Een
Harlekijn foetus (Harlequin ichthyosis, ichthyosis fetalis)
is een ernstige en zeldzame (1:300.000) variant van
autosomaal recessieve
congenitale ichthyosis (ARCI), veroorzaakt door mutaties in het
ABCA12 gen. Het wordt gekenmerkt door een pantserachtig
verdikte en strakke huid vanaf de geboorte. Door de strakke huid in het gelaat
ontstaan uitpuilende ogen (
ectropion) en lippen (
eclabium),
en hypoplasie van de neus en oren. Er kunnen contracturen van de extremiteiten
ontstaan en door de scheuren die ontstaan in de harde huidplaten bestaat er
infectiegevaar. Er zijn ook mildere varianten, waarbij er niet dikke platen
aanwezig zijn maar een stevig vlies, en dit wordt een
collodionbaby
genoemd (zie verder onder
collodion baby
en onder
ichthyosis).
![Harlekijn foetus (Harlequin ichthyosis, ichthyosis fetalis) (klik op foto voor vergroting) [bron: Shruthi B, et al. Turk J Obstet Gynecol 2017;14(2):138-140 - Wikimedia - Creative Commons License 4.0] Harlekijn foetus (Harlequin ichthyosis, ichthyosis fetalis)](../../../afbeeldingen/harlequin-ichthyosis-1z.jpg) |
![Collodion baby (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Collodion baby](../../../afbeeldingen/collodion-baby-2z.jpg) |
harlekijn
foetus |
collodion
baby |
Bron linker foto: Shruthi B, et al. Turk J Obstet Gynecol 2017;14(2):138-140
- Wikimedia (Creative Commons License
4.0).
ABCA12 staat voor triphosphate (ATP)-binding cassette subfamily A member
12. Dit eiwit is betrokken bij het transmembraan transport van lipiden in de
keratinocyten in de bovenste laag van de epidermis. Normaal worden deze lipiden
via lamellaire granules naar de extracellulaire ruimte getransporteerd. De extracellulaire
lamellaire lipidenlagen in het stratum corneum zijn een belangrijk onderdeel
van de huidbarrière. Bij een stoornis in het ABCA12 eiwit kunnen de keratinocyten
niet de fase van keratinisatie ingaan en kan er geen normaal stratum corneum
worden gevormd. De lipiden hopen zich op in de keratinocyten en er ontstaat
hyperkeratose, in combinatie met een verstoorde huidbarrière door een ontbrekende
lipiden laag.
Klinisch beeld:De kinderen met harlequin
ichthyosis worden vaak prematuur geboren en meestal is er sprake van consanguïne
ouders. De huid is sterk verdikt (hyperkeratotisch), wit-gelig van kleur en
hard, als een pantser. Hierin ontstaan scheuren, waardoor losse platen ontstaan.
Via de scheuren kan infectie ontstaan, maar ook is de huidbarrière verstoord
met als gevolg kans op infectie, gestoorde temperatuur regulatie, hyperthermie,
dehydratie, en niet functionerende zweetklieren. De dikke hyperkeratotische
platen belemmeren de uitzetting van de borstkas, waardoor ademnood (hypoxie)
kan ontstaan. Aan de distale extremiteiten kan de starre huid contracturen veroorzaken
en een verminderde doorbloeding met als gevolg ischemie en soms zelfs necrose.
Er is vaak een ernstige ectropion, de oogleden (vaak de bovenste oogleden, soms
de onderste of allebei) zijn omgeklapt en men kijkt aan tegen de rode conjunctiva
van de binnenkant van het ooglid. De ogen zelf zijn in het begin niet te zien,
soms een streepje. Omdat de conjunctiva niet goed aanliggen en sluiten kan de
cornea beschadigd raken door uitdroging. De mond kan niet goed sluiten, en de
lippen kunnen naar buiten worden getrokken (eclabium). Hierdoor is normaal voeden
via de mond vaak niet mogelijk. De neus kan afgeplat zijn, soms zitten de neusgaten
dicht. Ook de oren kunnen strak tegen de schedel aanliggen en de uitwendige
gehoorgang kan dicht zitten. Er kunnen afwijkende nagels zijn en verminderde
haargroei. De dikke schalen laten geleidelijk los in 2-4 weken, spontaan of
eventueel gestimuleerd door het starten van acitretine. Daarna komt een roze
huid tevoorschijn die zachter is maar erg droog en nog steeds met een gestoorde
huidbarrière.
