JEUK BIJ COCAÏNE GEBRUIK home ICD10: L29.9

Bij cocaïne gebruik komt vaak jeuk voor, maar specifiek ook het gevoel alsof er beestjes, parasieten in, op of onder de huid kruipen. Dit wordt ook wel parasietenwaan of infestatiewaan (delusional parasitosis, delusional infestation) genoemd. Klinisch ziet men veel krabeffecten, excoriaties, ulceraties, prurigo noduli, en littekens. Een infestatiewaan kan primair zijn, zonder onderliggende ernstige psychiatrische stoornissen of andere oorzaken, of secundair, in het kader van psychiatrische stoornissen of door andere oorzaken zoals ziekten of middelen gebruik, vooral cocaïne en amfetaminen. Niet alleen de ‘recreatief’ gebruikte amfetaminen zoals methylenedioxymethamfetamine (MDMA, XTC), maar ook methylfenidaat (Ritalin) en andere amfetaminen die in Nederland op grote schaal worden voorgeschreven bij kinderen en volwassenen met ADHD. Er zijn studies die beschrijven dat 14% van de patiënten met delusional parasitosis cocaïne of amfetamine gebruikte, terwijl dat in de populatie tussen 0.5 en 6% ligt.

De jeuk bij cocaïne gebruik is een vorm van neuropathische jeuk. Door verstoring van het dopamine transport in de sensibele zenuwen die de huid innerveren kunnen jeukprikkels ontstaan maar ook het gevoel alsof er iets kruipt of loopt. De signalen van aanrakingsreceptoren in de huid worden immers ook via sensibele zenuwen overgebracht naar de hersenen. Met name door deze tactiele hallucinaties, ook wel formication genoemd (het gevoel dat er insecten onder de huid kruipen) kan een parasietenwaan of infestatiewaan ontstaan. Het dopamine transport mechanisme kan verstoord raken door farmaca zoals cocaïne, amfetamine, bupropion (Zyban, selectieve remmer van de heropname van catecholaminen (noradrenaline en dopamine), wordt gebruikt bij depressie, stoppen met roken, bipolaire stoornis) en pemoline (een middel tegen ADHD, niet in Nederland geregistreerd). Het kan ook verstoord raken bij psychiatrische ziekten zoals schizofrenie, of bij neurologische ziekten zoals de ziekte van Parkinson en traumatische hersenbeschadiging.

Er is ook een hypothese dat er paralellen zijn tussen chronische jeuk met habitueel krabgedrag, en verslaving. Bij hevige jeuk kan krabben een plezierige en opluchtende activiteit zijn waarbij beloningscentra in de hersenen worden gestimuleerd. Zowel krabben als drugsgebruik worden dan beschouwd als ‘reward-seeking activities’ waarvoor sommigen dan meer bevattelijk zouden zijn.

Diagnostiek:
Uitsluiten van andere oorzaken van jeuk, met name scabiës (anamnese, dermatoscopie, KOH), gebruik van psychofarmaca (o.a. ADHD medicatie, opiaten), en interne oorzaken zoals lever- en nierfunctie stoornissen. Bij cocaïne gebruik kunnen ook huidinfecties voorkomen en vasculitis-ulcera, met name als de cocaïne versneden is met levamisol (levamisol-induced vasculitis). Bepaling van cocaïne in de urine. Zie ook onder dermatitis bij heroïne gebruik.

Therapie:
Stoppen met cocaïne gebruik werkt, maar vaak lukt dat niet. Indien mogelijk verwijzen naar de psychiater voor begeleiding, gedragstherapie, verslavingshulp, en farmacologische behandeling met antipsychotica (in combinatie met stoppen met cocaïne). Antihistaminica en systemische anti-pruriginosa kunnen worden geprobeerd maar stoppen met cocaïne is effectiever.

