MYCOBACTERIUM AVIUM (INTRACELLULARE) home ICD10: A31.1

Mycobacterium avium complex (MAC, MAI) is een atypische mycobacterie die een ernstige systemische infectie kan veroorzaken bij HIV patiënten met een laag (< 50) T4-getal en bij andere immuunstoornissen (leukemie, chemotherapie). Mogelijke symptomen zijn luchtweginfectie, gewichtsverlies, malaise, koorts, koude rillingen en nachtzweten, lymfadenopathie, hepatosplenomegalie, hepatitis, buikpijn, en diarree. Aan de huid kunnen noduli, ulcera, (haemorrhagische) pustels, abcessen en infiltraten, folliculitis en panniculitis voorkomen. Ook osteomyelitis en (teno-)synovitis zijn mogelijk.

Mycobacterium avium Mycobacterium avium Mycobacterium avium
Mycobacterium avium Mycobacterium avium Mycobacterium avium


Preventie:
R/ rifabutine 1 dd 600 mg (< 50 kg: 1 dd 450 mg). De dosering dient gedurende de rest van het leven te worden voortgezet. Bij combinatie met claritromycine en ethambutol wordt in de praktijk 300 mg rifabutine geadviseerd. Alternatieven zijn claritromycine 2 dd 500 mg of azitromycine 1250 mg eenmaal per week.

Therapie (moeizaam):
R/ claritromycine 2 dd 500 mg + ethambutol 1 dd 15 mg/kg + rifabutine 1 dd 300 mg, of:
R/ rifampicine 1 dd 600 mg of azitromycine 1 dd 500 mg + ethambutol 1 dd 15 mg/kg + rifabutine 1 dd 300 mg of rifampicine 1 dd 600 mg.
R/ azitromycine 1 dd 500 mg + ethambutol 1 dd 15-25 mg/kg.
R/ claritromycine 2 dd 500 mg + ethambutol 1 dd 15-25 mg/kg.
Dosering ethambutol: volwassen en kinderen vanaf 6 jaar: 20-25 mg/kg lichaamsgewicht eenmaal per dag; na 2 maanden verlagen tot 15-20 mg/kg eenmaal per dag. Intermitterende behandeling: volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar: 50 mg/kg tweemaal per week (max. 2,5 g per keer) of 25-30 mg/kg driemaal per week (max. 2,5 g per keer). Levenslang continueren. Bij onvoldoende response hieraan rifabutine, rifampicine, ciprofloxacine of amikacine toevoegen. Lamprene (clofazimine) wordt niet langer aangeraden.
R/ azitromycine 1 dd 500 mg + ethambutol 1 dd 15-25 mg/kg + ciprofloxacine 2 dd 500-750 mg.



PRIMAIR CUTANE MYCOBACTERIUM AVIUM INFECTIE home ICD10: L01.03

Bij immunocompetente patiënten kan lokale infectie (primair cutane MAI) optreden na trauma / verwonding van de huid (zeldzaam). Daarbij ontstaan nodi die kunnen ulcereren. Bij kinderen kan een cervicale lymfadenitis ontstaan met doorbreken naar de huid, waarbij ontsierende littekens kunnen ontstaan. Algemene verschijnselen zijn mild of afwezig en de prognose is goed.

DD: acne, atheroomcysten, folliculitis, impetigo, ecthyma, ecthyma gangrenosum, rosacea papulopustulosa, prurigo nodularis, mycosen (actinomycosis, chromoblastomycosis, coccidioidomycosis, mycetoma), granulomateuze ontstekingen (sarcoidose, Leishmaniasis, lepra, Mycobacterium marinum, andere mycobacteriën, Yaws, granuloma nno), bromoderma.

Diagnostiek: biopten, kweken, kweekbiopt, PCR.

Therapie: chirurgische excisie indien mogelijk, plus antibiotica:
R/ claritromycine 2 dd 500 mg of azitromycine 1 dd 500 mg + rifabutine 1 dd 300 mg of ethambutol.
R/ claritromycine 2 dd 500 mg + ethambutol + rifabutine 1 dd 300 mg.
R/ azitromycine 1 dd 500 mg + ethambutol 1 dd 15-25 mg/kg + ciprofloxacine 2 dd 500-750 mg.
R/ rifampicine 1 dd 600 mg + isoniazide 1 dd 300 mg.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 A31.1 Huidinfectie door Mycobacterium (M. avium)
ICD10 A31.1 Cutaneous mycobacterial infection (M. avium)
SNOMED 371685005 Infection due to Mycobacterium avium
DBC 4 Dermatosen door micro-organismen