Erythromelanosis follicularis faciei et colli (
EFFC)
is een zeldzame afwijking bestaande uit bilaterale, symmetrische gebieden met
rood-bruine
hyperpigmentatie,
erytheem
(met of zonder teleangiëctasieën), en
folliculaire papeltjes.
De huid voelt ruw aan, granulair, door de talloze zeer kleine papeltjes. Dit
lijkt erg op
ulerythema ophriogenes,
dat op de wangen zit, rood is, en vaak gepaard gaat met (laterale) wenkbrauw uitval. Erythromelanosis
follicularis faciei et colli begint preauriculair, op de wangen, en breidt zich
geleidelijk uit naar submandibulair in de hals. De aandoening is voor het eerst
beschreven door Kitamura et al. in 1960. Het komt waarschijnlijk vaker voor
dan gedacht, maar omdat het subtiele veranderingen zijn valt het niet op. Vaak
gaat het samen met
keratosis pilaris op de armen en schouders. In de aangedane
gebieden groeien alleen kleine vellusharen. De oorzaak is onbekend. De meeste
publicaties gaan over mannelijke patiënten, maar het komt ook bij vrouwen voor.
Er is ook een unilaterale variant beschreven.
Erythromelanosis follicularis
faciei et colli is waarschijnlijk niet echt een entiteit, maar gewoon een
variant van keratosis pilaris,
op de lokatie preauriculair, wangen en nek. Of een
variant van
ulerythema ophryogenes,
met post-inflammatoire hyperpigmentatie. Zowel EFFC als
ulerythema ophryogenes zijn geassocieeerd met het hebben van keratosis pilaris op de
armen. Er is ook een case report van een patiënte die op de wangen
erythromelanosis follicularis faciei et colli heeft, en centraal in het
gezicht rond de mond
erythrosis
pigmentosa peribuccalis (Brocq), een zeldzame aandoening met een
oranjebruine verkleuring centraal in het gezicht.
In het
ICD10
classificatiesysteem van de WHO is erythromelanosis follicularis faciei et
colli niet opgenomen. In de verschillende internationale versies wordt het
op verschillende manieren gecodeerd, meestal met L81.8 (Overige gespecificeerde pigmentatiestoornissen),
maar ook met L53.8 (Overige gespecificeerde erythemateuze afwijkingen), L85.8
(Overige gespecificeerde vormen van epidermisverdikking) en Q84.2 (Overige congenitale misvormingen van haar).
In de Nederlandse diagnoselijst wordt L85.8 gebruikt, en als DBC code 8
(Eczeem, overig). Maar het is geen eczeem, code 11 (Genodermatosen) is een
betere keuze.
DD:
ulerythema ophriogenes (keratosis rubra pilaris atrophicans faciei),
keratosis pilaris nno,
atrophoderma vermiculatum,
poikiloderma van Civatte,
erythrosis
pigmentosa mediofacialis (Brocq),
facial papules in
frontal fibrosing alopecia,
naevus van
Ota,
Berloque dermatitis.
Therapie:Het is vrijwel niet te behandelen. Keratolytische
crèmes met melkzuur, salicylzuur, ureum, tretinoïne crème 0.05%, en chemische
peelings hebben enig effect, tijdelijk, maar veroorzaken ook irritatie en de
aandoening komt meestal weer terug. Ook metronidazol en hydrochinon crèmes zijn
als optie genoemd, evenals laser resurfacing en oraal isotretinoïne.
Referenties
1. |
Kitamura K, Kato H, Mishima Y, Sonoda S.
Erythromelanosis follicularis faciei. Hautarzt 1960;11:391-393. |
2. |
Andersen BL. Erythromelanosis follicularis
faciei et colli. Case reports. Br J Dermatol 1980;102:323-325. |
3. |
Borkovic SP, Schwartz RA, McNutt NS. Unilateral
erythromelanosis follicularis faciei et colli. Cutis 1984;33:163-170. |
4. |
McGillis ST, Tuthill RJ, Ratz JL, Richards
SW. Unilateral erythromelanosis follicularis faciei et colli in
a young girl. J Am Acad Dermatol 1991;25(2 Pt 2):430-432 |
5. |
Warren FM, Davis LS. Erythromelanosis follicularis
faciei in women. J Am Acad Dermatol 1995;32(5 Pt 2):863-866. |
6. |
Yañez S, Velasco JA, González MP. Familial
erythromelanosis follicularis faciei et colli - An autosomal recessive
mode of inheritance. Clin Exp Dermatol 1993;18:283-285. |
7. |
Juhlin L, Alkemade H. Erythrosis pigmentosa
mediofacialis (Brocq) and erythromelanosis follicularis faciei et
colli in the same patient. Acta Derm Venereol 1999;79:65-66. |
8. |
Augustine M, Jayaseelan E. Erythromelanosis
follicularis faciei et colli: Relationship with keratosis pilaris.
Indian J Dermatol Venereol Leprol 2008;74:47-49. |
9. |
Jang HS, Lee CW, Cha JH, Kim SJ, Oh CK, Kwn
KS. Clinicopathological study of 12 cases of erythromelanosis follicularis
faciei et colli. Korean J Dermatol 2001;39:574-580. |
10. |
Kurita M, Momosawa A, Ozaki M, Ban I, Harii
K. Long-pulsed dye laser for the treatment of erythromelanosis follicularis
faciei: Report of two clinical cases. Dermatol Surg 2006;32:1414-1417. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.