R/ risperidon 4-6 mg per dag, eerste dag 2 mg.
R/ olanzapine 1 dd 5 of 10 mg per dag.
R/ pimozide 1 dd 1-2 mg.
R/ quetiapine 2 dd 150-200 mg. Beginnen met 2 dd 25 mg, dag twee 2 dd 50 mg, dag drie 2 dd 100 mg, dag vier en verder 2 dd 150 mg.

R/ hydroxyzine 1-4 dd 25 mg, of andere sederende antihistaminica.

R/ naltrexon tab à 50 mg. Beginnen met een halve tab van 50 mg, na 1 uur andere helft, daarna 1 dd 50 mg indien goed verdragen, zonodig Primperan er bij geven. Niet bij patiënten die ook nog opiaten gebruiken, kan dan onthoudingsverschijnselen veroorzaken.
R/ gabapentine tab à 300 mg, start met 1 dd 300 mg, dag twee 2 dd 300 mg, dag drie en verder 3 dd 300 mg. Bij onvoldoende effect geleidelijk opbouwen tot 3 dd 2 tab per dag (1800 mg), maximaal 3 dd 3 tab (2700 mg) per dag. Voor andere indicaties zoals neuropathische pijn of epilepsie wordt soms nog hoger gedoseerd (3600 mg per dag).
R/ amitriptyline tab à 10, 25 of 50 mg. Start met 1 dd 10-25 mg, ’s avonds voor het slapen gaan. Bij onvoldoende effect elke 1-2 weken met 25 mg verhogen tot maximaal 1 dd 125 mg. Tot 75 mg kan het in 1 dosis worden gegeven, bij 100 mg of meer verdelen over 2 giften. Bij ouderen starten met een lagere dosering (10 mg) en langzamer verhogen.
R/ nortryptilline tab à 10, 25 of 50 mg. Start met 1 dd 10-25 mg, in de ochtend. Zonodig elke 1-2 weken met 25 mg verhogen tot maximaal 1 dd 100 mg. Bij ouderen starten met een lagere dosering (10 mg) en langzamer verhogen.


Referenties
1. Torales J, Almirón-Santacruz J, Barrios I, O'Higgins M, Melgarejo O, Navarro R, González I, Jafferany M, Castaldelli-Maia JM, Ventriglio A. "Cocaine Bugs": Implications for Primary Care Providers. Prim Care Companion CNS Disord 2022;24(2):21cr03019.
2. Lipman ZM, Yosipovitch G. Substance use disorders and chronic itch. J Am Acad Dermatol 2021;84(1):148-155.
3. Fisher AH, Stanciu CN. Amphetamine-induced delusional infestation. Am J Psychiatry Resid J 2017;12(12):12-13.
4. Elliott A, Mahmood T, Smalligan RD. Cocaine bugs: a case report of cocaine-induced delusions of parasitosis. Am J Addict 2012;21(2):180-181.
5. Brewer JD, Meves A, Bostwick JM, Hamacher KL, Pittelkow MR. Cocaine abuse: dermatologic manifestations and therapeutic approaches. J Am Acad Dermatol 2008;59(3):483-487.
6. Campbell EH, Elston DM, Hawthorne JD, et al. Diagnosis and management of delusional parasitosis. J Am Acad Dermatol 2019;80(5):1428-1434.
7. Heller MM, Wong JW, Lee ES, Ladizinski B, Grau M, Howard JL, Berger TG, Koo JY, Murase JE. Delusional infestations: clinical presentation, diagnosis and treatment. Int J Dermatol 2013;52(7):775-783.
8. Freudenmann RW, Lepping P. Second-generation antipsychotics in primary and secondary delusional parasitosis: outcome and efficacy. J Clin Psychopharmacol 2008;28(5):500-508.
9. Huber M, Kirchler E, Karner M, Pycha R. Delusional parasitosis and the dopamine transporter. A new insight of etiology? Med Hypotheses 2007;68(6):1351-1358.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 L29.9 Pruritus, niet gespecificeerd: neuropathische pruritus
ICD10 L29.9 Pruritus, unspecified: neurogenic pruritis
SNOMED 724844008 Pruritus due to neurological disorder
DBC 19 Pruritus/Prurigo