Diagnostiek:De diagnose kan worden
gesteld op basis van het klinisch beeld. Indien het typische beeld van de harlekijn
foetus aanwezig is dan gaat het vrijwel altijd om de ernstige variant van autosomaal
recessieve congenitale ichthyosis veroorzaakt door mutaties in het ABCA12 gen.
Er kan een biopt worden genomen van de huid die na 2 weken onder het pantser
verschijnt, maar dat geeft weinig extra informatie en is niet van invloed op
het beleid. Daarom is het beter om dit achterwege te laten. Schakel wel direct
de klinisch geneticus in om het ABCA12 gen te bepalen en de familie te onderzoeken.
Prenatale diagnostiek in de vorm van DNA analyse van vruchtwater of chorionvlokken,
of een vroege echo is mogelijk en dit wordt geadviseerd in families waarin deze
genetische mutatie voorkomt. Met behulp van 3D-echografie zijn de gelaatskenmerken
zichtbaar, ook kunnen worden gezien schilfers in het vruchtwater, polyhydramnion,
groeiachterstand, en contracturen van de extremiteiten. Gezien de hoge perinatale
mortaliteit en morbiditeit, de impact op de ouders, en de levenslange ernstige
ichthyosis bij overleven, moet bij bevestiging van de diagnose de optie van
een abortus worden besproken met de ouders. De mortaliteit is hoog, percentages
in de range 25-40% zijn beschreven, vooral in de eerste 3 maanden, met als belangrijkste
oorzaken sepsis (75%) en/of zuurstofnood. Vroege start van acitretine kan de
overlevingskans licht verbeteren (van 76% naar 83%).
PA:
Verdikt stratum corneum met ontbreken van extracellulaire lamellaire structuren
en lamellaire granula. In de keratinocyten van het stratum corneum kunnen vetdruppels
en vacuolen worden gezien, multivesicular bodies, en autolysosomen. Stratum
granulosum, spinosum en de basale laag zijn niet aangedaan. In de dermis geen
afwijkingen.
DD:Bij de klassieke harlekijn ichthyosis
is ABCA12 autosomaal recessieve congenitale ichthyosis het meest waarschijnlijk,
maar bij mildere varianten, die meer in de richting gaan van een collodion baby
is de DD uitgebreider. Ook dan gaat het meestal om een variant van autosomal
recessive congenital ichthyoses (ARCI), waaronder congenital ichthyosiform erythroderma
(CIE), lamellar ichthyosis (LI), en self-healing collodion baby. Een collodion
baby kan ook voorkomen bij syndromen waarbij congenitale ichthyiosis onderdeel
is van het syndroom, zoals het Sjögren-Larsson syndroom, trichothiodystrophy,
en het Chanarin-Dorfman syndroom (neutral lipid storage disease with ichthyosis).
Zie ook onder
ichthyosis.
Therapie:Adviezen voor de behandeling zijn te vinden
in de Europese richtijn 'Management of congenital ichthyoses: European guidelines
of care, part two'. Opname op een neonatologische intensive care unit is noodzakelijk.
Bij de behandeling zijn betrokken de dermatoloog, neonatoloog, oogarts, KNO-arts,
plastisch chirurg, klinisch geneticus, dietist, psycholoog voor de begeleiding
van de ouders, fysiotherapeut, en gespecialiseerde verpleegkundigen. Geadviseerd
wordt een couveuzetemperatuur van 32-34 °C, en in het begin een hoge luchtvochtigheidsgraad
(60-80%), na elke 3-4 dagen een stapje (5-10%) te verlagen tot de normale luchtvochtigheid
(50%) is bereikt. De lichaamstemperatuur moet gemonitord worden, zowel onderkoeling
als oververhitting kan ontstaan. Het kind kan uit de couveuze als er voldoende
intake van voedsel mogelijk is en het gewicht voldoende toeneemt (de neonatoloog
bepaalt wanneer dit kan).
De huid moet frequent (3-8 x per dag) goed
worden ingevet met vaseline of paraffine-vaseline. Bij voorkeur met steriele
vaseline, als dat niet voorhanden is steeds een nieuwe tube gebruiken. Gebruik
steeds handschoenen om infectie te voorkomen. Het infectiegevaar is hoog door
de verstoorde huidbarrière en de scheuren, en door de hoge luchtvochtigheid
kan een
Pseudomonas of candida infectie optreden. Gebruik geen zalven
met actieve bestanddelen zoals salicylzuur, ureum, melkzuur, zilversulfadiazine,
want die worden verhoogd opgenomen en kunnen toxisch zijn. Een dagelijks bad
wordt geadviseerd, dit hydrateert en verweekt de dikke hoornlaag, wel direct
na het bad weer insmeren.
