Endothrix en
ectothrix zijn
verschillende groeiwijzen van een schimmel in de haren (
tinea
capitis). Bij
endothrix groeit de schimmel in de haren, en bij
ectothrix
groeit de schimmel op de haren. Bij
KOH-onderzoek
ziet men de sporen in of op de haren zitten. Bij ectothrix groeiwijze is vaak
ook het onderzoek met de
Wood's lamp positief: sommige
dermatophyten lichten geel of groengeel op onder UVA licht, bij endothrix groeiwijze
is het
Wood's lamp onderzoek meestal negatief.
Endothrix
schimmels:
- T. tonsurans -
T. violaceum -
T. soudanese - T. gourvilli -
T. yaoundei -
T. verrucosum (soms) - T. rubrum (soms) -
T. schoenleinii
*
*
Woods lamp positief
|
![[bron: CDC - Public Domain Image] endothrix](../../../afbeeldingen/illustraties/endothrix-1.jpg) |
Ectothrix
schimmels:
- M. canis * -
M. audouinii
* - M. ferruginosum * - M. dystortum * -
M. gypseum - T. mentagrophytes -
T. megninii -
T. verrucosum (soms) - T. rubrum (soms)
*
Woods lamp positief
![Geelgroene fluorescentie bij Woodslamp onderzoek (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Geelgroene fluorescentie bij Woodslamp onderzoek](../../../afbeeldingen/tinea-capitis-2z.jpg) |
![[bron: University of Adelaide - Creative Commons License 4.0] ectothrix](../../../afbeeldingen/illustraties/ectothrix-1.jpg) |
Meer achtergrondinformatie over tinea capitis en endothrix of ectothrix
Op basis van klinische en microscopische kenmerken worden de trichomycosen
(zie ook onder
tinea capitis) ook wel ingedeeld in 3 subtypen:
- tinea type
- microsporosis type
- favus (tinea favosa)
Het
tinea subtype komt het meeste voor, vooral bij kinderen van 3-7 jaar. De klinische symptomen variëren van oppervlakkige laesies met milde schilfering tot diepe infecties met abces formatie (kerion). Bij het
microsporosis subtype ontstaan oppervlakkige kale plekken, met haren die kort boven het oppervlak afbreken, weinig inflammatie, microscopisch kleine sporen rond de haren (ectothrix), een groene fluorescentie. Het wordt veroorzaakt door
Microsporum of
Nannizzia (vroeger
Mycosporum gypseum genoemd). Bij
favus, wat steeds minder voorkomt, zijn er schotelvormige confluerende crusteuze laesies (scutula).
Tinea subtypeTinea capitis infecties kunnen worden onderverdeeld in
ectothrix en
endothrix groeiwijze. Bij ectothrix groeiwijze vormen de sporen een schil rond de haar, bij endothrix groeien de sporen in de haren. Ectothrix omvat vooral
M. canis en
M. audouinii (kleine sporen, microsporosis) en
T. mentagrophytes en
T. verrucosum (grote sporen). De meeste anthropofiele soorten (
T. tonsurans,
T. violaceum,
T. soudanense) groeien endothrix. Bij endothrix infecties is er meestal weinig inflammatie (bij
T. tonsurans en
T. violaceum soms wel). De haren breken makkelijk af, er ontstaan kale plekken met black-dots, oppervlakkige pityriasiforme schilfering, weinig erytheem. Patiënten kunnen weinig klachten hebben maar wel drager zijn en andere kinderen besmetten. Bij pasgeborenen en jongere kinderen komt tinea capitis vrijwel niet voor, en bij oudere kinderen neemt de frequentie af, waarschijnlijk door een fungistatisch effect van vetzuren in talg, waarvan de productie richting de puberteit toeneemt.
Diepe dermatophyten infecties kunnen ernstige klinische symptomen veroorzaken zoals folliculaire pustels, pussende laesies, abcessen, zwelling, pijn, malaise, koorts, lymfadenopathie.
Sommige patiënten hebben grote nattende plaques met overvloedige pusuitvloed, dit wordt
kerion celsi genoemd (kerion betekent honingraat in het Grieks). Dit wordt meestal veroorzaakt door zoöfiele soorten zoals
T. verrucosum,
T. mentagrophytes,
T. benhamiae, of de geofiele
Nannizzia gypsea.
Microsporosis subtypeBij het microsporosis subtype ontstaat een diepe folliculitis zonder vorming van abcessen, en met weinig inflammatie. Er ontstaan solitaire of multipele scherp begrensde ronde kale plekken, met pityriasiforme schilfering en haren die kort boven het oppervlak afbreken. Het komt voor bij iets oudere maar wel prepuberale kinderen. Microscopisch ziet men kleine sporen rond de haren (ectothrix), en bij Woods lamp onderzoek een groene fluorescentie. Het wordt veroorzaakt door
Microsporum soorten of
Nannizzia (vroeger
Microsporum gypseum genoemd). Vooral
M. audouinii (anthropofiel) of
M. canis (zoöfiel), en soms door andere
Microsporum /
Nannizzia spp. zoals
M. ferrugineum (anthropofiel) of
Nannizzia gypsea (geofiel).
Favus subtypeHet favus subtype, met schotelvormige confluerende crusteuze laesies (scutula, opgebouwd uit keratine debris en hyphen) wordt veroorzaakt door de anthropofiele en meestal endothrix groeiende
T. schoenleinii, maar komt in Europa steeds minder voor. Wel in landen zoals China, Nigeria, en Iran. Het kan witte verkleuring van de haren en een cicatriciële alopecia veroorzaken. Het komt vooral voor tussen 6 en 10 jaar, iets vaker bij jongens dan bij meisjes. Bij 7% ook afwijkingen op de onbehaarde huid of de nagels.
In de Britse richtlijn tinea capitis uit 2014 worden nog enkele andere klinische subtypen genoemd, en de verwekkers die daarbij het meest worden gezien.
Klinisch subtype: |
Schimmelsoorten: |
Gray patch (grijze kale plekken met fijne schilfering en
afgebroken haren) |
Met inflammatie: M. canis, T. benhamiae,
Nannizzia gypsea
Weinig inflammatie: M. audouinii, M. ferrugineum,
T. violaceum |
Moth-eaten |
M. audouinii, T. violaceum |
Black dots (geringe inflammatie, kort afgebroken haren) |
T. tonsurans, T. soudanense, T. violaceum,
M. audouinii |
Diffuse schilfering (geen inflammatie, lijkt op
pityriasis capitis) |
T. violaceum, T. soudanense, T. tonsurans |
Pustuleus |
T. violaceum, T. mentagrophytes |
Referenties
1. |
Fuller LC, Barton RC, Mohd Mustapa MF, Proudfoot LE, Punjabi SP, Higgins EM. British Association of Dermatologists' guidelines for the management of tinea capitis 2014. Br J Dermatol 2014;171(3):454-463. |
2. |
Mayser P, Nenoff P, Reinel D, Abeck D, Brasch J, Daeschlein G, Effendy I, Ginter-Hanselmayer G, Gräser Y, Hipler UC, Höger P, Kolb-Mäurer A, Ott H, Schaller M, Zidane M. S1 guidelines: Tinea capitis. J Dtsch Dermatol Ges 2020;18(2):161-179.
PDF |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.