Focale epitheliale hyperplasie (
Heck’s
disease), is een zeldzame mucosale afwijking waarbij multipele
wratachtige laesies ontstaan op het mondslijmvlies (orale mucosa, verhemelte,
tong en lippen). Het beeld is voor het eerst beschreven door Archard en Heck
in 1965. De papillomateuze laesies worden veroorzaakt door een human papilloma
virus (HPV) infectie, vooral (meer dan 90%) door
HPV-13
of
HPV-32.
Het komt vooral voor bij kinderen tussen
de 2 en 13 jaar oud, en specifiek bij een aantal bevolkingsgroepen: bij Native
Americans uit Midden- en Zuid-Amerika, bij Eskimo's en in mindere mate bij kinderen
met Afrikaanse roots. Onder Europeanen en Aziaten is het zeldzaam. Het wordt
vaker gezien bij meisjes (4-5:1 vrouw man ratio). Er wordt aangenomen dat er
een bepaalde erfelijke predispositie is die veroorzaakt dat HPV-13 en 32 niet
goed kunnen worden geklaard, en dit is geassocieerd met het human lymphocytic
antigen (HLA)-DR4 (DRB1*0404) allel.
|
|
|
Heck's
disease |
Heck's
disease |
cobblestone-aspect |
Klinisch beeld:Multipele licht-roze exofytische
papillomateuze laesies, met een
cobblestone oppervlak, op de orale
mucosa, gingiva, tong, en lippen. Meestal asymptomatisch, een enkele keer kunnen
ze pijnklachten veroorzaken.
DD:
Condyloma acuminatum,
verruca vulgaris,
orale floride papillomatosis,
bijt-fibroom (
tong-fibroom),
diffuse epitheliale hyperplasie.
Diagnostiek:Biopt
met HPV typering. HPV-13 en 32 zitten echter meestal niet in de standaard HPV
typeringstest. De meeste laboratoria gebruiken een high risk HPV assay (16,
18, 31, 33, 35, 39, 45, 51, 52, 56, 58, 59, 69) en een low-risk HPV assay (6,
11, 42, 43, 44), beiden testen negatief op HPV-13 en 32. De diagnose kan, omdat
de HPV-13 en 32 tests vaak niet beschikbaar zijn, ook worden gesteld op het
klinisch beeld, als de verrucae alleen op de orale mucosa zitten en niet genitaal,
en het betreft een kind uit de genoemde specifieke bevolkingsgroepen. Het belangrijkste
om uit te sluiten is condylomata acuminata, want als dat gevonden wordt bij
een kind in deze leeftijdsgroep dan is verder onderzoek nodig naar sexueel overdraagbare
aandoeningen zoals syfilis, gonorroe, chlamydia, anogenitale herpes, en naar
bloeduitstortingen, littekens, scheurtjes in de genitale regio.
Therapie:Behandeling is lastig, vanwege de locatie in de
mondholte, en vaak ook niet nodig omdat de afwijking geen klachten veroorzaakt
en vaak vanzelf weer overgaat na gemiddeld 1.5 jaar. In de literatuur (case
reports) worden behandelingen beschreven met stikstof, CO2 laser, excisie, elektrocoagulatie,
intralesionaal interferon, aanstippen met trichloorazijnzuur, podophylline,
en met 5% imiquimod crème.
Referenties
1. |
Archard HO, Heck JW, Stanley HR. Focal epithelial
hyperplasia: an unusual oral mucosal lesion found in Indian children.
Oral Surg Oral Med Oral Pathol 1965;20:201-212. |
2. |
García-Corona C, Vega-Memije E, Mosqueda-Taylor
A, Yamamoto-Furusho JK, Rodríguez-Carreón AA, Ruiz-Morales JA, Salgado
N, Granados J. Association of HLA-DR4 (DRB1*0404) with human papillomavirus
infection in patients with focal epithelial hyperplasia. Arch Dermatol
2004;140(10):1227-1231. |
3. |
Bennett LK, Hinshaw M. Heck's disease: diagnosis
and susceptibility. Pediatr Dermatol 2009;26(1):87-89.
PDF |
4. |
Syrjänen S. Oral manifestations of human
papillomavirus infections. Eur J Oral Sci 2018;126 Suppl 1:49-66.
PDF |
5. |
Maschke J, Brauns TC, Goos M. Imiquimod for
the topical treatment of focal epithelial hyperplasia (Heck disease)
in a child. J Dtsch Dermatol Ges 2004;2:848-850. |
6. |
Steinhoff M, Metze D, Stockfleth E et al.
Successful topical treatment of focal epithelial hyperplasia (Heck’s
disease) with interferon-beta. Br J Dermato 2001;144:1067-1069. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.