Folliculitis decalvans is een relatief zeldzame vorm
van
cicatriciële alopecia (2-11% van de scarring alopecias)
gekenmerkt door een onomkeerbare destructie van haarfollikels door een purulent
ontstekingsproces. Het meest kenmerkende is de aanwezigheid van
pustels uitgaande van de haarfollikels. Folliculitis decalvans
wordt daarom ook ingedeeld in de groep
neutrofiele dermatosen.
Bij folliculitis decalvans zijn vaak ook
tufts te
zien (plukjes haar, kwastjes, meerdere haren die als een kwastje uit 1 opening
lijken te komen). Aanwezigheid van tufts is een klassiek kenmerk voor folliculitis
decalvans, maar kan ook bij andere varianten van cicatriciële alopecia voorkomen.
Sommigen beschouwen
tufted folliculitis als hetzelfde
als folliculitis decalvans, anderen beschouwen het als een aparte entiteit,
of als een niet-specifiek kenmerk.
De indeling van de
scarring alopecias is niet eenvoudig.
De North American Hair Research Society (NAHRS) deelt ze in op grond van infiltraat
en dan valt folliculitis decalvans in de groep neutrofiel. Folliculitis decalvans
begint vanaf de puberteit en komt zowel bij mannen als bij vrouwen voor. Het
is langzaam progressief en lastig te behandelen. De oorzaak is niet bekend.
Uit de pustels wordt meestal
S. aureus gekweekt.
Klinisch
beeld:Purulente ontsteking uitgaande van de haarfollikels van het
behaarde hoofd. Er zijn pustels aanwezig, grote pustels van het kaliber dat
ook bij pustulosis palmoplantaris wordt gezien. Er ontstaan kale gebieden en
verlittekening van de huid, en er zijn tufts aanwezig. Het zit meestal bovenop
het hoofd maar kan ook in baardstreek, nek of in het gezicht zitten.
|
|
|
folliculitis
decalvans |
folliculitis
decalvans |
folliculitis
decalvans |
|
|
|
folliculitis
decalvans |
folliculitis
decalvans |
folliculitis
decalvans |
|
|
|
folliculitis
decalvans |
folliculitis
decalvans |
folliculitis
decalvans |
Varianten van folliculitis decalvans: |
- klassieke folliculitis decalvans van Quinquaud -
cicatricieel seborrhoisch eczeem - tufted hair folliculitis
- ulcererende folliculitis decalvans - lineaire folliculitis
decalvans - frontal fibrosing alopecia-like folliculitis
decalvans - folliculitis decalvans na haartransplantatie -
eindstadium folliculitis decalvans |
DD:
Dissecting
folliculitis (
perifolliculitis
capitis abscedens et suffodiens),
pseudopelade van Brocq,
cicatriciële alopecia nno,
central
centrifugal cicatricial alopecia,
bacteriële
folliculitis,
acne necrotica,
lichen planopilaris,
CDLE,
acne keloidalis nuchae.
Pathologie:In vroege fase keratine pluggen in het folliculaire
infundibulum (afsluiting van haarzakjes), later ruptuur van de follikelwand
en purulente abcederende ontsteking, vaak met aanwezigheid van bacteriën. Geen
vorming van holtes en fistels zoals bij dissecting folliculitis, maar het onderscheid
tussen die twee entiteiten is subtiel. Het infiltraat is voornamelijk neutrofiel,
later bijmenging van lymfocyten, plasmacellen, macrofagen. Uiteindelijk verdwijnen
de haarzakjes volledig en ontstaat een uitgebreide fibrose.
Diagnostiek:
Biopt en kweek onder steriele omstandigheden van de inhoud van een intacte pustel.
Trichoscopie:Het centrale kenmerk is tufting, waarbij er
per follikelopening vijf tot twintig haren uitsteken. De tufts
ontstaan door clustering van aanliggende folliculaire units
door fibrose en retentie van telogene haren in de follikels.
