Een
Morel-Lavalleé laesie is een holte tussen subcutis
en fascie gevuld met vocht. Het is zichtbaar op een echo en op een MRI. Het
beeld is voor het eerst beschreven door de Franse arts Maurice Morel-Lavalleé
in 1853. Het ontstaat meestal door een hoog-energetisch stomp tangentieel trauma,
waarbij de diepere lagen van de dermis en subcutis losscheuren van de onderliggende
fascie. Dit wordt ook wel een ‘
closed internal degloving injury’
genoemd. Door het trauma scheuren vaten en lymfvaten en wordt de ruimte gevuld
met bloed, een
hematoom, maar ook met lymfevocht en necrotisch debris en niet
meer gevasculariseerde vet lobuli. Het hematoom wordt langzaam opgelost en gaat
over in een serosanguinolente vloeistof. Soms is het omgeven door een pseudokapsel,
waarbinnen vloeistofspiegels kunnen worden gezien op een echo of MRI. Het komt
vaker voor bij vrouwen. Er is een associatie met heupfracturen. Het komt ook
bij kinderen voor, dan is niet altijd bekend of er een voorafgaand trauma was.
Klinisch beeld:Klinisch is er een gebied waar de huid
zacht is, hypermobiel, fluctuerend. Vaak is er hypo-esthesie omdat ook zenuwen
zijn beschadigd. Er kan een grote zwelling aanwezig zijn. Het ontstaat vooral
op de benen, met name op de dijen lateraal of aan de voorzijde. Soms laag op
de onderrug, in de buikwand, op de schouder, of op de kuit. Of op de knieën
of scheenbenen bij contactsporters (rugby, kickboxen).
|
|
Morel-Lavalleé laesie |
Morel-Lavalleé laesie |
DD:
Lipoma, diffuse lipomatosis,
hematoom,
coagulopathie,
coumarine necrose, infectie,
panniculitis,
subcutane vetnecrose, pseudolipoma, weke
delen tumoren,
vasculaire malformatie,
gelokaliseerd lymfoedeem.
Diagnostiek:Op een echo of MRI zijn
vochtcollecties zichtbaar, soms
een kapsel, vloeistofspiegels, of oplichtende vetlobuli.
Therapie:
Morel-Lavalleé laesies kunnen geleidelijk afnemen in grootte, maar zijn vaak
ook persisterend, vooral als er fibreuze pseudokapsels zijn gevormd. Soms helpt
compressietherapie (zwachtel, elastische kous). Als dat onvoldoende effect heeft
kan punctie en drainage worden uitgevoerd. Ook het inspuiten van de holte met
talk of doxycycline (doxycyclin sclerodesis) gevolgd door compressietherapie
is beschreven.
De behandeling van Morel-Lavalleé laesies wordt
uitgevoerd door de chirurg.
Referenties
1. |
Hak DJ, Olson SA, Matta JM. Diagnosis and
management of closed internal degloving injuries associated with
pelvic and acetabular fractures: the Morel-Lavalleé lesion. J Trauma
1997;42:1046-1051. |
2. |
Medverd JR, Ngo AV, Bhargava P. An unusual
cause of persistent subcutaneous fluid collection. Br J Radiol 2011;84(1005):864-866. |
3. |
Mellado JM, Bencardino JT. Morel-Lavalleé
lesion: review with emphasis on MR imaging. Magn Reson Imaging Clin
N Am 2005;13:775-782. |
4. |
Tejwani SG, Cohen SB, Bradley JP. Management
of Morel-Lavallee lesion of the knee: twenty-seven cases in the
national football league. Am J Sports Med 2007;35:1162-1167. |
5. |
Tsai TS, Evans HA, Donnelly LF, Bisset GS
III, Emery KH. Fat necrosis after trauma: a benign cause of palpable
lumps in children. AJR AM J Roentgenol 1997;169:1623-1626. |
6. |
Bansal A, Bhatia N, Singh A, Singh AK. Doxycycline
sclerodesis as a treatment option for persistent Morel-Lavallée
lesions. Injury 2013;44(1):66-69. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.