Bij
cocaïne gebruik komt vaak
jeuk voor, maar specifiek ook het gevoel
alsof er beestjes, parasieten in, op of onder de huid kruipen. Dit wordt ook
wel
parasietenwaan of
infestatiewaan
(
delusional parasitosis,
delusional infestation)
genoemd. Klinisch ziet men veel krabeffecten, excoriaties, ulceraties, prurigo
noduli, en littekens. Een infestatiewaan kan
primair
zijn, zonder onderliggende ernstige psychiatrische stoornissen of andere oorzaken,
of
secundair, in het kader van psychiatrische stoornissen
of door andere oorzaken zoals ziekten of middelen gebruik, vooral
cocaïne en
amfetaminen. Niet alleen
de ‘recreatief’ gebruikte amfetaminen zoals methylenedioxymethamfetamine (MDMA,
XTC), maar ook methylfenidaat (Ritalin) en andere amfetaminen die in Nederland
op grote schaal worden voorgeschreven bij kinderen en volwassenen met ADHD.
Er zijn studies die beschrijven dat 14% van de patiënten met delusional parasitosis
cocaïne of amfetamine gebruikte, terwijl dat in de populatie tussen 0.5 en 6%
ligt.
De jeuk bij cocaïne gebruik is een vorm van
neuropathische jeuk. Door verstoring van het dopamine transport in de sensibele zenuwen
die de huid innerveren kunnen jeukprikkels ontstaan maar ook het gevoel alsof
er iets kruipt of loopt. De signalen van aanrakingsreceptoren in de huid worden
immers ook via sensibele zenuwen overgebracht naar de hersenen. Met name door
deze
tactiele hallucinaties, ook wel
formication
genoemd (het gevoel dat er insecten onder de huid kruipen) kan een
parasietenwaan of infestatiewaan ontstaan.
Het dopamine transport mechanisme kan verstoord raken door farmaca zoals cocaïne,
amfetamine, bupropion (Zyban, selectieve remmer van de heropname van catecholaminen
(noradrenaline en dopamine), wordt gebruikt bij depressie, stoppen met roken,
bipolaire stoornis) en pemoline (een middel tegen ADHD, niet in Nederland geregistreerd).
Het kan ook verstoord raken bij psychiatrische ziekten zoals schizofrenie, of
bij neurologische ziekten zoals de ziekte van Parkinson en traumatische hersenbeschadiging.
Er is ook een hypothese dat er paralellen zijn tussen chronische jeuk met
habitueel krabgedrag, en verslaving. Bij hevige jeuk kan krabben een plezierige
en opluchtende activiteit zijn waarbij beloningscentra in de hersenen worden
gestimuleerd. Zowel krabben als drugsgebruik worden dan beschouwd als ‘reward-seeking
activities’ waarvoor sommigen dan meer bevattelijk zouden zijn.
Diagnostiek:Uitsluiten van andere oorzaken van jeuk, met
name
scabiës (anamnese, dermatoscopie, KOH),
gebruik van psychofarmaca (o.a. ADHD medicatie, opiaten), en interne oorzaken
zoals lever- en nierfunctie stoornissen. Bij cocaïne gebruik kunnen ook huidinfecties
voorkomen en vasculitis-ulcera, met name als de cocaïne versneden is met levamisol
(levamisol-induced
vasculitis). Bepaling van cocaïne in de urine.
Zie ook onder
dermatitis
bij heroïne gebruik.
Therapie:Stoppen met cocaïne
gebruik werkt, maar vaak lukt dat niet. Indien mogelijk verwijzen naar de psychiater
voor begeleiding, gedragstherapie, verslavingshulp, en farmacologische behandeling
met antipsychotica (in combinatie met stoppen met cocaïne). Antihistaminica
en systemische anti-pruriginosa kunnen worden geprobeerd maar stoppen met
cocaïne is effectiever.
R/ risperidon
4-6 mg per dag, eerste dag 2 mg.
R/ olanzapine 1 dd 5 of 10 mg per dag.
