MYCOBACTERIUM CHELONAE home ICD10: A31.1

Mycobacterium chelonae is een atypische mycobacterie, ook wel aangeduid als nontuberculous mycobacterium (NTM). De bacterie kan de huid en weke delen infecteren, ook bij gezonde personen. Het is een snelgroeiende mycobacterie (rapidly growing mycobacterium (RGM)). De bacterie groeit het best bij temperaturen rond de 30-32 graden. Vroeger, voor 1992 was M. chelonae niet te onderscheiden van M. abscessus, daarom is ook de naam M. chelonae/M. abscessus complex in gebruik. Door nieuwe DNA sequencing technieken is ontdekt dat het 2 verschillende bacteriën zijn. De incidentie neemt toe; mogelijk door betere detectietechnieken.

De bacterie komt overal in het milieu voor, in aarde en in oppervlaktewater. De bacterie kan sommige sterilisatietechnieken en antiseptica waaronder chloor overleven en op die manier infecties veroorzaken na ingrepen (tatoeage, acupunctuur, injecties, borstvergroting, liposuctie, katheterisatie). De bacterie kan ook de huid binnendringen via wondjes, bijvoorbeeld door werken in de tuin, of na chirurgische ingrepen. Ook besmetting via implantaten en transplantaties is beschreven. De incubatietijd kan lang zijn (2 weken tot 9 maanden).

M. chelonae kan infecties van de huid en weke delen veroorzaken met als klinische verschijnselen cellulitis, nodi, abcessen, papels, pustels, hemorragische crustae, op vasculitis lijkende laesies, ulcera, en soms multipele (ulcererende) nodi in het verloop van een lymfbaan (sporotrichoïde verspreiding). Vooral de extremiteiten zijn aangedaan. Ook ooginfecties komen voor. M. chelonae/M. abscessus complex is ook een bekende veroorzaker van pneumonie, maar dit blijkt vooral door M. abscessus te worden veroorzaakt, en veel minder vaak door M. chelonae. M. chelonae kan wel in de longen aanwezig zijn bij cystic fibrosis. Bij kinderen is cervicale lymfadenitis beschreven (zeldzaam). M. chelonae infectie kan ook een oorzaak zijn van Sweet syndroom. Invasieve infecties (bacteriëmie, intra-abdominale abcessen, osteomyelitis) en gedissemineerde cutane infecties komen ook voor, maar eigenlijk alleen bij patiënten met een verminderde afweer, vooral door gebruik van immunosuppressiva.

Mycobacterium chelonae Mycobacterium chelonae
Mycobacterium chelonae Mycobacterium chelonae

Foto's: Picryl en CDC Atlanta (public domain images)


DD: andere mycobacteriële infecties, diepe mycosen, Nocardia infectie, vasculitis.

Diagnostiek:
De diagnose wordt vaak gemist. Alleen door gerichte diagnostiek kan de diagnose gesteld worden (HE biopt, en 2 kleinere (3 mm) kweekbiopten voor kweek en PCR). Een clue kan zijn een infectieus ogend beeld, niet reagerend op de gebruikelijke antibiotica, of een huidbeschadiging / ingreep in de anamnese, of een granulomateus ontstekingsinfiltraat in het biopt.

Therapie:
De bacterie kan resistent zijn voor veel antibiotica. Indien mogelijk ook een resistentiebepaling aanvragen. Macroliden en aminoglycosiden zijn vaak effectief. Tobramycine en claritromycine of azitromycine zijn het meest effectief, gevolgd door linezolide, imipenem, amikacine, clofazimine, en in mindere mate (veel resistentie) doxycycline of ciprofloxacine. De behandeling voortzetten tot klinische genezing, dit kan enkele maanden duren. Voor infecties beperkt tot de huid is behandeling met alleen claritromycine vaak voldoende. Bij gedissemineerde of invasieve infecties wordt behandeling met 2 antibiotica (een macrolide en antibioticum uit een andere groep) gedurende minimaal 6 maanden aanbevolen. Chirurgisch debridement draagt bij aan de genezing, evenals het verwijderen van geïnfecteerde katheters, implantaten of bot sequesters.

R/ claritromycine 2 dd 500 mg.
R/ azitromycine 1 dd 500 mg.
R/ clofazimine 1 dd 100 mg (niet in Nederland geregistreerd, op artsenverklaring soms te importeren).
R/ tobramycine 1 dd 5 mg/kg i.v.
R/ imipenem/cilastine 2 dd 1 g i.v. plus een macrolide (azitromycine 500 mg of claritromycine 2 dd 500 mg). In Nederland zijn azitromycine en claritromycine alleen beschikbaar in tabletvorm, niet i.v.


Referenties
1. van Ingen J, de Zwaan R, Dekhuijzen RP, Boeree MJ, van Soolingen D. Clinical relevance of Mycobacterium chelonae-abscessus group isolation in 95 patients. J Infect 2009;59(5):324-331.
2. Brown-Elliott BA, Nash KA, Wallace RJ. Antimicrobial susceptibility testing, drug resistance mechanisms, and therapy of infections with nontuberculous mycobacteria. Clin Microbiol Rev 2012;25(3):545-582.
3. Jones RS, Shier KL, Master RN, Bao JR, Clark RB. Current significance of the Mycobacterium chelonae-abscessus group. Diagn Microbiol Infect Dis 2019 Jul;94(3):248-254.
4. Ramakers NAM, Posthouwer D, Henquet CJM. Een gecompliceerd beloop van een infectie met mycobacterium chelonae. Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie 2021(9):45-47.
5. Akram SM, Rathish B, Saleh D. Mycobacterium chelonae Infection. 2023 Aug 8. In: StatPearls [Internet]. Treasure Island (FL): StatPearls Publishing; 2024 Jan–.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

12-12-2024 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 A31.1 Huidinfectie door Mycobacterium: M. chelonae
ICD10 A31.1 Cutaneous mycobacterial infection: M. chelonae
ICD11 1B21.Y Non-tuberculous mycobacterial infection of other specified site: M. chelonae
SNOMED 402981007 Mycobacteroides chelonae infection of skin
DBC 4 Dermatosen door micro-organismen