Milia kunnen in zeldzame gevallen gegroepeerd voorkomen.
Dit heet
milia en plaque en komt vooral voor achter
of op de oren, meestal symmetrisch. Andere plekken waar het voorkomt zijn de
oogleden, mediale ooghoeken, neusrug, voorhoofd, en de supraclaviculaire huid.
De meeste patiënten zijn vrouwen van middelbare leeftijd, maar ook bij kinderen
komt de retro-auriculaire variant van milia en plaque voor. Er is geen oorzaak
van bekend.
Klinisch ziet men gegroepeerd witte of gele
milia (enkelvoud milium, gerstekorrel), op een
erythemateuze achtergrond. Het is voor het eerst beschreven door Balzer en Fouquet
in 1903. Histologisch gaat het om kleine epidermale cysten gevuld met keratine,
vaak omgeven door een dicht mononucleair infiltraat.
 |
 |
 |
| milia
en plaque |
milia
en plaque |
milia
en plaque |
 |
 |
 |
| milia
en plaque |
milia
en plaque |
milia
en plaque |
DD: acne, folliculitis,
pyodermie,
chlooracne,
eruptieve vellushaarcysten,
syringomen,
tricho-epitheliomen,
amyloidose,
naevus comedonicus.
Therapie:Lokaal verdoven (zonodig) en insnijden met de
punt van een mesje. Inhoud er uit knijpen. Milia kunnen ook door de huidtherapeute
worden verwijderd.
Referenties
| 1. |
Hallaji Z, Akhyani M, Jamshidi S et al. Bilateral
retroauricular milia en plaque: a case report and review of the
literature. Dermatol Online J 2010;16:12. |
| 2. |
Cota C, Sinagra J, Donati P et al. Milia
en plaque: three new pediatric cases. Pediatr Dermatol 2009;26:717-720. |
| 3. |
Balzer F, Fouquet C. Milium confluent retro-auriculaire
bilateral. Bull Soc Franc Derm Syph 1903;14:361. |
| 4. |
Hubler WR Jr, Rudolph AH, Kelleher RM. Milia
en plaque. Cutis 1978;22:67-70. |
| 5. |
Zhang R, Zhu W. Bilateral Milia En Plaque
in a 6-Year-Old Chinese Boy. Pediatric Dermatology 2011;28:1-3. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.
ICD10: L72.0