R/ pimozide 1 dd 1-2 mg.
R/ quetiapine 2 dd 150-200 mg. Beginnen met 2 dd
25 mg, dag twee 2 dd 50 mg, dag drie 2 dd 100 mg, dag vier en verder 2 dd 150
mg.
R/ hydroxyzine 1-4 dd 25 mg, of andere sederende antihistaminica.
R/ naltrexon tab à 50 mg. Beginnen met een halve tab van 50 mg, na 1 uur
andere helft, daarna 1 dd 50 mg indien goed verdragen, zonodig Primperan er
bij geven. Niet bij patiënten die ook nog opiaten gebruiken, kan dan onthoudingsverschijnselen
veroorzaken.
R/ gabapentine tab à 300 mg, start met 1 dd 300 mg, dag twee
2 dd 300 mg, dag drie en verder 3 dd 300 mg. Bij onvoldoende effect geleidelijk
opbouwen tot 3 dd 2 tab per dag (1800 mg), maximaal 3 dd 3 tab (2700 mg) per
dag. Voor andere indicaties zoals neuropathische pijn of epilepsie wordt soms
nog hoger gedoseerd (3600 mg per dag).
R/ amitriptyline tab à 10, 25 of 50
mg. Start met 1 dd 10-25 mg, ’s avonds voor het slapen gaan. Bij onvoldoende
effect elke 1-2 weken met 25 mg verhogen tot maximaal 1 dd 125 mg. Tot 75 mg
kan het in 1 dosis worden gegeven, bij 100 mg of meer verdelen over 2 giften.
Bij ouderen starten met een lagere dosering (10 mg) en langzamer verhogen.
R/ nortryptilline tab à 10, 25 of 50 mg. Start met 1 dd 10-25 mg, in de ochtend.
Zonodig elke 1-2 weken met 25 mg verhogen tot maximaal 1 dd 100 mg. Bij ouderen
starten met een lagere dosering (10 mg) en langzamer verhogen.
Referenties
1. |
Torales J, Almirón-Santacruz J, Barrios I,
O'Higgins M, Melgarejo O, Navarro R, González I, Jafferany M, Castaldelli-Maia
JM, Ventriglio A. "Cocaine Bugs": Implications for Primary Care
Providers. Prim Care Companion CNS Disord 2022;24(2):21cr03019. |
2. |
Lipman ZM, Yosipovitch G. Substance use disorders
and chronic itch. J Am Acad Dermatol 2021;84(1):148-155. |
3. |
Fisher AH, Stanciu CN. Amphetamine-induced
delusional infestation. Am J Psychiatry Resid J 2017;12(12):12-13. |
4. |
Elliott A, Mahmood T, Smalligan RD. Cocaine
bugs: a case report of cocaine-induced delusions of parasitosis.
Am J Addict 2012;21(2):180-181. |
5. |
Brewer JD, Meves A, Bostwick JM, Hamacher
KL, Pittelkow MR. Cocaine abuse: dermatologic manifestations and
therapeutic approaches. J Am Acad Dermatol 2008;59(3):483-487. |
6. |
Campbell EH, Elston DM, Hawthorne JD, et
al. Diagnosis and management of delusional parasitosis. J Am Acad
Dermatol 2019;80(5):1428-1434. |
7. |
Heller MM, Wong JW, Lee ES, Ladizinski B,
Grau M, Howard JL, Berger TG, Koo JY, Murase JE. Delusional infestations:
clinical presentation, diagnosis and treatment. Int J Dermatol 2013;52(7):775-783. |
8. |
Freudenmann RW, Lepping P. Second-generation
antipsychotics in primary and secondary delusional parasitosis:
outcome and efficacy. J Clin Psychopharmacol 2008;28(5):500-508. |
9. |
Huber M, Kirchler E, Karner M, Pycha R. Delusional
parasitosis and the dopamine transporter. A new insight of etiology?
Med Hypotheses 2007;68(6):1351-1358. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.