Juvenile spring eruption is een zeldzame
fotodermatose waarbij jeukende papeltjes
en vesikels ontstaan op de oorrand, veroorzaakt door zonne-expositie. Het geneest
vanzelf weer in circa 2 weken zonder littekenvorming. Het is voor het eerst
beschreven door Anderson et al. in 1954. Het wordt vooral gezien in het voorjaar,
bij blootstelling aan de eerste felle zon. Het komt vooral voor bij jongetjes,
waarschijnlijk omdat bij meisjes de oren vaker bedekt zijn door lang haar. Het
is beschreven dat het voorkomt in groepen, bijvoorbeeld bij kinderen die op
zomerkamp waren. Koud maar zonnig weer wordt genoemd als een uitlokkende factor,
ook verblijf op grote hoogte. Dat zijn omstandigheden waaronder
zonverbranding makkelijk ontstaat omdat
men niet doorheeft hoe fel de zon brandt. De oorzaak is niet precies bekend,
waarschijnlijk gaat het om een lokale variant van polymorfe lichteruptie (
polymorphous
light eruption, PLE). Het onderscheid is dat het beperkt is tot de oorrand
en de bijzonderheid dat het beschreven is in groepjes.
 |
 |
| juvenile
spring eruption |
juvenile
spring eruption |
 |
 |
| juvenile
spring eruption |
juvenile
spring eruption |
Therapie:R/ Sunscreens gebruiken.
R/ Klasse
III-IV corticosteroïden gedurende enkele dagen.
Referenties
| 1. |
Anderson D, Wallace HJ, Howes HB. Juvenile
spring eruption. Lancet 1954: i: 755-756. |
| 2. |
Requena L, Alegre V, Hasson A. Spring eruption
of the ears. Int J Dermatol 1990;29:284-286. |
| 3. |
Berth-Jones J, Norris PG, Graham-Brown RAC,
et al. Juvenile spring eruption of the ears: a probable variant
of polymorphic light eruption. Br J Dermatol 1991;124:375-378. |
| 4. |
Stratigos AJ, Antoniou C, Papadakis P, et
al. Juvenile spring eruption: clinicopathologic features and phototesting
results in 4 cases. J Am Acad Dermatol 2004;50:57-60. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.
ICD10: L56.8
