Er worden twee soorten
eccriene naevi onderscheiden:
een temporaal voorkomend type, geassocieerd met vasculaire proliferatie (
eccrine
angiomatous hamartoma) en een
pure eccriene naevus,
een gebied met alleen focale hyperhidrosis. Een pure eccriene naevus is extreem
zeldzaam. De meeste beschreven gevallen waren gelokaliseerd op de onderarmen,
maar het kan ook elders op het lichaam voorkomen, op de extremiteiten, de voet,
de romp, of in de hals.
|
eccriene
naevus |
Klinisch beeld:Het klinisch beeld is variabel.
Meestal is er alleen een gebied met lokale hyperhidrosis, aan te tonen d.m.v.
de jodium-zetmeel proef, zonder zichtbare huidafwijkingen. Soms is er een lichte
hyperpigmentatie of licht erytheem. Er zijn ook varianten met lineair gerangschikte
papels, of bruine verzonken plaques of nodi.
DD:
Unilaterale gelokaliseerde hyperhidrose door afwijkingen in het sympathische
zenuwstelsel, neuropathie, intrathoracale tumoren, idiopathisch, auriculotemporaal
syndroom (
syndroom van Frey).
Lokale hyperhidrosis is ook beschreven bij POEMS syndroom, complex regionaal
pijnsyndroom, pachydermoperiostosis, pretibiaal myxoedeem, blue rubber bleb
nevus,
eccrien angiomateus
hamartoom, en glomustumoren.
Therapie:R/ Aluminiumchloride
oplossing 20% FNA (solutio aluminii chloridi 20% FNA), gebruik net als bij aluminiumhydroxychloride
oplossing 15% FNA.
R/ Aluminiumhydroxychloride crème 20% FNA (cremor aluminii
hydroxychloridi 20% FNA). Enkele malen per week voor het slapen gaan aanbrengen
en 's nachts laten intrekken, 's ochtends afwassen.
R/ glycopyrronium 0.5%,
1% of 2% crème. In buitenland als specialité verkrijgbaar (prijzig).
R/ oxybutynine,
start met 1 dd 2.5 mg, zonodig ophogen in stapjes van 2.5 mg tot 2 dd 5 mg.
Eventueel verder verhogen tot maximaal 3 dd 5 mg.
R/ glycopyrronium (glycopyrrolate),
start met 1 mg per dag, zonodig ophogen in stapjes van 1 mg tot 2-3 dd 1-2 mg.
R/ Botox injecties. Zie
werkinstructie.
Excisie
bij kleine laesies.
Referenties
1. |
Kawaoka JC, Gray J, Schappell D, Robinson-Bostom
L. Eccrine nevus. Journal of the American Academy of Dermatology
2004:51(2):301-304. |
2. |
Jung WK, Lee JS, Jung MJ, Whang KW, Kim YK.
A case of eccrine nevus. Ann Dermatol 1995;7:270-272. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.