De voedingstoestand moet worden gemonitord
door dagelijks wegen en het bijhouden van intake en output. Door de eclabium
is normaal voeden vaak niet mogelijk, en is een voedingssonde nodig. Er is een
verhoogde TEWL (transepidermal water loss), en er kan uitdroging ontstaan, dus
ook elektrolyten monitoren en zonodig rehydreren. De energiebehoefte kan hoger
zijn dan normaal door verlies van eiwit en warmte via de huid.
De oogarts
moet de ogen in de gaten houden, vaak moet frequent (soms zelfs elk uur) gedruppeld
worden met kunsttranen, eventueel antiseptische oogdruppels of een oogzalf.
De KNO arts moet de oren inspecteren en zonodig de uitwendige oorgang
weer doorgankelijk maken door huidschilfers te verwijderen.
Men moet
alert zijn op het ontstaan van huidinfecties en systemische infecties. Als er
ergens op de huid of in een kloof pusvorming ontstaat moet dat worden gekweekt.
Er wordt ook geadviseerd om standaard twee keer per week kweken af te nemen
van de plooien, de ogen, de insteekopeningen van lijnen, en van eventuele huidlaesies
die verdacht zijn voor infecties vanwege de aanwezigheid van pus of een nattend
erosief oppervlak. Ook met bloedonderzoek (bloedbeeld, CRP, leukocyten, bloedkweken)
en het monitoren van vitale kenmerken (bloeddruk, pols, temp) kan een infectie
worden gesignaleerd. Lokale antibacteriële zalven zoals fusidine kunnen worden
gebruikt, evenals lokale antimycotica. Preventief gebruik van antibiotica is
te overwegen bij een harlekijn foetus, maar wordt niet nadrukkelijk geadviseerd.
Bij tekenen van infectie wel direct systemische antibiotica starten op geleide
van de kweek of gericht op de meest waarschijnlijke verwekker, meestal
Stafylococcus
aureus, soms streptokokken of
Pseudomonas.
Het kan nodig
zijn om te beademen via intubatie, als de borstkas onvoldoende kan uitzetten,
en/of de neus dichtzit. Ook kan het nodig zijn een perifeer infuus aan te brengen
of een infuus via de navelvene. Gebruik adhesieve windsels voor het fixeren
van lijnen, geen kleefpleister.
Dikke circulaire hyperkeratose kan de
doorbloeding van de distale extremiteiten belemmeren. Als therapeutische opties
worden genoemd massage met vaseline of ureumzalf 10%, tazarotene 0.1% crème,
lineaire ruimtegevende incisies door de plastisch chirurg, en acitretine.
Acitretine in een dosering van 0.5-1 mg/kg kan in de neonatale periode worden
voorgeschreven om het loslaten van de hyperkeratose te bevorderen. Er zijn case
series die suggereren dat hierdoor de overleving stijgt. Dit is niet honderd
procent zeker, gerandomiseerde vergelijkende studies zijn er uiteraard niet
vanwege de zeldzaamheid van een harlekijn foetus. Acitretine is vooral van waarde
als de ademhaling wordt belemmerd omdat de borstkas niet kan uitzetten en bij
acrale ischemie. Meestal wordt het gestaakt op de leeftijd van 6 maanden, of
eerder als het niet langer nodig lijkt te zijn. Let op mogelijke bijwerkingen
(droge ogen, lab-afwijkingen (bloedbeeld, elektrolyten, leverfunctie, cholesterol,
triglyceriden)). Als alternatief wordt tazarotene 0.1% crème genoemd, echter
dit is in Nederland niet geregistreerd.
De scheuren in de huid kunnen
pijnlijk zijn, en ook ischemie van vingers en tenen kan pijn veroorzaken. Daarom
is ook goede pijnstilling nodig (paracetamol, NSAIDs, opiaten).
