijn, artritis) op de voorgrond, vooral bij vrouwen. Vaak zijn zij het enige symptoom. Het kan 1 tot 3 weken aanhouden, bij 20% van de vrouwelijke patiënten maandenlang, zelfs tot twee jaar. De verschijnselen kunnen lijken op een beginnende reumatoïde artritis. Erythema infectiosum bij volwassenen komt onder Nederlanders niet vaak voor omdat de meesten het al als kind gehad hebben. Na besmetting is men levenslang immuun. Infectie met de vijfde ziekte tijdens de zwangerschap kan de gezondheid van de baby in gevaar brengen.

DD: zie onder maculopapuleuze kinderziekten.

Diagnostiek:
De diagnose wordt gesteld op het klinisch beeld (meestal door de huisarts). Het is mogelijk om het Parvo B19 virus aan te tonen in het bloed met een PCR. Ook IgM en IgG-antistoffen kunnen worden bepaald, IgM-antistoffen zijn op het moment van de rash ook al aanwezig.

Besmettelijkheid:
De vijfde ziekte is niet erg besmettelijk en wordt vooral overgedragen door langdurig of intensief contact, zoals in een gezin, peuterspeelzaal, kinderdagverblijf of school. De besmettelijke periode begint ongeveer 1 week na besmetting en houdt aan tot de huiduitslag optreedt. Het virus bevindt zich in de keel van geïnfecteerde personen en kan overgedragen worden door druppeltjes die vrijkomen tijdens hoesten, niezen en praten. Thuisblijven van werk, school of kinderverblijf is niet zinvol omdat erythema infectiosum op het moment dat het exantheem en/of de gewrichtsklachten verschijnen al niet meer besmettelijk is.

Risico voor het ongeboren kind:
Circa 60-70% van de vruchtbare vrouwen heeft het virus doorgemaakt en is immuun. Zwangere vrouwen die niet immuun zijn en de infectie oplopen kunnen het overdragen op het ongeboren kind. Infectie in de eerste 20 weken veroorzaakt in 9% van de gevallen spontane abortus of intra-uteriene vruchtdood. In het tweede trimester van de zwangerschap kan een hydrops foetalis ontstaan. Screening op parvovirus B19 wordt in het algemeen niet geadviseerd. Het valt te overwegen bij vrouwelijke werknemers in de vruchtbare leeftijd in de gezondheidszorg, het basisonderwijs en de kinderopvang. Bij zwangere medewerkers: indien er sprake is van een parvovirus B19-epidemie op school of kindercentrum, de zwangere in de eerste 20 weken van haar zwangerschap is en niet beschermd is (antistofbepaling), wordt geadviseerd contact met besmettelijke kinderen te vermijden. Drie weken na de laatste erythema infectiosum of bij een zwangerschap >20 weken is de werkplek weer veilig. Zwangere moeders wordt de toegang tot de school of kindercentrum niet ontraden bij een uitbraak van vijfde ziekte op school of kindercentrum. De kans dat zwangeren door derden geïnfecteerd raken tijdens het brengen en halen van hun kind lijkt erg klein. Veel groter is de kans dat hun eigen kind geïnfecteerd raakt en hen besmet. Dit is niet te vermijden. Antistoffenbepaling is alleen geïndiceerd als er een reëel risico is geweest, n.l. de zwangere is in de eerste 20 weken van de zwangerschap en heeft een kind met erythema infectiosum in het gezin of de zwangere heeft zelf symptomen passend bij parvovirus B19-infectie. Indien een zwangere in de eerste 20 weken van haar zwangerschap een aangetoonde parvovirus B19 infectie heeft, dient zij verwezen te worden naar een gynaecoloog. Bij progressieve hydrops foetalis of ernstige foetale anemie kan een intra-uteriene bloedtransfusie worden gegeven.


patientenfolder


Referenties
1. LCI-richtlijn Erythema infectiosum (vijfde ziekte) 2011, RIVM (www.rivm.nl)


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 B08.3 Erythema infectiosum [vijfde ziekte]
ICD10 B08.3 Erythema infectiosum [fifth disease]
SNOMED 34730008 Erythema infectiosum
DBC 4 Dermatosen door micro-organismen