Een
epidermale cyste of
epidermoid cyste
is per definitie een cyste waarvan de cystewand bestaat uit epidermis. De epidermis
verhoornt, schilfert af, de belangrijkste component van de inhoud van de cyste
is dan ook keratine. Daarnaast kan er talg (sebum) in zitten, pus en bacteriën.
Epidermale cysten kunnen heel groot worden, en de inhoud ervan is breiig, kaasachtig,
en heeft een onaangename geur.
De epidermale cyste staat bekend onder
diverse synoniemen zoals
atheroomcyste (talgkliercyste,
sebaceous cyst, sebaceous retention cyst), epidermoid cyste, follicular infundibular
cyst, epidermale inclusie cyste, folliculaire cyste, en talpa. De term epidermale
inclusiecyste, ook wel traumatische inclusiecyste wordt gebruikt indien er een
cyste is ontstaan doordat er door een trauma (b.v. een splinter, kneuzingen,
chirurgische ingrepen) epidermale cellen zijn geïmplanteerd onder de huid en
daar een cyste vormen. Dit komt echter niet vaak voor, de meeste epidermale
cysten gaan uit van een geoccludeerde haarfollikel (van het folliculaire infundibulum,
zie
haartalgkliercomplex).
Omdat talg niet het belangrijkste bestanddeel is, is de naam atheroomcyste
(talgkliercyste, 'verstopte talgklier', sebaceous cyst) eigenlijk geheel verkeerd,
maar wordt desondanks veel gebruikt. Er bestaan wel echte talgkliercysten (steatocystoma,
steatocystoma multiplex) maar
dat is een andere entiteit. Een milia is ook een epidermoid cyste, maar dan
een hele oppervlakkige variant. Cysten uitgaande van de haarfollikels op het
behaarde hoofd worden ook wel
pilar cysts genoemd
of
trichilemmale cysten. Het is niet goed aan te geven
wat het verschil is tussen
pilar cysten / trichilemmale
cysten en epidermoidcysten (atheroomcysten) anders dan de locatie op het
behaarde hoofd. Ook op het scrotum en op de labia kunnen epidermoidcysten voorkomen
(
scrotale cysten).
Klinisch beeld:Een epidermoid cyste is meestal
een subcutane zwelling, soms is nog als een puntje de geoccludeerde, nauwelijks
zichtbare afvoergang van de oorspronkelijke haarfollikel te zien in het midden
van de zwelling. Het is een benigne aandoening. De cysten kunnen heel groot
zijn en bestaan uit meerdere holten. Soms is de cyste al eerder naar de dermis
geruptureerd en ontstoken. De cysten kunnen op het hele lichaam voorkomen, maar
meestal in het gezicht, het behaarde hoofd, de nek of op de romp. Omdat de meeste
cysten van haarfollikels uitgaan zitten ze niet op de handpalmen of voetzolen.
De epidermoidcysten kunnen een ontsteking veroorzaken, vooral bij ruptuur van
de cyste wand. Keratine is een belangrijke veroorzaker van ontsteking. Daarnaast
kunnen er ook bacteriën in komen en kan rond een cyste een grote abcederende
of flegmoneuze ontsteking ontstaan. Ook kunnen er fistels ontstaan. Cysten en
fistelvorming vanuit cysten en abcessen komen vooral voor bij patiënten met
hidradenitis suppurativa.
Epidermoid cysten ontstaan vooral rond de 30-40
jaar, en komen circa 2 x vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Multipele epidermoidcysten
komen voor bij acne conglobata (et cystica), Favre-Racouchot syndroom,
Gardner syndroom, basaal cel naevus
syndroom, pachyonychia congenita, en op het scrotum (scrotale cysten).