Ook na
de neonatale periode blijft intensieve begeleiding nodig. Ook op peuter- en
kleuterleeftijd kunnen infecties ontstaan, en hypothermie of hyperthermie. Door
droge huid, plantaire hyperkeratose en pijnlijke scheuren kan een achterstand
in leren lopen ontstaan. Haren en nagels kunnen abnormaal groeien. Er kunnen
oogproblemen zijn door ectropion, conjunctivitis en keratitis. En groeiachterstand
en andere ontwikkelingsstoornissen. Op latere leeftijd kunnen wel keratolytische
en hydraterende zalven zoals ureumzalf en melkzuur zalf worden gebruikt. In
Nederland worden deze producten niet meer vergoed door de zorgverzekeraars,
waardoor de ouders van ichthyosis kinderen geconfronteerd worden met hoge kosten
voor de huidverzorging.
Referenties
1. |
Shruthi B, Nilgar BR, Dalal A, Limbani N.
Harlequin ichthyosis: A rare case. Turk J Obstet Gynecol 2017;14(2):138-140. |
2. |
Rajpopat S, Moss C, Mellerio J, Vahlquist
A, Gånemo A, Hellstrom-Pigg M, Ilchyshyn A, Burrows N, Lestringant
G, Taylor A, Kennedy C, Paige D, Harper J, Glover M, Fleckman P,
Everman D, Fouani M, Kayserili H, Purvis D, Hobson E, Chu C, Mein
C, Kelsell D, O'Toole E. Harlequin ichthyosis: a review of clinical
and molecular findings in 45 cases. Arch Dermatol 2011;147(6):681-686. |
3. |
Akiyama M. The roles of ABCA12 in epidermal
lipid barrier formation and keratinocyte differentiation. Biochim
Biophys Acta 2014;1841(3):435-440. |
4. |
Akiyama M, Sugiyama-Nakagiri Y, Sakai K,
McMillan JR, Goto M, Arita K, Tsuji-Abe Y, Tabata N, Matsuoka K,
Sasaki R, Sawamura D, Shimizu H. Mutations in lipid transporter
ABCA12 in harlequin ichthyosis and functional recovery by corrective
gene transfer. J Clin Invest 2005;115(7):1777-1784. |
5. |
Glick JB, Craiglow BG, Choate KA, Kato H,
Fleming RE, Siegfried E, Glick SA. Improved Management of Harlequin
Ichthyosis With Advances in Neonatal Intensive Care. Pediatrics
2017 Jan;139(1):e20161003. |
6. |
Harvey HB, Shaw MG, Morrell DS. Perinatal
management of harlequin ichthyosis: a case report and literature
review. J Perinatol 2010;30(1):66-72. |
7. |
Mazereeuw-Hautier J, Vahlquist A, Traupe
H, Bygum A, Amaro C, Aldwin M, Audouze A, Bodemer C, Bourrat E,
Diociaiuti A, Dolenc-Voljc M, Dreyfus I, El Hachem M, Fischer J,
Ganemo A, Gouveia C, Gruber R, Hadj-Rabia S, Hohl D, Jonca N, Ezzedine
K, Maier D, Malhotra R, Rodriguez M, Ott H, Paige DG, Pietrzak A,
Poot F, Schmuth M, Sitek JC, Steijlen P, Wehr G, Moreen M, O'Toole
EA, Oji V, Hernández-Martín A. Management of congenital ichthyoses:
European guidelines of care, part one. Br J Dermatol 2019;180(2):272-281.
PDF |
8. |
Mazereeuw-Hautier J, Hernández-Martín A,
O'Toole EA, Bygum A, Amaro C, Aldwin M, Audouze A, Bodemer C, Bourrat
E, Diociaiuti A, Dolenc-Voljc, Dreyfus I, El Hachem M, Fischer J,
Ganemo A, Gouveia C, Gruber R, Hadj-Rabia S, Hohl D, Jonca N, Ezzedine
K, Maier D, Malhotra R, Rodriguez M, Ott H, Paige DG, Pietrzak A,
Poot F, Schmuth M, Sitek JC, Steijlen P, Wehr G, Moreen M, Vahlquist
A, Traupe H, Oji V. Management of congenital ichthyoses: European
guidelines of care, part two. Br J Dermatol 2019;180(3):484-495.
PDF |
9. |
Takeichi T, Akiyama M. Inherited ichthyosis:
Non-syndromic forms. J Dermatol 2016;43(3):242-251.
PDF |
10. |
Elkhatib AM, Omar M. Ichthyosis Fetalis.
In: StatPearls [Internet]. Treasure Island (FL): StatPearls Publishing;
2020 Jan. Available from:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK560492. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.