Bij gebruik van
methotrexaat (
MTX),
ook bij lage doses en korte duur van het gebruik, kan een acute of subacute
pneumonitis optreden, voorafgegaan door koorts, koude
rillingen, malaise, hoofdpijn, waarna een niet-productieve hoest, dyspnoe en
tachypnoe kunnen optreden. Overige verschijnselen zijn crepitaties, soms cyanose
een lichte leukocytose zonder linksverschuiving, frequent (40%) eosinofilie,
afwijkende bloedgaswaarden (verlaagde pO
2
en zuurstofsaturatie bij normaal of licht verlaagde pCO
2),
en op de X-thorax infiltraten in onder en middenvelden of een diffuus interstitieel
beeld. De diagnose wordt gesteld bij uitsluiting van andere oorzaken, met name
luchtweginfecties.
Methotrexaat pneumonitis is erg zeldzaam en er is
geen reden om patiënten die methotrexaat gebruiken of gaan gebruiken routinematig
te screenen d.m.v. het maken van thoraxfoto's. Alleen bij klachten van een interstitiële
pneumonitis zonder andere verklaring is er een indicatie voor het maken van
een röntgenfoto of CT scan.
Criteria voor MTX pneumonitis (tenminste
6 zijn nodig voor zekere diagnose):
1. |
uitslagen van alle kweken zijn negatief (obligaat) |
2. |
acuut ontstane dyspnoe |
3. |
temperatuurverhoging ≥ 38 ºC |
4. |
tachypnoe ≥ 28/min, niet-productieve hoest |
5. |
bij röntgenonderzoek zichtbare interstitiele
of alveolaire infiltraten |
6. |
leukocytose ≤ 15 x 10E9/L,
al dan niet met eosinofilie |
7. |
restrictief gestoorde longfunctie met afgenomen
CO-diffusie capaciteit |
8. |
pO2
≤ 7.3 kPa bij opname (zonder zuurstoftoediening) |
9. |
histologisch beeld van bronchiolitis of interstitiële
pneumonitis met reuzencellen |
De therapie bestaat uit het staken van de MTX, zuurstof en zonodig beademing,
en prednison i.v. in hoge doseringen (0.5-1 mg/kg), later afbouwen naar 25 mg,
oraal. Indien er geen alternatieven zijn, kan de MTX na volledige genezing,
weer worden gegeven, in lagere dosering, en voorzichtig insluipend.
Referenties
1. |
Van der Veen MJ, Teding van Berkhout F, Bijlsma
JWJ. Dyspnoe tijdens methotrexaatgebruik: geen reden tot luchtigheid.
N Tijdschr Geneeskd 1991;135:522-525. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.