![Histologie epidermoid cyste (klik op foto voor vergroting) [bron: Kevin Kwee / Afdeling Pathologie MUMC] Histologie epidermoid cyste](../../../pacoupes/thumbnails/epidermale-cyste-1.jpg) |
![Histologie epidermoid cyste (klik op foto voor vergroting) [bron: Kevin Kwee / Afdeling Pathologie MUMC] Histologie epidermoid cyste](../../../pacoupes/thumbnails/epidermale-cyste-2.jpg) |
ingescande coupe (zoom) |
ingescande coupe (zoom) |
DD:lipoma, lymfklier,
talgklierhyperplasie,
dermoid cyste,
xanthogranuloma,
pilar cyst,
trichilemmale cyste,
milia,
steatocystoma multiplex,
hidradenitis suppurativa,
eruptieve vellushaarcysten,
acne conglobata,
adnextumortjes,
calcinosis cutis, branchial cleft
cyste, mediane neus cyste,
Favre-Racouchot
syndroom,
Gardner syndroom,
basaal cel naevus syndroom,
pachyonychia congenita,
scrotale cysten.
Therapie:
Cysten die geen klachten geven behoeven geen behandeling. Cysten die ernstig
ontstoken zijn moeten soms worden geopend (incisie en drainage) en in ernstige
gevallen kortdurend antibiotisch behandeld. Milde ontstekingen reageren soms
op intralesionale corticosteroïden. De enige echte definitieve oplossing is
de cyste inclusief de cystewand netjes te verwijderen middels een zo klein mogelijk
sneetje. Dit gaat het beste als de cyste niet (nog niet of niet meer) ontstoken
is. Door secundaire infectie of ruptuur kan de cyste wand verkleefd zijn met
de dermis en moeilijk te verwijderen.
Conservatief:
R/ triamcinolonacetonide onverdund intralesionaal bij ontsteking (symptoombestrijding,
lost het probleem niet op).
R/ Kenacort-A 10 (triamcinolonacetonide) 1:2
tot 1:5 verdunde oplossing met lidocaïne intralesionaal.
R/ Aanstippen met
vloeibare stikstof (bij kleine recidiverende cysten, slecht gedocumenteerde
therapie).
R/ Antibiotica (bijvoorbeeld Augmentin 3 dd 625 mg of flucloxacilline
3-4 dd 500 mg) bij ernstige secundaire ontsteking (abcesvorming, erytheem, calor,
dolor, koorts). Incisie en drainage is dan ook nodig.
Chirurgisch:
Incisie en drainage bij geïnfecteerde ontstoken cysten. Dit helpt tijdelijk,
ontlast en verlicht de pijn, maar de cystewand moet worden verwijderd (eventueel
later) om een recidief te voorkomen.
Excisie middels een punch biopt gaatje:
lidocaïne rondom en in de cyste spuiten. De afvoergang wordt dan vaak zichtbaar.
Deze wegstansen met een 3-6 mm biopt (grotere cysten: lineaire incisie of smal
ovaaltje excideren). De inhoud exprimeren, en de cystewand met schaar en pincet
losprepareren. Na ontstekingen kan de cyste wand erg verbakken zijn met de dermis.
Niet sluiten, hooguit met 1 approximerende hechting.
Excisie: idem teken
een snee of klein smal ovaal af met centraal daarin de afvoergang indien zichtbaar.
Excideer voorzichtig de ovaal en prepareer van hieruit de cyste los. Probeer
alle cyste wand delen te verwijderen. Bij grote uitpuilende cysten de ovaal
wat breder maken om overtollige uitgerekte huid te verwijderen. Als de cyste
geheel verwijderd is en niet geïnfecteerd kan de excisie of snede geheel worden
gesloten met hechtingen. Grote holten ook verkleinen met oplosbare hechtingen.
Bij het exprimeren van de inhoud, bij langdurig bestaande epidermoidcysten,
kan er veel verweekt hoornmateriaal vrijkomen, ook met pus en talg. Dit verspreid
een hele vieze geur. Zorg voor voldoende gazen in de buurt of een bekken om
de rommel op te vangen en snel weg te gooien. En kijk uit voor onder druk staande
inhoud die alle kanten op kan spuiten (zie
video van uitknijpen atheroomcyste).
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.