In de actieve fase wordt de ziekte gekenmerkt door gele
folliculiare pustels, gele tubulaire schilfering, hemorragische
crustae, tufting met meer dan vijf haren per follikelopening en
perifolliculaire keratose in ’starburst patroon’. In een
laat stadium ontbreken de haren, verdwijnen de follikels en is
de hoofdhuid wit eventueel in combinatie met rode gebieden.
|
|
|
starburst patroon |
tufts,
follikelverlies, wit |
gele
pustels en crustae |
Therapie:Bij verdenking op bacteriële folliculitis
antibiotica op basis van de kweek, vooral gericht op S. aureus. Hoewel niet
zeker wordt een rol van S. aureus vermoed, en is de behandeling gericht op het
bestrijden ervan. Inclusief onderzoek naar dragerschap (neuskweek, mupirocine
neuszalf, antiseptische lotions, onderzoek en behandeling van familieleden,
etc.).
De behandeling van folliculitis decalvans is moeilijk. Er zijn niet
zoveel goede studies, het meeste is retrospectief onderzoek. Als goede keus
komt naar voren isotretinoïne in doseringen van 0.1-1 mg/kg (10-90 mg/dag).
Daarnaast is goed effect van de combinatie clindamycine 2 dd 300 mg + rifampicine
2 dd 300 mg beschreven, dezelfde combi die ook bij hidradenitis suppurativa
en dissecting folliculitis wordt gegeven. Rifampicine is vooral een anti-inflammatoir
middel, altijd combineren met een echt antibioticum. Verder worden vaak antibiotica
gegeven gericht op stafylokokken, met een anti-inflammatoire nevenwerking zoals
Klacid, doxycycline, azitromycine, roxitromycine. In case reports is ook goed
effect beschreven van infliximab. Dat is te verwachten gezien het type ontsteking
met neutrofiele infiltraten. Het grote probleem is uiteraard de vergoeding bij
dit soort relatief zeldzame aandoeningen. Tegelijkertijd is folliculitis decalvans
ook beschreven als paradoxale bijwerking tijdens behandeling met biologicals.
Bij zeer ernstige ontstekingen, waarbij patiënten liever geheel kaal zijn dan
dit nog langer te ondergaan, is radiotherapie een optie. Een casereport beschrijft
radiotherapie 5 Gy verdeeld over 5 fracties, na 4 maanden herhaald, met als
gevolg het verdwijnen van haarfollikels. Nabehandeld met laser epilatie. Laser
epilatie als primaire keuze is ook een optie. Behandeling met NdYag laser (abrasie)
wordt ook genoemd, veroorzaakt wel permanente littekenvorming.
R/ claritromycine 2 dd 250 mg of 1 dd 500 mg SR.
R/
doxycycline 1 dd 100 mg.
R/ minocycline 1 dd 100 mg.
R/ azitromycine 3
x per week 250 mg.
R/ clindamycine 2 dd 300 mg + rifampicine 2 dd 300 mg
gedurende 10 weken (2-4 maanden).
R/ rifampicine 600 mg dd plus een ander
antibioticum zoals Ciproxin (ciprofloxacin), Klacid (claritromycine), doxycycline,
minocycline, flucloxacilline.
R/ rifampicine 600 mg dd plus erytromycine 2% lotion lokaal
of Bactroban (mupirocine) zalf lokaal.
R/ levofloxacine 2 dd 500 mg.
R/ isotretinoïne 1 dd 0.1-1 mg/kg
(10-90 mg/dag).
R/ isotretinoïne 1 dd 30 mg + clindamycine 1-2 dd 300 mg
+ prednisolon 1 dd 20 mg.
R/ lokale antiseptica (betadine jodium shampoo).
R/ zinksulfaat (b.v. zinksulfaat drank FNA) 3 dd 200 mg of 2 dd 400 mg.
R/ Protopic (tacrolimus) zalf.
R/ dapson.
R/ prednison korte interventies of lage doses.
