Mycobacterium chelonae is een
atypische
mycobacterie, ook wel aangeduid als
nontuberculous
mycobacterium (
NTM). De bacterie kan
de huid en weke delen infecteren, ook bij gezonde personen. Het is een snelgroeiende
mycobacterie (
rapidly growing mycobacterium (
RGM)).
De bacterie groeit het best bij temperaturen rond de 30-32 graden. Vroeger,
voor 1992 was
M. chelonae niet te onderscheiden van
M. abscessus,
daarom is ook de naam
M. chelonae/
M. abscessus complex in
gebruik. Door nieuwe DNA sequencing technieken is ontdekt dat het 2 verschillende
bacteriën zijn. De incidentie neemt toe; mogelijk door betere detectietechnieken.
De bacterie komt overal in het milieu voor, in aarde en in oppervlaktewater.
De bacterie kan sommige sterilisatietechnieken en antiseptica waaronder chloor
overleven en op die manier infecties veroorzaken na ingrepen (tatoeage, acupunctuur,
injecties, borstvergroting, liposuctie, katheterisatie). De bacterie kan ook
de huid binnendringen via wondjes, bijvoorbeeld door werken in de tuin, of na
chirurgische ingrepen. Ook besmetting via implantaten en transplantaties is
beschreven. De incubatietijd kan lang zijn (2 weken tot 9 maanden).
M. chelonae kan
infecties van de huid en weke delen
veroorzaken met als klinische verschijnselen cellulitis, nodi, abcessen, papels,
pustels, hemorragische crustae, op vasculitis lijkende laesies, ulcera, en soms
multipele (ulcererende) nodi in het verloop van een lymfbaan (sporotrichoïde
verspreiding). Vooral de extremiteiten zijn aangedaan. Ook ooginfecties komen
voor.
M. chelonae/
M. abscessus complex is ook een bekende
veroorzaker van pneumonie, maar dit blijkt vooral door
M. abscessus
te worden veroorzaakt, en veel minder vaak door
M. chelonae.
M.
chelonae kan wel in de longen aanwezig zijn bij cystic fibrosis. Bij kinderen
is cervicale lymfadenitis beschreven (zeldzaam).
M. chelonae infectie
kan ook een oorzaak zijn van Sweet syndroom. Invasieve infecties (bacteriëmie,
intra-abdominale abcessen, osteomyelitis) en gedissemineerde cutane infecties
komen ook voor, maar eigenlijk alleen bij patiënten met een verminderde afweer,
vooral door gebruik van immunosuppressiva.
![Mycobacterium chelonae (klik op foto voor vergroting) [bron: Picryl - public domain image] Mycobacterium chelonae](../../../afbeeldingen/mycobacterium-chelonae-1z.jpg) |
![Mycobacterium chelonae (klik op foto voor vergroting) [bron: CDC Atlanta - public domain image] Mycobacterium chelonae](../../../afbeeldingen/mycobacterium-chelonae-2z.jpg) |
Mycobacterium
chelonae |
Mycobacterium
chelonae |
Foto's: Picryl en CDC Atlanta (public domain images)
DD: andere
mycobacteriële infecties,
diepe mycosen,
Nocardia infectie,
vasculitis.
Diagnostiek:De diagnose
wordt vaak gemist. Alleen door gerichte diagnostiek kan de diagnose gesteld
worden (HE biopt, en 2 kleinere (3 mm) kweekbiopten voor kweek en PCR). Een
clue kan zijn een infectieus ogend beeld, niet reagerend op de gebruikelijke
antibiotica, of een huidbeschadiging / ingreep in de anamnese, of een granulomateus
ontstekingsinfiltraat in het biopt.
Therapie:De
bacterie kan resistent zijn voor veel antibiotica. Indien mogelijk ook een resistentiebepaling
aanvragen. Macroliden en aminoglycosiden zijn vaak effectief. Tobramycine en
claritromycine of azitromycine zijn het meest effectief, gevolgd door linezolide,
imipenem, amikacine, clofazimine, en in mindere mate (veel resistentie) doxycycline
of ciprofloxacine. De behandeling voortzetten tot klinische genezing, dit kan
enkele maanden duren. Voor infecties beperkt tot de huid is behandeling met
alleen claritromycine vaak voldoende. Bij gedissemineerde of invasieve infecties
wordt behandeling met 2 antibiotica (een macrolide en antibioticum uit een andere
groep) gedurende minimaal 6 maanden aanbevolen. Chirurgisch debridement draagt
bij aan de genezing, evenals het verwijderen van geïnfecteerde katheters, implantaten
of bot sequesters.
R/ claritromycine 2 dd 500 mg.
R/ azitromycine
1 dd 500 mg.
R/ clofazimine 1 dd 100 mg (niet in Nederland geregistreerd,
op artsenverklaring soms te importeren).
R/ tobramycine 1 dd 5 mg/kg i.v.
R/ imipenem/cilastine 2 dd 1 g i.v. plus een macrolide (azitromycine 500 mg
of claritromycine 2 dd 500 mg). In Nederland zijn azitromycine en claritromycine
alleen beschikbaar in tabletvorm, niet i.v.
Referenties
1. |
van Ingen J, de Zwaan R, Dekhuijzen RP, Boeree
MJ, van Soolingen D. Clinical relevance of Mycobacterium chelonae-abscessus
group isolation in 95 patients. J Infect 2009;59(5):324-331. |
2. |
Brown-Elliott BA, Nash KA, Wallace RJ. Antimicrobial
susceptibility testing, drug resistance mechanisms, and therapy
of infections with nontuberculous mycobacteria. Clin Microbiol Rev
2012;25(3):545-582. |
3. |
Jones RS, Shier KL, Master RN, Bao JR, Clark
RB. Current significance of the Mycobacterium chelonae-abscessus
group. Diagn Microbiol Infect Dis 2019 Jul;94(3):248-254. |
4. |
Ramakers NAM, Posthouwer D, Henquet CJM.
Een gecompliceerd beloop van een infectie met mycobacterium chelonae.
Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie 2021(9):45-47.
|
5. |
Akram SM, Rathish B, Saleh D. Mycobacterium
chelonae Infection. 2023 Aug 8. In: StatPearls [Internet]. Treasure
Island (FL): StatPearls Publishing; 2024 Jan–. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.