R/ infliximab
5 mg/kg per 2 maanden i.v. of adalimumab 40 mg om de week. Case reports laten
effectiviteit zien. De biologicals worden echter niet vergoed voor deze indicatie.
R/ roxitromycine 1-2 dd 150 mg. Bij 2 dd 150 mg langer dan 2 weken is controle
van lever en nierfunctie nodig. De lage dosering 1 dd 150 mg is de startdosis.
Experimentele off-label behandeling. Roxitromycine is een macrolide met anti-inflammatoire
nevenwerking. Roxitromycine heeft in-vitro het sterkste anti-inflammatoire effect
gemeten op de daling van TNF-alpha.
R/ Radiotherapie, Laser epilatie, NdYag
laser (abrasie).
Referenties
1. |
Annessi G. Tufted folliculitis of the scalp:
a distinctive clinicohistological variant of folliculitis decalvans.
Br J Dermatol 1998;138(5):799-805. |
2. |
Powell JJ, Dawber RP, Gatter K. Folliculitis
decalvans including tufted folliculitis: clinical, histological
and therapeutic findings. Br J Dermatol 1999;140(2):328-333. |
3. |
Paquet P, Pierard GE. Dapsone treatment of
folliculitis decalvans. Ann Dermatol Venereol 2004;131(2):195-197. |
4. |
Kaur S, Kanwar AJ. Folliculitis decalvans:
successful treatment with a combination of rifampicin and topical
mupirocin. J Dermatol 2002;29(3):180-181. |
5. |
Karakuzu A, Erdem T, Aktas A, Atasoy M, Gulec
AI. A case of folliculitis decalvans involving the beard, face and
nape. J Dermatol 2001;28(6):329-331. |
6. |
Gemmeke A, Wollina U. Folliculitis decalvans
of the scalp: Response to triple therapy with isotretinoin, clindamycin,
and prednisolone. Acta Dermatoven APA 2006;15:184-186. |
7. |
Mihaljevic N, von den Driesch P.
Successful use of infliximab in a patient with recalcitrant
folliculitis decalvans. JDDG 2012;10:589-590.
PDF |
8. |
Ianaro A, et al. Anti-Inflammatory
Activity of Macrolide Antibiotics. J Pharmacol Exp Therapeutics
2000;292:156-163.
PDF |
9. |
Tietze JK, Heppt MV, von Preußen A, Wolf
U, Ruzicka T, Wolff H, Sattler EC. Oral isotretinoin as the most
effective treatment in folliculitis decalvans: a retrospective comparison
of different treatment regimens in 28 patients. J Eur Acad Dermatol
Venereol 2015;29(9):1816-1821. |
10. |
Vañó-Galván S, Molina-Ruiz AM, Fernández-Crehuet
P, Rodrigues-Barata AR, Arias-Santiago S, Serrano-Falcón C, Martorell-Calatayud
A, Barco D, Pérez B, Serrano S, Requena L, Grimalt R, Paoli J, Jaén
P, Camacho FM. Folliculitis decalvans: a multicentre review of 82
patients. J Eur Acad Dermatol Venereol 2015;29(9):1750-1757. |
11. |
Bunagan MJ, Banka N, Shapiro J. Retrospective
Review of Folliculitis Decalvans in 23 Patients with Course and
Treatment Analysis of Long-standing Cases. J Cutan Med Surg 2015;19(1):45-49. |
12. |
Elsayad K, Kriz J, Haverkamp U, Plachouri
KM, Jeskowiak A, Sunderkötter C, Eich HT. Treatment of folliculitis
decalvans using intensity-modulated radiation via tomotherapy. Strahlenther
Onkol 2015;191(11):883-888. |
13. |
Pimenta R, Borges-Costa J. Successful Treatment with Fusidic Acid in a Patient with Folliculitis Decalvans. Acta Dermatovenerol Croat 2019;27(1):49-50. |
14. |
Dikrama PK. Trichoscopie. Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie
en Venereologie 2018;28:14-17. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.